7) Voorstel tot aanwijzing van de Stichting Openbare Bibliotheek te Prinsenbeek
als bevoegd orgaan voor de toepassing van de Wet op het openbare bibliotheek
werk.
De heer Jansen gaat akkoord met het voorstel. Het gaat hem echter over de
personeelsadvertentie. Namelijk wanneer op het ogenblik al een personeelsadver
tentie geplaatst wordt dan gaat de raad zich binden aan de personele situatie
zoals die op het ogenblik bestaat. Hij heeft namelijk grote zorgen bij de ontwik
keling van 's lands financiën en wei bij het afstoten van overheidszaken, wat
in feite betekent het afstoten van kosten. Een van de eersten die daar onder
zal vallen, zal het personeel blijken te zijn van de bibliotheken in den lande.
Wanneer men op het ogenblik tot uitbreiding overgaat in de veronderstelling
dat een nulpositie wordt gecreëerd op de begroting, dan zou men binnen één
of twee jaar weieens tot de ontdekking kunnen komen dat men zich een enorme
kostenpost op de hals haalt op het moment dat men deze zaak gaat invullen.
Zijn vraag is om wel eventueel via deze advertentie de zaak door te laten
gaan maar in de definitieve aansteilingsbriefwanneer het zover komt, de moge
lijkheid open te laten dat wanneer de rijkssubsidie wegvalt, er opnieuw over
kan worden gesproken of de functie wordt gecontinueerd. Hij dacht dat dit
een absolute noodzaak is, want op het moment dat we daar voor komen te
staan, moet pas beoordeeld worden of onze gemeentelijke budgetten in staat
zijn deze kosten te dragen. Hier zou men indirect op kosten gejaagd worden
waarvan men straks zegt dat ze eigenlijk niet meer opgebracht kunnen worden.
Hij heeft geen moeite met de procedure maar hij dringt er wel op aan om een
weg te vinden, dat dit in ieder geval geen definitieve verplichting in gaat houden
ten aanzien van de gemeentefinanciën.
De heer Dirven begrijpt de bezorgdheid van de heer Jansen. Bij het overleg
met de Stichting Openbare Bibliotheek Prinsenbeek was ook aanwezig de heer
Neut van de Provinciale Bibliotheek Centrale. Daarbij zijn twee zaken zeer
duidelijk afgesproken namelijk op de eerste plaats dat het personeel - dus ook
het huidige - dat per 1 november bij de Stichting Openbare Bibliotheek zou
komen te werken in dienst is bij de P B.C. en niet bij ons.
Op de tweede plaats dat de begroting die al ingediend is opnieuw zal worden
gemaakt. Deze begroting is inmiddels binnen. Op die begroting komt de gost
personeelszaken niet meer voor. Deze komt volledig ten laste van de P. .C.
Op de vraag van de heer Jansen of dat betekent dat de P.B.C. het personeel
detacheert zegt de heer Dirven dat de P BC. het personeel aanstelt, benoemt
en betaalt êh ze vervolgens detacheert bij de bibliotheek in Prinsenbeek.
De heer Jansen vraagt wie er dan zeggenschap over dat personeel heeft.
De heer Dirven antwoordt dat het stichtingsbestuur de directe leiding over
het personeel heeft, maar het totale personeelsbeleid in handen is van de P.B.C.
Het gaat in dit geval niet direct over de personeelsleden als zodanig en er
zijn geen namen ingevuld. Het gaat meer om het aantal uren dat betaald wordt
en dat is voor het eerste jaar ^8 uur. Het tweede jaar blijft dat hetzelfde,
omdat er dan practisch geen werkzaamheden bijkomen. Het derde jaar wordt
het 117 manuren per week. Alles volledig ten laste en ten dienste van de P.B..C.
onder directe leiding van het Stichtingsbestuur Openbare Bibliotheek Prinsenbeek.
De heer Jansen zegt er verder geen moeite mee te hebben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten.
8) Voorstel tot huisvesting van de Peuterspeelzaal 't Olifantje in de openbare
kleuterschool "Klavertje Vier".
De heer van der Westen vindt dit een buitengewoon goede bestemming van
leegkomende klaslokalen.
-6-