Het college ziet het ook als een leidraad voor het beleid dat zij voert, zowel
als voorbereiding als in uitvoering. Daarbij komt dat dit beleid zoals het
als dit door het college is geïnterpreteerd pas start in 1984 voor wat
oetreft het inhoudelijke, dus onder andere wat de belastingtechnische sfeer
betreft. Het enige dat de raad kan doen is het college een pluim geven voor
wat het college nu reeds heeft gedaan binnen het kader van de programma
afspraken, geen raadsbeslissingen zijnde. Binnen dat kader kan niets bij iemand
in het verkeerde keelgat zijn geschoten. Dit voorstel is het toepassen van het
opslagpercentage dat van rijkswege is toegestaan. Dat is 4% op de bedragen
voor 1982 en het incalculeren van de nieuwe huisvuilwagen die moet worden
aangeschaft. Daarbij komt men toevallig op 71%, waar het college overigens niet
on gelukkig mee is. Dus geen excuses vanuit het college zoals de heer Oosthoek
vraagt. Het college is het volledig eens met de woorden van de heer Jansen.
Het college neemt over wat in de programma-afspraken staat, een redelijke
geleidelijkheid, en dat is heerlijk rekbaar ook voor het college, ook voor de
raad en daarom geen termijnen. Het college is het er volledig mee eens dat
er zich omstandigheden kunnen voordoen de komende jaren dat een aantrekking
om het kostendekkend te maken nodig is. Op dat moment kan 1% of 1 1/2%
worden toegevoegd aan het percentage wat toegestaan is door het rijk. Op
een desbetreffend voorstel van het college kan de raad dan nog zeggen dat
er alleen maar het toegestane maximum en geen extra verhoging komt en dat
er dan maar iets langer over gedaan moet worden, voordat aan het totale dek
kingspercentage wordt gekomen.
Wethouder Houtepen neemt aan dat de heer Oosthoek geheel of gedeeltelijk
gelijk heeft voor wat de verslaglegging betreft. Het is opgenomen op de band
en aan de hand daarvan zal met de secretaris bekeken worden hoe het verslag
van de commissie openbare werken gewijzigd moet worden. Hij stelt zich voor
dit in de eerstvolgende commissievergadering aan de orde te stellen.
De heer Verstraten zegt dat zijn fractie zich kan conformeren aan de 4%.
Er is echter gesteld dat er een differentiatie zou plaatsvinden naar aanbod
huisvuil. De heer van der Bom, de vorige fractievoorzitter, heeft indertijd al
gesteld dat bijvoorbeeld containers bij de bejaardenwoningen in verhouding
met het weinig huisvuil dat daar aangeboden wordt, toch minder zuilen kosten.
Hij dacht ruu, omdat de programma-afspraken zo vlot verlopen zijn en wat
dit betreft alle partijen op één lijn zaten, de differentiatie toegepast zou wor
den. Daarmede kan dan in 1982 gestart worden. Zijn fractie is het eens met
die 4% verhoging, maar de tarieven voor de bejaarden en alleenstaanden zouden
moeten worden verlaagd.
De heer Oosthoek wil nog even ingaan op de programma-afspraken, want die
worden door hem kennelijk anders gelezen. Hij wil hier even verwijzen naar
de eerste bladzijde van de programma-afspraken.
De voorzitter zegt bij interruptie dat de programma-afspraken hier niet aan
de orde zijn, doch een verhoging van de reinigingsrechten. Hij heeft duidelijk
uitgelegd wat programma-afspraken inhouden en wat de bedoeling van die pro
gramma-afspraken is. Er is afgesproken in 1984 te starten met de uitwerking
en met name op het terrein van de belastingen.
De heer Oosthoek vindt de voorzitter helderziende want hij heeft nog geen
ODmerking gemaakt. Op bladzijde 1 van de programma-afspraken staat vermeld:
"tenzij dit uitdrukkelijk anders is aangegeven gelden de afspraken voor de volle
dige duur van de zittingsperiode van de raad. Wanneer eenmaal een nieuw college
zal zijn geïnstalleerd en met zijn activiteiten zal zijn begonnen., kan alleen
van de hiervermeide afspraken worden afgeweken onder omstandigheden die
niet waren voorzien." Ze zijn dus aangegaan voor de komende zittingsperiode.
De voorzitter zegt bij interruptie dat de heer Oosthoek er rekening mee moet
houden dat dit geen raadsbesluit is.
De heer Oosthoek begrijpt dit maar zegt dat het wel programma-afspraken
zijn. Het verschuiven geldt wel de bezuinigingsproblematiek, die in de programma
afspraken met name genoemd is naar een zodanig tijdstip dat de begroting
-11-