in de bestrijding van vandalisme en criminaliteit - waarbij ook de tolerantie
grens wordt betrokken - en voorts vragen inzake verkeersveiligheid en
wijksurveillance. Deze fraktie ziet hier een taak voor het college van burge
meester en wethouders en verzoekt om bereidheid van dat college om in
deze stappen te ondernemen. Ter beantwoording van een en ander het
navolgende:
a. Ten aanzien van vandalisme en criminaliteit kent de politie geen toleran
tie-grenzen. Deze grenzen worden bepaald door personeelssterkte, mate
rieel en dergelijke.
b. Ter bestrijding van het stijgend vandalisme 's avonds heeft de politie
tijdens de weekends een speciaal daarop gerichte surveillance opgezet.
De aanwezigheid daarvan kan de raad niet ontgaan zijn. Het zal ook
Gemeenschapsbelang duidelijk zijn, dat het een onmogelijkheid is overal
tegelijk aanwezig te zijn en diverse soorten van toezicht te combineren.
Een strafbaar feit op heterdaad ontdekken is een toevalstreffer, hetgeen
niet a priori wil zeggen, dat dit nooit het geval zou zijn.
c. Onder meer door inwinnen van informatie heeft de politie de laatste
tijd een aantal daders van "kleine criminaliteit" kunnen opsporen en aanhou
den. In alle gevallen betrof het minderjarigen.
d. De politie kan in deze ook niet buiten de hulp van de bevolking en
in de "klepel" werd omtrent bovenstaande reeds het een en ander geschre
ven.
e. Het op de wijken richten van politie-zorg wordt thans in de stedelijke
gebieden ter hand genomen. Een gemeente als Prinsenbeek heeft minder
inwoners als een wijk in de grote stad, waar de politie-zorg aan een
wijkteam is opgedragen. De politie-functionarissen in het rayon Prinsen
beek kunt u beschouwen als een wijkteam.
d. Teneinde het contact tussen politie en burgerij te verbeteren worden
alle diensten, met uitzondering van de opvangdienst, te voet en per
fiets verricht. Ten aanzien van deze vraagstelling mag overigens nog
worden verwezen naar het gestelde in de Nota van Aanbieding bij de
begroting 1982.
e. Burgemeester en wethouders kunnen geen stappen ondernemen met
betrekking tot de organisatie van de Rijkspolitie. Het is daarom onjuist
hier een taak te zien voor dat college. De burgemeester heeft zijn
verantwoordelijkheid ten opzichte van de openbare orde. De organisatie
van de Rijkspolitie is voorbehouden aan de Minister van Justitie.
f. Dat de politie een aandeel, zelfs een effectief aandeel zou hebben
in de bestrijding van de verkeersveiligheid, zal wel op een vergissing
berusten.
Het C.D.A. verzoekt om jaarlijks een verslag der werkzaamheden - de
openbare orde en veiligheid betreffende - aan de raad te verstrekken;
daarin het beleidsprogramma te toetsen aan de uitkomsten. Voorts wordt
verzocht om bepaald statistisch materiaal in deze over 1982 en een en
ander ten opzichte van voorgaande jaren en op onderdelen.
In antwoord daarop het navolgende.
a. De administratie van de Groep Prinsenbeek der Rijkspolitie omvat
- zoals bekend - de gemeenten Prinsenbeek, Terheijden en Teteringen.
Voor het jaar 1982 zal voor de eerste maal een jaarverslag voor elke
gemeente afzonderlijk worden opgesteld. Een vergelijking met voorgaande
jaren zal derhalve niet mogelijk zijn.
b. Het opstellen van een beleidsprogramma alleen aan de hand van een
cijfermatig jaarverslag is daarom ai onmogelijk, omdat die cijfers slechts
betrekking hebben op een bepaald deel van het politie-gebeuren. Boven
dien zegt een getal op zich weinig; bijvoorbeeld het geval 1, zijnde
een proces-verbaal kan betrekking hebben op een eenvoudige mishande
ling maar ook op een veel omvattend onderzoek inzake seriematige
diefstallen.
e. Er wordt momenteel in de Groep Prinsenbeek gewerkt aan het opzetten
van een beleidsprogramma. Een en ander is evenwel gekoppeld aan
- 21 -