alleen de doorloop van de rente voor 1983 en men heeft dan een totale waarde
liggen in de gemeentelijke financiën van ruim 1 miljoen. Als er doorgegaan wordt
gaat men in een aantal jaren hieropvolgend dit bedrijventerrein fasegewijs of
in een keer, als de behoefte groot is, uitvoeren. Bij dit fasegewijs uitvoeren moet
zeer zeker niet gedacht worden aan bijvoorbeeld vandaag een stukje en morgen
een stukje, omdat toch een groot aantal voorzieningen ineens aangelegd moeten
worden zoals de persleiding en electriciteit en andere nutsvoorzieningen. Dat
betekent dat met uitgifte van de eerste fase een investering van een half miljoen
gepaard gaat. Op basis van die anderhalf miljoen, waarvan 1 miljoen geïnvesteerd
is, kan men zich natuurlijk afvragen wat de financiële mogelijkheden zijn en hoe
lang het uitgezongen kan worden. Als het bedrijfs-technisch bekeken gaat woren
en een verlies van f. 700.000,-- zou geaccepteerd worden, dan betekent dat, dat
men daar in een zekere zin rente van mist. Het is dus een stuk risico wat genomen
wordt en wat eigenlijk financieel gezien niet eens zo'n groot risico hoeft te zijn.
Ais er becijferd wordt dat er in 1984 begonnen kan worden en in 1984 kan 2.000
meter uitgegeven worden, in 1985 3.000 meter en in 1986 ook, dan kan men in
7 jaar tijd 1 1/2 ha. uitgeven. Ais dat naast eikaar gezet wordt, dan kan men
ongeveer 7 jaar lang in die snelheid van uitgave hetzelfde verlies incalculeren
als nu ingecalculeerd zou worden bij ineens afstoten. Dat betekent dat in feite,
ais 1984 als aanvangsdatum genomen wordt, er tot 1991 tijd is om het bedrijventer
rein voor 2/3 deel vol te krijgen. Ais dat nog niet eens zo grote risico genomen
durft te worden, dan betekent dat toch in feite dat er in Prinsenbeek bedrijven
de kans gegeven kan worden. Hij wil wijzen op een brief van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Breda die alle frakties gekregen hebben per 9 juni en waarin
met aandrang gevraagd wordt het enorm belang te onderschrijven om ernaar te
streven, dat kleine industriën, ambachtelijke bedrijven, groothandelsbedrijven en
dienstverieningsbedrijven een kans kunnen blijven krijgen. Er wordt hier niet gepraat
overeen bedrijventerrein van 40 a 50 ha. maar over een zeer klein bedrijventer
rein van 2 1/2 ha. waarvan de financiële consequentie bij direkt afstoten in feite
even groot moet worden gezien als bij gelijke uitgiftemogelijkheid van 7 jaar
na 1984.
De voorzitter geeft in tweede termijn het woord aan:
De heer Jansen wil nog even op de grondprijzen terugkomen hoewel, deze vallen
onder agendapunt 7b. maar toch onverbrekelijk verbonden zijn met agendapunt
7a. Zijn fraktie heeft in het verleden, toen het over woningbouw ging, gezegd
dat het bespreekbaar moet zijn sociale woningbouw mogelijk te maken en eventueel
te animeren door eventueel vanuit de gemeente wat te doen aan de grondprijzen.
Nu durft hij persoonlijk wel te zeggen dat wanneer men bereid is sociale woning
bouw te heipen, dan moet men ten aanzien van de uitstralingseffecten van een
bedrijventerrein, die ook als sociaal positief beoordeeld moeten worden, een zelfde
standpunt in durven te nemen. En hij is van mening dat wanneer straks blijkt
wanneer door het afwachten van langdurige procedures die grondprijs nog zou
moeten gaan stijgen boven het huidige niveau en als dat moeilijkheden gaat
opleveren men daartoe bereid moet zijn. Dit is zelfs voor zijn fraktie in hoge
mate bespreekbaar. Immers, de levenssfeer van een gemeente is daardoor mede
bepalend. In het verleden is hij de grootste tegenstander geweest van het bedrijven
terrein en men zal zich misschien verwonderen dat hij op dit moment om is. Hij
is om, om dezelfde motieven die zojuist door wethouder Dirven verwoord zijn
namelijk men kan niet meer terug. De voorwaarden scheppende omstandigheden
dienen zo gemaakt te worden dat de tegenvallers, die er ongetwijfeld uit komen,
tot het minimale zullen worden beperkt.
De heer Verstraten vindt het jammer dat in voorstel 7a. een brief aangehaald
wordt die het P.O.K. zelf aan de raad heeft gestuurd waarin staat dat de conclusie
gewettigd is dat voor vele Prinsenbeekse ondernemers mede op grond van het
voorgaande, vestiging op het bedrijventerrein om financiële redenen niet haalbaar
is." Als er iets opgezet wordt voor de Prinsenbeekse middenstand en ze geven
zelf te kennen dat het niet haalbaar is voor hen, dan kan men dat de mensen op dit
moment niet kwalijk nemen. Daarom vindt hij dat dit voorstel teruggedraaid moet
worden. Zoals hij in eerste instantie al verwoord heeft, is het op middellange
termijn niet te peilen wanneer de conjuctuur omdraait. Het is in deze tijd moeilijk
-9-