-33- weet niet uit mijn hoofd VDOr hoelang, maar ik dacht voor twee jaar. Naar mijn oordeel is die twee jaar inmiddels verstreken en deze raad zou dat eventueel willen continueren als na die twee jaar zou blijken dat die katechese naar bepaalde maatstaven gemeten bevredigend verlo pen zou zijn. Als die periode niet verlopen is, dan verloopt die - al thans naar mijn idee - zeker in 1982. Als dat zo is, dan betekent mijn opmerking dat ik graag zou zien dat de raad zich zou houden aan datgene wat eerder is afgesproken, namelijk dat we nog voordat die subsidie gecontinueerd wordt, we een evoluatieve ronde over het verstrekken 'van die subsidie zouden hebben. Dat is hetgeen ik binnen de mij toegemeten tijd wilde zeggen, mijnheer de voorzitter, ik dank u zeer". Na de constatering dat de heer Lodewijks exact binnen de hem toegemeten tijd is gebleven, geeft de voorzitter het woord aan de heer van der Bom wiens betoog als volgt luidt: "Ook ik wil graag gebruik maken van de gelegenheid en aan de hand van onze beschouwingen nog enkele bemerkingen of vragen stellen. Op de eerste plaats waar het de financiën algemeen betreft. De wethouder heeft gesproken over een meerjarenbegroting; wij vinden dat een zeer goede zaak en zullen het met belangstelling tegemoet zien. Dan spraken wij over het bedrijventerrein; u heeft ons daarover voldoende geïnformeerd, zij het dat ons voorstaat een ontsluiting niet aan de Schut- sestraat. Ons volgende hoofdstuk was ruimtelijke ordening en bestemmingsplannen. Vóór uw beantwoording op de algemene beschouwingen hebben wij agenda punt 4 behandeld, namelijk de aankoop van gronden in het bestemmings plan "Moleneind". Ik dacht dat ik evenals mijn collega van de P.v.d.A., kan stellen dat het plan "Schaapskooi" naar de diepvries is verwezen, meer nog, begraven kan worden. Maar goed, we zijn nu aan plan "Molen eind" toe. Ook met het plan "Schaapskooi" zouden wij enige vertraging hebben gehad, dus ik denk dat het zo ongeveer gelijk zal blijven. Wij willen al onze energie inzetten om "Moleneind" tot een goed einde te brengen, dat men er snel mag vertoeven, maar het jaar 1983 zien wij niet als een haalbaar gegeven, denkende ook aan de bezwaarschrif ten die er ongetwijfeld zullen komen. De afvalverwijdering, mijnheer de voorzitter. Daar wordt aan gewerkt, men denkt mee en wij wachten rustig af. Wat betreft de stortplaats Prinsenbeek stelt uw wethouder dat hij te zijner tijd, zodra zulks nodig is, naar alternatieven zal gaan zoeken. Zou het niet verstandig zijn reeds nu te zoeken zodat, wanneer de stort plaats moet worden gesloten, wij een alternatief voorhanden hebben. De stankoverlast; wij constateren dat daaraan gewerkt wordt en wij hopen dat publikaties in "de Klepel" inderdaad bij het publiek zullen aanslaan zodat er gegevens verzameld kunnen worden aan de hand waar van mogelijkerwijs een oplossing mogelijk is. Het vandalisme in Prinsenbeek. Van bewoners hebben wij gehoord dat klachten over vernielingen welke gemeld worden via 0011, slechts in een vrij laat stadium leiden tot een reactie van de politie. Ik heb dit zelf niet mogen constateren maar nogmaals, deze geluiden bereik ten mij vanuit de gemeenschap. Of het Bredanaars zijn of inwoners uit Prinsenbeek, persoonlijk denk ik eerder aan Bredanaars omdat juist de straten buitenaf bewerkt worden. Een andere zaak, mijnheer de voorzitter, betreft het milieu. U kent ons "stokpaardje", de geluidshinder. Ik wil daar nog iets over zeggen. Wij doen niets aan of af van ons betoog terzake van de geluids hinder van rijksweg 16. Om ter bescherming van de eigen wethouder de goeaemeente weer met een kluitje in het riet te sturen met een opmerking dat onze gemeente daar alles aan gedaan heeft en dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 34