In de situatie waarin men thans verkeert wordt van geval tot geval alles zeer nauwkeurig bekeken en worden de afspraken vastgelegd met de perso nen in kwestie. Een algemene maatregel kan dus nog niet gegeven worden. De heer Jansen eist daarbij a priori dat het college het budgettair neutrale principe handhaaft. Wat later in den lande uitgewerkt wordt, dat vindt hij punt 2. Wethouder Dirven zegt dat er een klein verschil is tussen partiële werkkrach ten en deeltijdbanen. Deze laatsten worden gesteld op 60% van de werktijd van 40 uur. De heer Jansen zegt zolang daarover nog niet gesproken is, hij van dit college verlangt, dat een en ander budgettair neutraai opgelost wordt. Als het college het anders oplost, dan zit het straks gebonden aan andere cijfers. Hij garandeert dat er landelijk een regeling komt die budgettair neutraal zal blijken te zijn. Bij interruptie zegt de heer Lodewijks dat hij het gevoel heeft dat hier twee dingen door elkaar lopen. Volgens hem gaat het hier om de rechtsposi tionele regeling van een aantal zaken waaronder het verschijnsel deeltijdar beid, welk verschijnsel zich ook in deze gemeente voordoet. De strekking van het besluit gaat niet veel verder dan dat de mensen die in een deeltijd - betrekking bij de gemeente werkzaam zijn een gelijksoortige rechtspositie gegarandeerd wordt als mensen die een volledige betrekking bij de gemeente hebben. Waar de heer Jansen op doelt is volgens hem een kwestie van arbeidsoverleg of een beleid dat het college van burgemeester en wethouders zou kunnen voeren met betrekking tot deeltijdarbeid. Als het tweede aan de orde is, dan wil hij zich ook graag met de discussie bemoeien. Hij acht dit echter vooralsnog niet aan de orde. Het college heeft bij de begrotings behandeling een verdergaande visie op dit terrein toegezegd. De heer Jansen onderschrijft de woorden van de heer Lodewijks, dat het hier niet aan de orde is maar wanneer dit op een gegeven moment aan de orde wordt gesteld en er mee begint, dan wenst hij het tweede stuk nu reeds te kennen. Daarom zegt hij, het is hier niet relevant maar in z'n uitwerking en z'n toepassing wordt het wel relevant. Als het college nu zegt dat men geen part-timer in dienst zal nemen voordat het college in de commissie georganiseerd overleg de exacte financiële consequenties op tafel heeft gelegd dan heeft hij er geen moeite mee. Dan gaat het hier alleen maar om het principe dat deeltijdarbeid in deze gemeente wel of niet zal worden toegepast en daar heeft hij geen moeite mee. Maar als het wordt toegepast, dan wil hij iets meer weten voordat de raad hier zijn fiat geeft. De heer Dirven heeft ai gezegd dat het hier gaat om de rechtspositie van de mensen en dat is vergaand geregeld. Wat betreft de financiële consequen ties zit men met de niet direct duidelijke situatie zoals gevolgen voor pensioen, I.Z.A. en een aantal andere kleine vraagtekens. De gemeente heeft momenteel twee mensen met deeltijdwerk. Het college wil er nog twee of drie proberen bij te krijgen en uit dat totaal van gegevens kan het college de raad op redelijk termijn de financiële consequenties verant woord voorleggen. Als het college alleen maar op basis van theoretische gegevens zou handelen dan wordt het een moeilijke zaak om alleen maar theoretisch te blijven. Er wordt geargumenteerd en gediscussieerd over dit soort onderwerpen. Het college wil dit liever doen aan de hand van concrete situaties, de ervaring die het college hierbij heeft opgedaan. Het is landelijk ook nog een zeer moeilijk en teer punt. Het college zet ook maar voorzichtig de eerste schrede op dit pad om de werkgelegenheid te verruimen en de werkloosheid te bestrijden. Om juist deze twee redenen zal de raad er van bewust dienen te zijn dat het de gemeente waarschijnlijk iets meer zal gaan kosten als normale partiële verdeling van arbeid. Deeltijd banen houden toch meer consequenties in voor de werkgever dan alleen maar partiële werksituaties. De afspraken die nu worden gemaakt geschieden op basis van een jaar of een deel van het jaar. Dat is normaal bij het aanstellen van mensen bij deze gemeente. - 10 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 313