6) Voorstel tot benoeming van de leden van diverse commissies en afgevaardigde
c.q. plaatsvervangend afgevaardigde in het algemeen bestuur van Bouwtoezicht
West-Brabant.
Op de vraag van de voorzitter of de raad
zich kan vinden in de benoeming van de
heren de Hoon en van der Westen tot leden
van de commissie bezwaarschriften algemene
bijstandswet wordt bij acclamatie besloten.
Op de vraag van de voorzitter of de raad
zich kan vinden in de benoeming van de
heren Jansen, van der Kooij, Verstraten
en Lodewijks tot leden van de commissie
bezwaarschriften Wet administratieve Recht
spraak Overheidsbeschikkingen wordt bij
acclamatie besloten.
Op de vraag van de voorzitter of de raad
zich kan vinden in de benoeming van de
dames Jansen-van Nunen, Janssens-Beekers
en Hoelen-Lamers, alsmede de heren Lignac,
Rijnkels en van Nijnatten tot leden van
de commissie beheer Gemeenschapshuis
Eikebos wordt bij acclamatie besloten.
Op de vraag van de voorzitter of de raad
zich kan vinden in de aanwijzing van de
burgemeester en de heer Houtepen tot lid
c.q. plaatsvervangend lid van het algemeen
bestuur van Bouwtoezicht West-Brabant
wordt bij acclamatie besloten.
De heer Jansen mist eigenlijk punt 6. Hij heeft wel in het verslag van de betref
fende raadscommissie gelezen dat de overlegcommissie niet aan de orde is.
Als men echter in het voorstel uitvoerig ingaat op het nog niet instellen van
de monumentencommissie dan had dat op zijn minst in een punt 6 ten aanzien
van de overlegcommissie ook kunnen gebeuren en niet in het verslag van de
raadscommissie, wat hem overigens betrekkelijk onduidelijk is.
Wethouder Dirven zegt dat er met betrekking tot de overlegcommissie twee
problemen zijn waar men niet aan uit is gekomen. In de programma-afspraken
zijn vijf mensen genoemd, namelijk de heren van der Westen, Jansen, van den
Bliek, van Trotsenburg en Oosthoek. Een verder onderzoek wat betreft de twee
laatste personen, omdat er in de oude samenstelling maar drie leden waren,
zou nog plaatsvinden. Anderzijds is het een vrij complexe situatie in verband
met de wensen en verlangens van het gemeentepersoneel. Het college stelt
nu voor dat de samenstelling van deze overlegcommissie nog een vergadering
aangehouden wordt, zodat men deze zaak nog verder kan uitdiepen en doorspre
ken.
De heer Jansen dringt erop aan om deze zaak zo spoedig mogelijk af te werken
daar er zaken zijn van een vorige raadsperiode die nog afgehandeld dienen te
worden. Het is niet juist deze mensen lang te laten wachten.
Zonder hoofdelijke stemming
wordt vervolgens conform
het voorstel van burgemeester
en wethouders tot aanhouding
van de samenstelling van de
monumentencommissie en
de overlegcommissie besloten.
-7-