- 37 - Hij heeft ontdekt dat de centrale overheid op 5 oktober 1982 daarover het een en ander heeft medegedeeld. De nieuwe regels die nu worden aange kondigd verwelkomt zijn fraktie in eerste instantie. Althans voorzover er daar nu inzicht in is en hij hoopt dat inderdaad de manier waarop deze raad bij de begroting en afweging van onderdelen van die begroting en meerjarenramingen betrokken zal worden meer zinvol zal kunnen zijn. Bij het onderdeel algemeen beheer heeft hij bij herhaaldelijke algemene beschouwingen iets gezegd over het gemeentehuis. Hij wil het nu ook niet nalaten. Meestal waren die woorden ongeveer aldus "wij wachten een studie af", "u kondigt hem aan, en wij wachten af". Voor wat betreft ruimtelijke ordening kan hij het met de conclusie niet eens zijn en hij betwijfelt ten zeerste of het juist is dat als er 80% sociale woningbouw gepland wordt in Moleneind en er gestreefd wordt naar een zekere bouwverdichting die toch aanzienlijk zal zijn zoals de plannen luiden, dat dan het karakter van het dorp, althans van dat gedeelte van het dorp, niet zal veranderen. Hij denkt dat die conclusie misschien wel een wens is maar niet zo logisch. Wat zijn fraktie ontgaat is de opmerking van het college om in de bejaarden- huizensfeer niet alleen huurwoningen te doen bouwen en te doen betrekken door bejaarden maar ook in de koopsfeer voorzieningen te treffen. Het college zegt daarbij in het antwoord dat in deze hierover niet expliciet gesproken wordt over koopwoningen voor bejaarden. Hij vindt eigenlijk dat men dat wei zou moeten doen, tenzij het college een ontzettend goede reden heeft om te zeggen, er wordt een bepaald type huizen gebouwd en die zijn zowel voor bejaarden als voor anderen geschikt. Dat kan best een redelijke overweging zijn, maar die overweging mist zijn fraktie eigen lijk een beetje. Op de vraag ten aanzien van het woningbouwprogramma en hoe Moleneind en de Staart II zich tot eikaar verhouden heeft zijn fraktie afdoend antwoord gehad. Over de woonwagenlokatie heeft hij in de algemene beschouwingen weinig gezegd omdat de tijd daar voor hem voor ontbrak. Gemeenschapsbelang heeft zich in duidelijke termen uitgelaten, het college verzet zich daartegen. Het is natuurlijk wel zo dat Gemeenschapsbelang in die zin gelijk heeft. Men kan niet zeggen dat de gemeente niet aktief is in een beleid op dat terrein maar hij moet ook constateren dat resultaten van dat beleid nou niet direkt tastbaar zijn. Al heeft het college dan niet om de hete brij heengedraaid, men zou, hoewel dat natuurlijk niet alleen aan het college ligt, toch een wat verder voortgeschreden planprocedure kunnen verwachten op dit moment. Over politie, openbare veiligheid is ontzettend veel gezegd. Hij wil daar heel weinig over zeggen. Hij kreeg, aanhorende de antwoorden van het college, de gedachte, evenals bij het voorstel over het R.I.B.O., om bepaalde aktiviteiten maar in eigen beheer te gaan doen, dat dat misschien ook bij de politie zou moeten gebeuren. Hij denkt toch dat dat niet de strekking van het voorstel is. Het college kondigt een nota volkshuisvestingsbeleid aan, waarin opgenomen een lijst van woningzoekenden. Zijn fraktie is erg nieuwsgierig naar die nota. Ten aanzien van het wooniastenbeieid stelt het college terecht, dat de rol van de gemeen te marginaal is. Er zijn wel wat instrumenten om de zaak te beïnvloeden. Hij denkt dat ook nog andere instrumenten misschien bij de gemeente voor handen zijn. Die betreffen dan niet zo zeer de vaststelling van de huren en de trendmatige verhoging daarin, maar voornamelijk de verdeling van de beschikbare woonruimte. Zoals het college weet heeft zijn fraktie daar al vaker een punt van gemaakt. Hij heeft er al vaker een antwoord op gehad in de zin van de doorstroming en dat soort zaken. Hij denkt echter dat je die twee zaken ten aanzien van een volkshuisvestingsbeleid zou moeten kombineren. Ten aanzien van zijn vraag waarom bewoners terughou dend bleken toen er gevraagd werd of ze hun huis geïsoleerd wensen te hebben, heeft hij antwoorden gekregen die hij verwachtte. Sommigen hadden hun huis al geïsoleerd en anderen vrezen een huurverhoging die zê te hoog vinden. De derde reden vindt hij in dit verband niet zo van toepassing. Hij heeft overigens wel bewondering over de manier waarop een portefeuille houder in dit verband met de burgerij kontakt legt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 340