10) Voorstel tot verhoging van de tarieven voor de onroerend-goedbelastingen.
Zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming wordt con
form het voorstel van burgemees
ter en wethouders besloten.
11) Voorstel tot verhoging van de rechten voor het ophalen van huis- en bedrijfs-
vuil.
De heer Oosthoek heeft aanmerkingen op een aantal, zijns inziens, onjuistheden
in het verslag van de vergadering van de commissie openbare werken van 19
oktober. Daarin wordt vermeld dat hij de term "bejaarden" gebruikt zou hebben
maar dat is door hem anders gezegd dan hier verwoord. Het lijkt hem beter
om, gezien het feit dat dit onderwerp wellicht in de toekomst weer eens een
keer aan de orde komt, dit te veranderen op de manier zoals hij dat wei gezegd
heeft. Er zou moeten staan: "de heer Oosthoek herinnert de voorzitter aan
de programma-afspraken waarin onder meer is toegezegd dat het gewenst is
om waar dit kan tot differentiatie te komen. Bijvoorbeeld voor: en dan staat
er "bejaarden", maar er is gezegd "alleenstaande" en daarbij heeft hij gezegd:
"analoog aan de W.V.O.". Niet in het verslag is vermeld een opmerking zijnerzijds
waarin hij verwees naar de differentiatie die toegepast wordt voor bedrijfsafval
ook op basis van de aangeboden hoeveelheid namelijk containers van 500 1.
en van 1.000 1. Iets verderop in het verslag staat dat hij vraagt of het de bedoe
ling is dat het percentage oploopt of ineens 100% wordt. Dat heeft hij zo niet
gezegd. Hij heeft verwijzend naar de programma-afspraken en de daarin genoem
de geleidelijkheid voor het kostendekkend maken van de reinigingsrechten voorge
steld, of eigenlijk als voorbeeld gesteld, dat wanneer het in 6 jaar kostendekkend
gemaakt zou moeten worden en wanneer het nu 72% is, dan kan men zeggen
100% - 72% 28% gedeeld door bijvoorbeeld 6 jaar - maar dat kan ook 7 of
8 jaar zijn - 5% een gedachtenbepaling is. Naast het verslag heeft hij nog
een paar opmerkingen bij het voorstel. Zijn fractie is ontstemd over het feit
dat bij het voorstel tot verhoging van de rechten wordt afgeweken van de pro
gramma-afspraken, zelfs zonder in het voorstel te vermelden wat de oorzaak
van deze afwijking is. Hij citeert de inleiding van de programma-afspraken
waarin wordt gesteld "tenzij dit uitdrukkelijk anders is aangegeven, gelden
de afspraken voor de volledige duur van de zittingsperiode" en dat is dus 1982
tot 1986. Een uitzondering daarbij is gemaakt voor de bezuinigingsoperatie
met de bekende drie-traps raket waarvan is gesteld dat dat klaar zou moeten
zijn voor de begroting 1984. Verder wordt in de inleiding nog vermeid dat
slechts kan worden afgeweken onder omstandigheden die niet waren voorzien
en dan nog onder bepaalde voorwaarden. Bij de besprekingen in juli, augustus
en september van dit jaar over de programma-afspraken is van de bezwaren
die nu zijn vermeld ais antwoorden op vragen tijdens de commissie-vergadering
van 19 oktober jongstleden geen melding gemaakt. Daarnaast zou hij willen
opmerken dat de heer Jansen in de vergadering van 3 maart ook al geadviseerd
heeft om de mogelijkheid te onderzoeken naar differentiatie voor alleenstaanden
analoog aan de W.V.O. Hij kan er begrip voor opbrengen dat wanneer in de
drukte, bijvoorbeeld in verband met de voorbereidingen voor de begroting 1983,
de tijd zou ontbreken om een goed en doordacht plan voor de differentiatie
te maken, maar zijn fractie zou het wel zeer appreciëren wanneer dit ais een
excuserend argument aan het voorstel zou zijn toegevoegd.
De heer Jansen betreurt het dat er door menigeen een pas op de plaats gemaakt
moet worden in de inkomenssfeer en dat iedereen voorgehouden wordt om zijn
kosten te drukken en zijn prijzen laag te houden. Als men dan tot de uitvoering
van deze zaken overgaat dan is het dikwijls de overheid die vergeet wat
de invalshoeken zijn ten opzichte van dergelijke zaken. Ook blijkt bij dit voorstel
dat de tarieven weer stijgen. Gelukkig gematigd, maar het is altijd nog wel
4%.Hij betreurt dat maar hij erkent de noodzaak, en hij erkent ook dat er geen
-9-