het college is deze aangelegenheid momenteel in studie en wordt overwogen om met ingang van 1984 onder andere de leges voor het aanvragen van een hinderwetsvergunning enigszins aan te passen, zodat een gedeelte van de werkelijke kosten in rekening gebracht worden bij aanvrager van de vergunning. C.D.A. en V.V.D. hebben gevraagd of het college van burgemees ter en wethouders bij de reinigingsrechten een differentiatie van de tarieven zou willen invoeren, zoals is weergegeven in de gemaakte programma-afspra ken. Deze materie zal uitvoerig worden bestudeerd om alle voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen. In het voorstel tot vaststelling van de tarieven voor de reinigingsrechten 1984 zal het al dan niet opnemen van een differen tiatie nader worden verwerkt. Het kostendekkend maken van de reinigings rechten zal zeer geleidelijk dienen te geschieden, daar in deze tijd van bezuiniging en kortingen op de prijscompensatie de lasten van onze ingeze tenen vermoedelijk toch al onevenredig zuilen toenemen. Gemeenschapsbe lang zegt verheugd te zijn met het voornemen van het college om de spoor wegovergangen aan Westrik en de Groenstraat te verbreden. Deze fraktie verzoekt echter deze investeringen te verplaatsen naar 1983. De verbreding van deze spoorwegovergangen is echter door het college welbewust naar latere jaren verschoven omdat deze werkzaamheden namelijk in het kader van de ontsluiting van het bestemmingsplan Moleneind - ten aanzien van één of beide overgangen - gerealiseerd zuilen gaan worden. Door de aange trokken verkeersdeskundige zijn namelijk alternatieve routes voor de ontslui- tingsweg aan de zuidzijde van de gemeente aangegeven die de spoorweg Breda/Roosendaal op de genoemde plaatsen zullen kruisen. Over het definitie ve tracé is dan ook nog geen beslissing genomen. Bovendien zou verschuiving van deze projecten naar 1983 wel tot gevolg hebben, dat andere objecten - gepland voor 1983 - naar volgende jaren verschoven zouden moeten worden. De P.v.d.A. stelt, dat zijn fraktie voorstander is voor het tot ontwikkeling brengen van een sectorenbeleid, waarvan de indeling mogelijk dwars door de gemeente-begroting loopt, om zodoende de eventuele bezuinigingsopera ties te kunnen vereenvoudigen en de betrokkenheid van de raad bij het financiële beleid te kunnen vergroten. Naar aanleiding van de desbetreffende vraagstelling wil het college de raad ervan in kennis stellen, dat onlangs in het staatsblad is verschenen het besluit van 5 oktober 1982 tot vaststel ling van geheel nieuwe gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften. Dit besluit houdt namelijk in, dat met ingang van 1985 voor de inrichting van de begroting van de gemeente nieuwe regels zullen gaan gelden. Deze indeling geeft een beter inzicht in de kosten van de verschillende sectoren waarvoor de gemeenten de belangenbehartiging in haar takenpakket heeft. Eén van de doelstellingen van de nieuwe opzet van de gemeente-begroting is namelijk om door middel van deze gewijzigde indeling het gemeentebe stuur te voorzien van een beter instrument ter ondersteuning van de uitvoe ring van de gemeentelijke taken. Tegelijk zal ook de indeling van de meerja renbegroting hierop worden afgestemd. Het college hoopt en gaat er bij voorbaat reeds van uit, dat het door de P.v.d.A.-fraktie beoogde doel met deze gewijzigde indeling zal worden bereikt. Inzake het bestemmingsplan Moleneind constateert het C.D.A. een tegenstrijdigheid tussen de geplande fasering en het kostenpatroon bij de gemeente. In dit verband suggereert men, dat verdeling van de renteverliezen over de hele looptijd van het te realiseren bestemmingsplan de fasering beter mogelijk zal maken. Het college kan zich met deze zienswijze zeer wel verenigen en wijst er in dit verband op, dat ook in het verleden is getracht de post rente over de gehele looptijd van een plan uit te smeren. Deze post wordt gecalculeerd aan de hand van de geschatte looptijd van een bestemmingsplan. Vooraf kan echter nimmer worden bepaald, wat gedurende de gehele looptijd de hoogte van de rente op de kapitaalmarkt zal zijn. Het wordt ais bekend verondersteld, dat dit rentepercentage het enige juiste is dat bij calculatie van verkoopprijzen van grond moet worden gehanteerd. Overigens is de post rente niet de enige kostenfactor, die de uiteindelijke kostprijs van de bouwrijpe grond bepaalt. - 17 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 320