-25- Een antwoord op vragen ais: óf, in welke mate en volgens welke principe er in de begroting bezuinigd zal moeten worden, wordt verwacht van een procedure die door de vorige raad nog is voorbereid en die wordt aangeduid met de drietrapsraket. Sommige raadsleden spreken in dit geval van de drietapsraket, maar die voelen in ieder geval de richting van deze operatie aan namelijk, dat er uit een ander vaatje getapt zal moeten wordenil In deze procedure, die inmiddels ook is vastgelegd in het programma-akkoord tussen de vier frakties, kan zijn fraktie zich geheel vinden. Nu zal het zo zijn, dat niet in alle sectoren van de gemeente-begroting in gelijke mate de verhouding tussen uitgaven en inkomsten zich in ongunstige zin zal ontwikkelen. Een sector waarin met sterk stijgende verplichtingen van de gemeente zal moeten worden gerekend is bijvoorbeeld de welzijnssector en het gebied van de volksgezondheid. Ten dele omdat de Rijksoverheid op een ongekende manier aan het bezuinigen is geslagen en ten dele omdat onder de vlag van decentralisatie en versterking van de lokale positie van voorzieningen een grotere aanslag op de gemeentelijke financiën zal worden gedaan. Om nu een afgewogen oordeel te kunnen vormen over het belang van aller lei zaken en om deze zaken - ook in het kader van bijvoorbeeld bezuinigings operaties - tegen elkaar te kunnen afwegen, lijkt het zijn fraktie gewenst, dat een soort sectorenbeleid tot ontwikkeling wordt gebracht. De indeling van sectoren zal waarschijnlijk dwars door de indeling lopen die in de ge meente-begroting bij wet wordt aangehouden. Daarom zal een eerste stap voor zo'n beleid moeten bestaan uit het definiëren van de verschillende sec toren die men zal onderscheiden. Vervolgens kan worden vastgesteld, welke van deze sectoren binnen welke grenzen voor beheersing van kosten in aanmer king komen en welke niet. Tenslotte kan worden aangegeven hoe de toekom stige financiële ontwikkelingen per sector zullen zijn en volgens welke prin cipes daarmee gerekend kan worden. Op deze wijze kan de raad veel directer worden betrokken bij het financiële beleid, dan nu op basis van de globale meerjarenramingen mogelijk is. Gaarne, vernemen zij wat het college hiervan vindt, en zo die mening positief is, zien zij gaarne in deze raadsperiode nadere voorstellen tegemoet. Tot slot wil zijn fraktie de discussie over de kwestie of programma-afspraken nu wel of geen status hebben in de zin dat het college eraan gebonden zou zijn, hier nu niet meer voeren. Zijn fraktie gaat er vanuit dat het college aan dit akkoord gebonden is en zal de naleving daarvan dan ook in de gaten houden. Iets anders is natuurlijk of bepaalde afspraken uitvoerbaar zijn, of wel zo gewenst zijn. In die gevallen is ook in het programma-akkoord voor zien en zelfs is een procedure aangegeven hoe in de verhouding tussen raad en college dan zal worden gehandeld. Zijn fraktie vindt wel dat ook in derge lijke afwijkingsgevallen van die procedure gebruik moet worden gemaakt. In dit verband valt op dat in de nota van aanbieding wel wordt gesproken over het geleidelijk kostendekkend maken van de reinigingsrechten, maar dat het college - evenmin als bij het raadsvoorstel van vorige maand het geval was - met geen woord rept over de door de frakties gewenste dif ferentiatie in de opbouw van die tarieven. Hierover gaarne wat meer uitleg. Zijn fraktie heeft er zolang zij in deze raad is vertegenwoordigd geijverd om openheid en openbaarheid van bestuur te bevorderen. Daarnaast hebben zij ook steeds gepleit voor het meer systematisch en regelmatig betrekken van burgers bij zowel de voorbereiding als de uitvoering van door de gemeente gevoerd beleid. Een goed en wederzijds contact tussen het gemeente bestuur en de ingezetenen dezer 3. Algemeen beheer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 278