1984 er op kan worden afgestemd. Doch die verschuiving is niet vermeld bij de reinigingsrechten. De heer Jansen zegt dat het door de heer Verstraten aangehaalde citaat uit de programma-afspraken: "er zal gedifferentieerd worden" niet juist is. Er staat "de differentiatie in tarieven is gewenst waar dat kan". Dat is even iets anders ais wat er gezegd wordt. Dit is een voorzichtige interpretatie en dat kan wel misschien in die besprekingen gezegd zijn maar dat is de tekst waar de partijen het over eens zijn. Hij gelooft dat men hiermee erg voorzichtig moet zijn en indien men zich beroept op de programma-afspraken moet men dat programma maar naast zich leggen zodat de exacte tekst gebruikt wordt. Bij interruptie deelt de heer Lodewijks mede dat hij het merkwaardig vindt dat het nieuwe college, dat zich nog de vorige keer gebonden achtte aan het raamwerk van de programma-afspraken nu bij één van de eerste aangelegenheden dat er iets over tarieven in de raad komt, zich niet gebonden acht. Er staat iets over tarieven in de programma-afspraken, hoe je het ook interpreteert. Zijn bezwaar is dat het college die twee zaken helemaal niet met eikaar in verbinding brengt. Het college had ook kunnen zeggen dat men aan nieuwe tarieven toe was maar de termijn waarbinnen dat moet worden voorbereid is te kort om ten aanzien van de wensen die in de programma-afspraken staan verdergaande toezeggingen te doen. Dan was waarschijnlijk iedereen tevreden geweest en dan had iedereen op 1984 gewacht. Het college doet echter net of er geen programma-afspraken zijn waar een college zich aan gebonden dient te achten. ue heer Verstraten wil nog even een antwoord geven op wat de heer Jansen heeft gesteld. Alle partijen hebben rond de tafel gezeten en de notulen die van iedere avond gemaakt zijn, zijn bij alle partijen aanwezig. De voorzitter merkt op dat de heer Verstraten buiten de orde gaat. Aan de orde is het voorstel tot verhoging van de rechten voor het ophalen van huis- en bedrijfsvuil. Er is gesteld differentiatie daar waar mogelijk en waar dit kan. Het college heeft deze zaak in studie genomen voor 1984. Door het college is niet gesteld, toen men de programma-afspraken in ontvangst nam, dat men zich daar aan bindt. Heel duidelijk heeft de voorzitter namens het college gezegd dat het een leidraad zal zijn voor en dat de raad de voorstellen van het college daaraan zal toetsen. De heer Lodewijks interrumpeert en zegt dat het inderdaad zo is dat men een college niet vier jaar lang van a tot z gaat binden. Er staat redelijke geleidelijk heid, waar maar mogelijk en indien mogelijk. Het enige wat de raad nu van het college vraagt is een overweging of het hier nu mogelijk was of niet, of misschien nu niet, maar misschien morgen of overmorgen. De voorzitter wil duidelijk stellen, ook als portefeuillehouder financiën, dat hij dit duidelijk heeft gevraagd in het nieuwe college aan de beide wethouders in verband met de voorbereidingen van de begroting 1983 ten tijde van de forma tie van de nieuwe raad. Door hen - beiden aanwezig geweest zijnde en mede gewerkt hebbende aan de program-afspraken - is gezegd dat een en ander gaat geiden vanaf 1984. Eventueel is hij slecht ingelicht, maar zo is de situatie. In april, mei en juni begint men met de begrotingsvoorbereidingen. De vraag van de heer van der Westen ten aanzien van de alleenstaanden zal bij de voor bereidingen van de begroting 1984 worden meegenomen. De heer Lodewijks kan de redenering van de voorzitter niet volgen. Het is bijvoorbeeld toch ook zo dat de leden van de commissies zijn aangewezen con form de programma-afspraken. Er zijn bovendien een tweetal voorstellen in deze raadsvergadering waarin het college zelf verwijst naar overeenstemming of conclusies die in de programma-afspraken zijn gemaakt. Conform de program- ma-afspraken worden de leden van de overlegcommissie aangewezen. Er is inderdaad een uitzondering op maar daar was iedereen het mee eens. Als men zou weten dat een en ander pas in 1984 zou gaan werken dan doet het college veel te veel werk door er nu reeds naar te verwijzen. -12-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 248