-46-
Wethouder Houtepen: "Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik begin
met de woordvoerder van de Partij van de Arbeid, die iets gezegd
heeft over de Schutsestraat die niet aantrekkelijker moet worden
maar wel veiliger. Dat is ook exact hetgeen wij nastreven, maar
dat ook het wegdek verbetering behoeft is een duidelijke zaak om
dat daardoor een belangrijke vermindering van de geluidsoverlast
kan worden bereikt.
U heeft ook gezegd dat mijn betoog over de geluidshinder u niet
geheel duidelijk was. Bij een volgende gelegenheid hoor ik wel
van u of er na het lezen van de notulen nog onduidelijkheid is
overgebleven
De heren van der Bom en Jansen hebben beiden gesproken over de
stortplaats Etten-Leur. Ik kan u geruststellen - misschien ben
ik wat onduidelijk geweest in mijn antwoord -, vooralsnog hopen
wij nog enige tijd in Prinsenbeek te kunnen blijven storten maar
daarna zullen wij naar Etten-Leur gaan. Met de gemeente Etten-Leur
hebben reeds besprekingen plaatsgevonden met als resultaat dat wij
daar zonder meer naar toe kunnen zodra de noodzaak zich aandient.
Intern wordt reeds bezien of de huisvuilroutes wellicht gewijzigd
moeten worden vanwege de meerdere tijd die nodig is voor het gaan
naar en terugkomen van Etten-Leur. Ik kan u verzekeren dat deze
zaak volledig in voorbereiding is en dat die ons niet voor onver
wachte verrassingen kan plaatsen".
De heer Naqelkerke: "Waar blijft u met die 350 ton agrarisch afval
die door de agrariërs zelf gestort wordt?"
Wethouder Houteoen: U heeft niet goed geluisterd, mijnheer Nagelkerke.
Ik neb duidelijk gezegd dat ook voor dat probleem een oplossing ge
zocht moet worden. Ik hoop u daarover te kunnen informeren in het
commissieoverleg
Mijnheer van der Bom, ten aanzien van de geluidshinder heeft u ge
zegd: dat is ons stokpaardje. Naar mijn mening mag u dat terecht
zeggen. Als u mij vraagt of ik naar Leidschendam ben geweest om
over een proefproject te praten, moet ik u antwoorden dat zulks
niet gebeurd is. Ik heb ook niet eerder vernomen, ook niet van de
zijde van Gemeenschapsbelang, dat er proefprojecten zouden zijn.
Voor het overige ben ik toch blij dat u zich kunt scharen achter
de beleidsnota en het antwoord dat wij gegeven hebben. Voor wat
het verkeer betreft heeft u bemerkingen bij datgene wat ik gezegd
heb over het houden van "hearings". Ik heb niet gezegd dat wij daar
absoluut niets meer voor zouden voelen. U suggereert om eerst zo
veel mogelijk informatie in te winnen via het houden van "hearings"
alvorens een plan tot ontwikkeling te brengen en een beleid gestalte
te gaan geven. Ik wil deze suggestie overnemen en zal bekijken hoe wij
daar verder mee kunnen werken. Ik hoop op dit onderwerp terug te kunnen
komen in de diverse commissies".
De heer Roeien: "Mijnheer de voorzitter, de wethouder hoeft dat zo
zwaar niet te nemen, want als ik op pagina 20 van de notulen kijk
waar Gemeenschapsbelang in eerste termijn sprak over huilen met de
pet op en vanavond zei: dat hoef je niet zo zwaar te nemen, dan denk
ik dat er wel een korreltje zout bij gekund had".
Wethouder Houtepen: "Mijnheer Dirven, evenals de heer Jansen heeft u
iets gezegd over de werkgelegenheid. In eerste termijn heb ik gezegd
dat het tot de taken van de overheid behoort daaraan aandacht te
schenken. Voor zover mogelijk zal natuurlijk ook de gemeente daaraan
iets trachten te doen. Zoveel mogelijk zal dan ook .gedaan en geleverd
laten worden door Prinsenbeekse ingezetenen en ondernemers. Voor het
overige denk ik aan onze afdeling sociale zaken, die mensen die ge
troffen worden door werkloosheid, zo goed mogelijk begeleidt en ad-