-25-
Dit zou toch mogelijk moeten zijn. Ons college zal er in elk geval
naar streven om coördinerend en stimulerend in deze tewerk te gaan.
Als handvat hiervoor kunnen wij het overleg, dat in het kader van
subsidie-aanvragen gevoerd wordt, gebruiken. Ook de uitbetaling van
subsidievoorschotten kan daarvan afhankelijk gesteld worden. De
subsidiëring van de huurprijs van Eikebos zullen wij in het voorjaar
bij de raad aan de orde stellen.
Van de G.G.D. Stadsgewest Breda heeft het college het dringende advies
ontvangen thans geen ongericht massa-onderzoek op tuberculose te houden.
Ons college houdt zich aan dit advies, terwijl zich gewijzigde opvattingen/
richtlijnen voordoen. Het beeldschermonderzoek als ongericht massa-onder
zoek kan gemist worden, mits een goed functionerend consultatie-buro-
apparaat voorhanden blijft. De rijksoverheid deelt dit standpunt. Er
is gesproken over de nevengegevens van het beeldschermonderzoek, name
lijk het opsporen van longkanker. Volgens een brief van 28-4-1981 van
de direkteur van de Gezondheidsdienst van net Stadsgewest bestond en
bestaat nog grote onduidelijkheid omtrent het nuttig zijn van een be
volkingsonderzoek op longkanker. Dit blijkt uit de instelling van een
commissie van de Gezondheidsraad en de moqelijke instelling van proef
gebieden om meer duidelijkheid te krijgen. Deze commissie heeft op dit
ogenblik echter nog geen advies uitgebracht aan de minister.
De beweringen van de geachte vragensteller omtrent muziekonderwijs in
Prinsenbeek zijn bezijden de waarheid. Vooreerst merkt hij op dat "een
grote groep ouders niet op de hoogte is, dat met het A.M.V. gestart is,
ook de ouders niet die aan de enquête hebben meegedaan". En hij ver
volgt met de vraagstelling: "Waarom zijn de ouders niet beter ingelicht".
Hierover het volgende: In Modern Prinsenbeek van 25 juni 1981 is van
onze hand een publikatie opgenomen, een mededeling inzake de algemene
muzikale vorming voor de schooljeugd. De aanhef van deze bekendmaking
luidt als volqt: Kortgeleden zijn de ouders van kinderen van de lagere
scholen in onze gemeente door de Stedelijke Muziekschool Breda per circulaire
benaderd over bovenvermelde muziekopleiding.
Aldus, geachte woordvoerder, geen omissie van de kant van het gemeente
bestuur, doch wellicht de mogelijkheid van het niet-gelezen-hebben door
bedoelde ouders van vorenvermelde publikatie en de circulaire of was men
wat afstandelijk ten opzichte van de eigen bijdrage.
Vraag 2: waarom is gestart met 2e en 3e klassers; een groep waarvan
bekend is dat de interesse en doorzettingsvermogen het minst groot is
en waarvoor de ouders vaak beslissen.
Met mededeling vooraf: ons is niet bekend of bij jongere - dan wei oudere
schoolkinderen méér - of minder animo zou kunnen bestaan voor het muziek
onderwijs. De 2e en 3e klassers blijken - aldus onze informaties van
Breda - in deze het meest "aanspreekbaar" te zijn. Ie klassers namelijk
hebben te maken met aanpassingsmoeilijkheden op school. Bij de 4e en 5e
klassers van op lagere school blijkt de leeftijd een belemmering te zijn
om een instrumentaal onderwijs (dus het vervolgonderwijs) te beginnen.
Vraaq 3: Wat bedoelt de vraagsteller met "uitbreiding op de bestaande
opleiding". Bedoelt hij: uitbreiding van het bestaande muziekonderricht
(de muzieklessen), dan wel dat er op de huidige opleiding een nieuwe-
ofwel vervolgopleiding hier ter plaatse gaat komen.
Dit laatste is geenszins de bedoeling. Het voortgezet instrumentaal on
derwijs, dat aansluit aan de 2-jarige AVIO-curus, kan alleen aan de ste
delijke muziekschool te Breda worden gevolgd.