Uit het antwoord van wethouder Dirven, begrijpt hij dat er met bepaalde bewoners in dit gebied, zeer van nabij kontakten zijn geweest die kennelijk zo vruchtbaar waren, dat iedereen toch eigenlijk zijn huis geïsoleerd wenste te hebben. Hij heeft een klein probleempje met het antwoord in de richting van Gemeenschapsbelang inzake de samenwerking tussen de Woningstichting Prinsenbeek, Gemeentelijk Woningbedrijf en Stichting Gertrudisoord. Het college verwijst naar de programma-afspraken en zegt als conclusie, dat in het kader van deze afspraken onderzocht zal worden of, en zo ja, welke voorstellen aan de raad kunnen worden gedaan. Hij is van mening dat de strekking van die afspraken was dat het niet aan het college was om dat onderzoek te doen. Het initiatief daartoe dient te liggen bij de Stichting Gertrudisoord. Hoewel hij het daar niet mee eens is, is dat wei conform de programma-afspraken. Spreker is blij verrast om het idee van Gemeen schapsbelang over de voorrangskruisingen en de opheffing daarvan weer terug te zien. Er dreigt een reconstructie van de Schutsestraat. Hij heeft dit in zijn algemene beschouwingen niet kunnen opnemen, omdat dat één van de onderdelen is die hij meende te moeten overslaan. De wethouder geeft in dit verband een soort filosofie, die zegt dat een weg goed moet zijn, en als hij goed is, dan is hij veilig. Daar staat toch het standpunt van zijn fraktie tegenover. Een weg kan men wel eens te goed maken. Naarmate zich een weg in een goede staat bevindt, trekt die weg natuurlijk verkeer aan. Zijn fraktie wil daarom uiterst terughoudend zijn bij het vote ren van een krediet voor de reconstructie van de Schutsestraat. Althans voor het dusdanig op peil brengen van de Schutsestraat dat van een belang rijke doorvoerweg kan worden gesproken. Het college weet dat de problemen van de Schutsestraat groot genoeg zijn en dat het die alleen maar groter zal maken door deze weg aantrekkelijker te maken. Ten aanzien van de stortplaats heeft hi] twee data naast elkaar gezet, namelijk 1 september de afspraak om de stortplaats open te houden en 5 september wordt hij gesloten. Zijn fraktie begrijpt ook wel, dat programma-afspraken wel iets kunnen vastleggen, maar dat gedeputeerde staten daar niet aan gebonden zijn. Overigens toch een opmerking daarbij. Hij denkt dat de mening van gedeputeerde staten op het moment dat die programma-afspraken gemaakt werden al wel degelijk bekend was. Zeker bij één van die deelnemers aan die gesprekken. Er is een klein meningsverschil tussen de wethouder en hem wat betreft de zitbanken. Het is hem altijd opgevallen dat van zitban ken meer gebruik wordt gemaakt naarmate er "drukker verkeer door de straat komt. Nu kan de wethouder wel yinden dat het niet aangenaam is in de stank van het verkeer te zitten maar hij denkt dat de Prinsenbeekse inwoners er toch anders over denken. Over deeltijdarbeid wil hij toch nog iets zeggen. Er is zojuist in het kader van ambtenarenreglement het een en ander over gezegd. Conform de programma-afspraken is aan het college ook gevraagd om ten aanzien van deeltijdarbeid een zeker aktief beleid te voeren. Zijn fraktie is er ook een voorstander van dat dat geschiedt, zoals hij dat al eerder onder woorden heeft gebracht. Het college zegt dat aktieve beleid ook te gaan voeren. Het college weet dat er aan dat beleid ontzettend veel haken en ogen zijn. Onlangs heeft de minister van binnenlandse zaken een bepaalde gemeente die wel al te voortvarend was in dit soort zaken gewaarschuwd. Daarom moet het college nu niet meer worden gevraagd. Het door het college aangehaalde onderscheid tussen ondersteunende uitvoerende functies, beleidsvoorbereidende leidinggeven de functies is voor zijn fraktie toch moeilijk te accepteren. Niet dat het op zichzelf niet juist is dat bepaalde banen beter te splitsen zijn dan andere, maar omdat als je op zo'n uitgangspunt het beleid baseert men een toene mende mate van onrechtvaardigheid krijgt. Het leidt ertoe dat mensen met werk van eenvoudige allure, dus ook minder betaald, eerder voor de noodzaak komen te staan om hun baan te splitsen, zodat hun inkomen aan zienlijk minder wordt. De verschillen worden volgens hem dan wel onaan vaardbaar groot. Hij wil daarover nu nog geen definitief standpunt innemen. - 38 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 341