te Prinsenbeek, gaat niet verder dan een goed initiatief vanuit de burgerij daar waar mogelijk te steunen en te begeleiden, bij de realisatie van dit plan. Aanpassen van bestemmingsplannen, assistentie bij grondaankopen zijn hogelijk te waarderen, echter de financiële consequenties moet men laten bij de initiatiefnemers en zijn bankiers. Er is geen betere graadmeter om de importantie en het gewicht van het initiatief te waarderen. Van gemeentewege kan hoogstens met een subsidie beleid tot op zekere hoogte initiatief gestimuleerd worden. Nu heeft de gemeente grond gekocht, de motieven wil hij hierin niet betrekken, noch wil hij een oordeel uitspreken. Verschillende enquêtes onder de belangstellende P.O.K.-leden zijn gehouden. De eerste leverde een belangstelling op van 1,3 ha. en dat lijkt heel wat. Er was echter geen enkele voorwaarde gesteld, zodat iedereen rustig in principe zijn belangstelling kon tonen zonder een enkele verplichting. De waarde van deze enquête was dus 0. De tweede leverde een belangstelling op van in principe 0,3 ha., maar de prijs werd veel te hoog bevonden. Ook toen geen belangstelling voor de door de gemeente te steilen voorwaarden en dus geen echte belangstel ling voor het bedrijventerrein. En daarom meent hij even uit te moeten stappen en met het college te discussiëren op welk traject verder moet worden gegaan. Moet er "ja" gezegd worden tegen het bestemmingsplan bedrijventerrein? Daarmede wordt echter de behoefte niet groter, het aanbod op aanpalende industrieterreinen niet kleiner en de concurrentiepositie is ronduit slecht. Het uitgegeven kapitaal blijft uitgegeven, dus in alle gevallen is een vorm van rentebijschrijving waarschijn lijk wettelijk noodzakelijk. De bezwaren van in ieder geval twee indieners zijn niet geheel van goede redenen ontbloot. Als er "ja" gezegd wordt dwingt men deze mensen in hoger beroep te gaan hetgeen ook lasten voor het gemeentehuis oplevert. Werkeloosheidsoverwegingen, opzetten van startbedrijven etc. zijn mooie gedachten maar nuchter bekeken op plaatselijke schaal op gronden van f. 80,-- per m2 is gelet op zoveel leegstand in de omgeving niet realistisch. Als er ooit een vorm van bedrijventerrein nodig zal zijn in Prinsenbeek, zal dat zijn op een tijdstip dat de conjunctuur aangetrokken is, de werkloosheid op zijn minst gehalveerd en een ruimtegebrek zich manifesteert. Deze periode is op middellange termijn niet te duiden. Inmiddels mag de raad voldoende creativiteit van het college verwachten om de plaatselijke ondernemer, die zich in het hoogst theoristische geval met ruimtegebrek meldt, te helpen. Het is nogal een negatief praatje, doch het lijkt hem dan ook beter te erkennen dat in het verleden misgegokt is. Men moet de zaak nu niet met verkeerde argumenten nog verder laten escaleren. Een artikel in het blad Binnenlands Bestuur van 29 oktober jongstleden met als hoofd "Bedrijvencentra, veel animo maar veelal weinig resultaten", wat het college ongetwijfeld gelezen zal hebben, bevestigt zijn bovengenoemde opinie. Het aandragen van alternatieven in dit debat acht hij niet relevant en buiten het kader van het voorstel. Hij wil hierop eventueel terugkomen in zijn algemene beschouwingen. Hij stelt daarom voor om de voorstellen 7a en b terug te nemen. De heer van der Westen zegt dat hij bij de aanvang van de betreffende commissie vergadering heeft gezegd en wat niet is genotuleerd, dat dit een sprekend voorbeeld is van hoe dat het niet moet. Dit was niet beschuldigend bedoeld want het is namelijk zo. Het voorstel was onvoldragen maar de toenmalige gemeenteraad heeft "ja" gezegd tegen het voorstel, dus is ieder hier eigenlijk schuldig aan. Een van de reclamanten - ook dit heeft hij naar voren gebracht - heeft gewezen op de onverantwoordelijke financiële kosten die hieraan verbonden zijn en die door de bevolking gedragen zullen moeten worden. Hij heeft ook gezegd, de recla mant heeft gelijk. Hierbij wordt niet of nauwelijks stilgestaan omdat er al enorme investeringen gedaan zijn, die met stilleggen niet teruggedraaid of terugverkregen worden. Als dit zo zou zijn dan is hij er direkt voor om te stoppen. Maar dit is echter niet het geval, dus vandaar dat men in meerderheid in de commissie heeft gezegd, accepteer het voorstel, ga ermee door en hoop op betere tijden. De voorzitter zegt dat de beantwoording vanuit het college omtrent het onderwerp tweeledig zal zijn. Hijzelf neemt de ruimtelijke ordeningsaspecten voor zijn rekening en wethouder Dirven de financieel-economische aspecten. Hij stelt namens het college dat er alle begrip voor is, dat vanuit de raad sombere geluiden komen ten aanzien van de realisering van het plan dat ter vaststelling -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 259