- 12 -
Daarbij is echter ook wel naar voren gekomen, dat de ontwikkeling van
de bibliotheek hier al jaren aan de orde is. De vrij hoge kosten waar de
heer Jansen op doelt, is naar de mening van zijn fraktie deels te wijten
aan het feit dat er wellicht in het verleden te weinig gedaan is. Deze
inhaalmanoeuvre zal wat extra geld kosten, maar zijn fraktie wil het voorstel
graag steunen.
Wethouder Dirven wil even duidelijk stellen dat er vanavond niet goedge
keurd wordt de subsidiëring van een kwart miljoen voor 1984. Het college
heeft bij de voorbereiding van dit stuk de raad juist een indikatie willen
geven wat de gemeente financieel te wachten staat als men de bibliotheek
in Prinsenbeek volwaardig en volledig wil maken. Hij wil nu niet uitvoerig
ingaan op het feit waarom er in Prinsenbeek een werkelijk volledige open
bare bibliotheek dient te zijn. Wel wil hij een paar kanttekeningen plaatsen..
Het huidige bestuur van de bibliotheek, hoewei goed werk doende, zal
toch enige uitbreiding nodig hebben, juist ter bewaking en juist ter voorko
ming dat men in Prinsenbeek een boekencollectie zou krijgen die niet afge
stemd is op de Prinsenbeekse behoefte. Daardoor is het bestuur uitgebreid
van 5 naar 7 mensen, waarbij ook mensen aangetrokken zijn die door het
college voorgedragen zijn en door de stichting welwillend zijn benoemd
als zodanig. Mensen die juist het boekenbezit van de bibliotheek, en dat
is een groot verschil met een uitieencentrale, mee gaan beoordelen. Daar
naast is er in de commissie welzijn, waarin de bibliotheek ook wordt behan
deld al een aantal malen uitvoerig over dit onderwerp gesproken. Hij dacht
dat juist in dat commissiewerk een zaak als bijvoorbeeld: welke boeken
en dergelijke daar ook meer thuis hoort dan hier in de gemeenteraad. Hij
vindt het ook niet juist, om in de gemeenteraad te bepalen hoe dit boekenbe
stand exact moet worden vastgesteld, want daarvoor is nu juist een stuk
gedelegeerd naar de zelfstandige stichting. Een autonome stichting welis
waar, die wei van de gemeente financieel afhankelijk is, waar de vinger
op de pols gehouden wordt, maar waar men zich niet dient te bemoeien
met het boekenbestand als zodanig. Hij vindt dat ook geen taak van de
gemeenteraad, noch van het college want anders heb je geen stichtingsbe
stuur nodig en moet je een eigen gemeentelijke bibliotheek aanhouden.
Hij is het oneens met de heer Jansen dat er in februari op terug moet
worden gekomen. De hele commissie welzijn heeft al ruim een maand gele
den deze nieuwe begroting gehad. Het college heeft elk raadslid de begroting
ais zodanig toegezonden. Hij denkt dat -men daar voldoende gegevens in
kan vinden. Of er nu inderdaad 3400 studieboeken of 2000 studieboeken
nodig zijn, daar meet hij zich geen oordeel over aan. Dat zal de toekomst moe
ten uitwijzen en zal uitgemaakt moeten worden in eerste instantie door het
stichtingsbestuur van deze bibliotheek.
De heer Lodewijks grijpt deze tweede termijn alleen maar aan om te zeggen
dat hij de laatste woorden van de wethouder van harte ondersteunt. Hij
moet zeggen dat hij bijna van zijn stoel viel, toen hij de heer Jansen hoorde
praten over de bilbiotheek. Omdat, wat de wethouder terecht zegt, die
hele begroting van de bibliotheek al twee maanden gerouleerd heeft in
de commissie welzijn, waarin ook vertegenwoordigers van de groepering
waarvan de heer Jansen deel uit maakt, vertegenwoordigd zijn. Hij heeft
toen niet vernomen dat het dermate zwaarwegende overwegingen zou geven
om dit voorstel terug te nemen. Hij vindt het heel noodzakelijk dat er
bepaalde investeringen worden gedaan zodat er een volwaardige bibliotheek
in Prinsenbeek komt. Hij zegt niets over de bibliotheek hoe hij nu is, maar
hij vindt wel dat er wel in deze orde van grootte gedacht moet worden
wil je, wat deze raad altijd ai wil, een volwaardige bibliotheek in Prinsen
beek. Hij onderstreept ook en vindt dat ook erg belangrijk, dat de gemeente
raad zich over de inhoud van allerlei zaken enigszins marginaal moet opstel
len, daar waar het betreft bepaalde bevoegdheden die gedelegeerd zijn
aan het stichtingsbestuur. In dit verband is men als gemeenteraad misschien