De voorzitter denkt dat zowel het bestuur als peuters uitermate verheugd zullen
zijn.
De heer Dirven deelt nog mede dat op zaterdag 27 november de peuterspeelzaal
12 1/2 jaar bestaat en dat dan het klaslokaal in gebruik zal worden genomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten.
9) Voorstel tot votering van een krediet in verband met aanpak herziening
en uniformering van het bestemmingsplan Binnengebied.
De heer Jansen heeft gelezen dat het in de bedoeling ligt om de vestiging in
het eigenlijke centrum te bevorderen, door er op attent te zijn dat de plannen
zo geredigeerd worden dat wanneer in gebieden daarbuiten een winkel uitvalt,
het niet mogelijk moet zijn om die te doen continueren zodat deze dan moet
verdwijnen. Men had ook kunnen zeggen bezig te zijn met de volmaakte bevrie
zing van het winkelbestand in dier voege dat buiten het eigenlijk centrum geen
enkele winkel in de toekomst meer mag komen en men ze daar zelfs tracht
uit te roeien. Hij zou het college er toch wel op willen attenderen dat hiermede
een uitermate gevaarlijke weg ingeslagen wordt. Als hij op het ogenblik de
pers leest welke moeilijkheden overheid, provincies en regio's hebben om mensen
aan werk te helpen, dan is een van de eerste kreten die daarbij worden gehoord,
steun verlenen aan kleinschalige ambachtelijk neringdoenden. Hij kan het college
verzekeren dat wanneer een dergelijk beleid gevolgd zal worden er
steeds meer in deze richting aandrang zal komen. Deze kleinschalige ambachte
lijkheden zal men aantreffen juist in dat gedeelte waarin men voor de toekomst
elke neringdoende wil uitbannen en winkels wil doen verwijderen. Hij gelooft
dan ook dat ontwikkeling op deze wijze van het bestemmingsplan een onjuiste
benadering is van de werkelijkheid en zoals die in de naaste toekomst en op
dit moment in feite al op ons af komt. Er zal daarom de mogelijkheid geboden
moeten worden voor voortzetting van datgene wat er is. Hij kan zich voorstellen
dat men zich over de plannen nog wel eens zal moeten buigen om te bezien
of er niet bepaalde ambachtelijkheden zijn die een plaats zouden moeten krijgen
in het niet-eigenlijke centrum. Hij gelooft wanneer men alle burgers aan
het werk wil hebben - en dat hoeft niet altijd afhankelijk werk te zijn doch
ook het zelfstandige - men in een beginfase recht heeft op zoveel mogelijk
ruimte voor zijn activiteiten. De ingenomen stelling is bij de uitwerking daarvan
absoluut onjuist en in ieder geval een die door zijn fractie niet wordt geaccep
teerd. Het college wordt verzocht er in de opdracht aan het stedebouwkundig
bureau rekening mee te houden met de opmerking die hij net heeft gegeven.
De heer van der Kooij wil eveneens hierop ingaan. Hij heeft ook de passage
gelezen over de gevolgen als bedoelde winkels verplaatsbaar lijken of ophouden
te bestaan. Hij vindt het "lijken" hier een erg moeilijke zaak. Daarnaast moet
het bestemmingsplan op eenvoudige wijze kunnen worden bijgesteld. Hij neemt
aan dat een dergelijke bijstelling alsmede het "verplaatsbaar lijken" door de
raad beoordeeld wordt.
De voorzitter zegt dat hij uit de beantwoording heeft begrepen dat de raad
akkoord gaat met de kredietvotering maar er een kanttekening bijplaatst aangaan
de de twee zinnen bovenaan op bladzijde 2. Hij brengt de raad in herinnering
het D.P.O.-rapport, wat een essentieel onderdeel heeft gevormd van de structuur
schets zoals die door de raad is aanvaard. Daarin kwam naar voren een aantal
varianten met betrekking tot het in ontwikkeling brengen voor de nabije toe
komst van het winkelgebeuren. Het P.O.K.-bestuur met zijn ondernemers, en
ook de raad heeft zich kunnen vinden in variant vier. Daarbij ging het er om,
dat als het zover is en de mogelijkheden zich voordoen, ervoor gezorgd moet wor
den dat het instrumentarium aanwezig is om het winkelgebeuren zoveel mogelijk
op en rond de Markt te centreren. Hij spreekt over "rond de Markt" en daarmee
-7-