uiteraard van alle problemen van bezwaarschriften en dergelijke. Maar
stedebouwkundig ligt de grond die wij nu gekocht hebben zodanig,
dat daar redelijkerwijs - en dat verwachten wij ook van de inwo
ners van Prinsenbeek - geen bezwaren tegen behoeven te bestaan, al
thans tegen het ontwikkelen van dat gedeelte van het plan "Molen
eind". Het zou in strijd zijn met de gemeenschapszin als dat zou
worden tegen gehouden. Als er al bezwaarschriften komen, zullen
wij met de indieners daarvan aan tafel gaan zitten en trachten daar
mee tot een vergelijk te komen".
Zijn betoog vervolgend, zegt de heer Dirven "dat desondanks geconclu
deerd moet worden dat we tussen 1983 en 1985 een stilstand zullen
hebben in de woningbouw. En dat is ons grootste probleem. Ik wil
niet persé gelijk hebben, ik hoop ongelijk te hebben zodat we wel
de continuïteit in de woningbouw kunnen handhaven. Maar ik heb
mijn twijfels daar nog steeds over, mijnheer de voorzitter.
Een aantal kleine punten die daarnaast nog even aan de orde moeten komen
Ten aanzien van de procedure rond het bedrijventerrein hebt u even
aangeroerd van mening te zijn daarmee door te moeten gaan. Ik on
derschrijf dat volledig, maar zou het wel op prijs stellen indien
u door middel van een enquête wilde nagaan hoe groot de belangstel
ling daarvoor op dit moment nog is. Je hoeft het een niet te laten
en het ander niet te doen. Het schept duidelijk geen verwachtingen,
het schept alleen meer wijsheid en kennis in zaken.
Er is een subsidieverzoek binnengekomen van de Stichting Historisch
Contact West-Brabant voor een kleine éénmalige subsidie. Vorig jaar
is een dergelijke subsidie bij de Provincie aangevraagd en ook ver
kregen. De Provincie heeft daarbij gesteld dat, indien de plannen
naar behoren zouden moeten worden uitgevoerd, zulks in twee jaren
zou moeten gebeuren en dat voor het werk in het tweede jaar een be
roep zou moeten worden gedaan op de gemeenten. Teneinde geen stag
natie in het werk te krijgen verzoek ik u voor éénmaal die kleine
f. 400,toe te kennen. Ik wil hierbij tevens opmerken dat diverse
gemeenten op dit verzoek inmiddels bijzonder positief gereageerd
hebben, met name de gemeente Breda.
Mijn tweede voorstel, mijnheer de voorzitter. De gemeente Prinsen
beek bestaat 40 jaar en ik constateer dat de voorzitter nog altijd
een ambtsketen draagt van de gemeente Princenhage, zijnde de ge
meente waaruit Prinsenbeek is ontstaan. Het lijkt mij een goede
zaak - en ik hoop dat de raad daarin wil meegaan- indien onze voor
zitter een nieuwe ambtsketen zou krijgen.
Niet vanuit de overweging dat de gemeente Princenhage destijds geen
mooie ambtsketen zou hebben gehad, maar voornamelijk uit de overwe
ging dat de gemeente.. Prinsenbeek eindelijk een eigen ambtsketen zou
krijgen.
Ik denk daarbij aan het fonds kunstvoorwerpen dat wij in Prinsenbeek
kennen, waarin reeds f. 17.000,aanwezig is en waar wederom f. 5.000,-
wcrdt bijgeboekt. Een goed ambtsketen kost iets tussen de f. 1.000,
en f. 2.000,
Mijnheer de voorzitter, ik dank u wel".
Na ook de heer Dirven te hebben bedankt voor diens bijdrage, geeft
de voorzitter het woord aan de fractievoorzitter van het C.D.A.,
de heer Jansen.