-29-
trekking tot de subsidies in 1983.
Onafwendbaar rukt de investering op die gedaan zal moeten worden om
het gemeentehuis uit te breiden, dan wei te verbouwen. De vorige gemeen
teraad - en zijn fraktie kon zich daar geheel achterstellen - heeft in
het verleden gevraagd om een gedegen voorstudie over dit onderwerp.
Zo'n studie zou de wenselijkheid van die verbouwing moeten aantonen
en moeten onderzoeken hoe het gemeentehuis doelmatig en op een finan
cieel verantwoorde wijze kan worden aangepast aan de nieuw ontstane
behoefte. Zijn fraktie kan niet anders dan de resultaten van een derge
lijke studie afwachten, maar geconstateerd wordt dat voor 1983 toch
maar alvast rekening gehouden wordt met een investering van niet minder dan
f. 460.000,—; een bedrag dat maar liefst f. 120.000,— hoger ligt dan
de raming van het vorige jaar, die op zijn beurt al f. 30.000,— hoger
was dan het jaar daaraan voorafgaand. Cf men heeft reeds een uitiekend
inzicht in de werkelijk te maken kosten, of men rekent op de coulance van
een raad die de voorgeschiedenis nog niet helemaal kent. Wat het ant
woord is zal met spanning worden afgewacht.
Bij het overzicht van subsidies komt men het subsidie tegen die ten behoeve
van de zogenaamde districtskatechese aan het diocees Breda zal worden
betaald. Indertijd is een dergelijk subsidie in de vorige raad uitgebreid
besproken. Er bleken toen nogal wat twijfels te bestaan over de zinvolheid
van deze vorm van godsdienstonderricht. Besloten werd toen een subsidie
te verstrekken, onder het uitdrukkelijke beding dat het hier om een voor
lopige subsidieverstrekking zou gaan, en dat na twee jaar op grond van
een evaluatie zou worden heroverwogen of het subsidie kon worden gecon
tinueerd. Die twee jaren zijn inmiddels al lang overschreden en het wordt
inmiddels tijd over dit subsidie een meer definitief standpunt in te nemen.
Het standpunt van zijn fraktie in deze was en is, dat de overheid uiterst
terughoudend moet zijn bi] het beoordelen van de inhoudelijke aktiviteiten
die met subsidie worden verricht. De overheid dient in dit soort zaken
marginaal te toetsen, dat wil zeggen dient na te gaan of de gelden doelma
tig worden aangewend (dus: dient na te gaan of de gelden doelmatig
worden aangewend (dus: of de gelden worden gebruikt voor het doei waar
ze voor bestemd zijn); de overheid dient ook na te gaan of zij een te
subsidiëren aktiviteit van een zodanig of van algemeen belang acht
dat tot subsidiering kan worden overgegaan. Aan beide kwesties is, in
samenspraak met de subsidievragers, uitgebreid aandacht besteed in de
commissie voor onderwijsaangelegenheden. Naar de mening van zijn fraktie,
die op onder andere deze gesprekken en de daarbij overhandigde documen
tatie is gebaseerd, kan m het geval van de districtskatechese gesproken
worden van een doelmatige aanwending van door de overheid ter beschik
king gestelde gelden.
Bovendien is zijn fraktie van mening, dat tot een van de hoofdtaken
van het onderwijs de levensbeschouwelijke vorming dient te worden ge
rekend, zeker in een tijd waarin de waarde van de dingen eerder wordt
afgemeten aan materiële zaken, dan aan ideëele doeleinden. Dit geldt
uiteraard in gelijke mate voor het bijzonder én voor het openbaar onder
wijs, al zal de inhoud van die vorming natuurlijk anders van kleur dienen
te zijn al naar gelang de signatuur van de schooi.
Dit zo beoordelende is zijn fraktie van mening, dat een subsidie voor
de districtskatechese een wel bestede uitgaven kan zijn. Als gewenst
wordt dat daarbij wordt aangetekend, dat inhoudelijke levens
beschouwelijke vorming - die in het geval van katholiek onderwijs veelal
uit een vorm van godsdienstonderricht zal bestaan - eigenlijk tot de grond
slagen behoort van het onderscheid dat in dit land gemaakt wordt tussen
openbaar en bijzonder onderwijs, en dus eigenlijk tot het normale takenpak
ket van een school behoort, als ware het rekenen en taal. Dat de districts
katechese wordt aangemerkt als een vorm van schoolbegeleiding en niet
als godsdienstonderricht is voor zijn fraktie aanleiding om tegen het
gevraagde subsidiebedrag "ja" te zeggen.
m