Wethouder Dirven wil de raad erop opmerkzaam maken dat er al lange tijd met het R.I.B.O. gewerkt is, zoals de heer van der Westen gezegd heeft. Het is een aantal jaren een niet zo'n zwaar instituut geweest voor bijzonder onderzoek, omdat die gevallen niet zo frequent voorkwamen. De laatste tijd zijn ze veel frequenter voorgekomen, en kon het R.I.B.O. deze taak, die eigenlijk op haar lag, om de fraudebestrijding in die 15 gemeenten, eigenlijk niet meer waar maken. Althans niet voldoende. Dat betekent dat één van die 15, met name de gemeente Zundert, de overeenkomst met het R.I.B.O. heeft opgezegd en geen lid meer is van het R.I.B.O. Er zijn daar geen motieven voor nodig, je kunt er vrij gemakkelijk uit gaan. De tweede gemeente die uit het R.I.B.O. wil treden is Prinsenbeek. Ondertus sen zijn er al geluiden dat ook andere gemeenten uit het R.I.B.O. willen. Eigenlijk allemaal om dezelfde redenen, namelijk dat het R.I.B.O. niet goed werkt in de zin waarvoor het is opgezet. Dat heeft er toe geleid - al ruim een jaar geleden - dat de ambtenaren die daarmee belast zijn, in het ambtelijk overleg met het R.I.B.O. sterk hebben aangedrongen op uitbreiding van het personeel van het R.I.B.O. In dat kader zou het R.I.B.O. dan uitgebreid moeten worden van 2 tot 5 personen. Maar ook dan blijft het nog een grote vraag of het R.I.B.O. dan beter zal werken als thans het geval is, omdat het aantal gevallen zoveel groter is geworden. Dan zit er nog een tweede onrechtvaardigheid in, namelijk dat de gemeenten die boven de 100.000 inwoners zijn, met name Breda, voor dergelijk onder zoek uit de rijkspot f. 150.000,— krijgen. Gemeenten boven de 20.000 inwo ners, met name Etten-Leur en Oosterhout, krijgen daarvoor f. 60.000,-. Nu kost het R.I.B.O. f. 350.000,in totaal. Het zou dan redelijk geweest zijn en daar is ook een voorstel over geweest, om de overige f. 80.000,- geleidelijk over de andere gemeenten uit te smeren. Dat betekent dat Prinsenbeek onevenredig zwaar belast wordt in de totale meebetaling voor het R.I.B.O. Een heel belangrijke zaak is ook de dubbelfunctie van de ambtenaar in kwestie. Er is al gewaarschuwd voor de moeilijkheden ten aanzien van het persoonlijk functioneren van de betrokkene, doch daar aan moet men niet zo zwaar tillen, gezien de persoon in kwestie en gezien zijn ook niet woonachtig zijn in deze gemeente. De bewuste ambtenaar voert ook normale heronderzoeken uit. De raad weet dat voor de verschil lende uitkeringen W.W.V., R.W.W. en A.B.W., regelmatig (de twee eerste vier keer per jaar en de andere één a twee keer per jaar) heronderzoeken moeten worden uitgevoerd. In het kader daarvan is hij dus zeer sterk ver trouwd met dit werk en zou dus het bijzonder onderzoek alleen maar als een extra aktiviteit daar boven op komen. Een en ander zal uiteraard uitge werkt moeten worden, door een werkrapportage of op welke wijze dan ook, wanneer tot bijzonder onderzoek zou moeten worden overgegaan. Dat houdt dus in, dat niet automatisch door de bewuste ambtenaar in functie het bijzonder onderzoek zou kunnen plaatsvinden maar dat dat na afspraak met de betreffende wethouder sociale zaken, en het hoofd van de afdeling pas kan worden overgegaan tot een bijzonder onderzoek. Dit geeft naar zijn mening voldoende bescherming. De heer Lodewijks zegt dat hij aandachtig heeft geluisterd naar het verhaal van de wethouder. Nieuw in het verhaal was de onevenredige belasting voor Prinsenbeek in het kader van de R.I.B.O.-kosten. Hij wil dit toch terzijde leggen omdat zijn belangrijkste bezwaar - wat hij in eerste termijn heeft geuit - tegen het in eigen hand nemen van het R.I.B.O. onderzoek, bestaat in het vermengen van functies. De dubbele figuur van uitkeringsver strekker en uitkeringscontroieur. Bij interruptie deelt wethouder Dirven mede dat deze ambtenaar alleen maar controle-onderzoeken gaat doen, hij zal niets meer te maken hebben met uitkering en aanvragen. De heer Lodewijks begrijpt dit, maar zijn takenpakket wordt uitgebreid met de fraudebestrijdingsonderzoeken. Die dubbele functie lijkt hem erg problematisch en hij wil hem niet zozeer koppelen aan de persoon van - 6 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 309