-47- viseert met betrekking tot omscholingen en alle andere zaken die voor hen van belang kunnen zijn". De heer Dirven: "Mijnheer de voorzitter, is het de wethouder bekend wat er momenteel in Terheijoen gaande is? Is hij volledig op de hoogte hoe een en andere daar verloopt?" De voorzitter: "Daar moet nog mee gestart worden. Het zijn jeugdige werklozen die een uitkering krijgen tot 100?ó en dan toch ingezet zou den kunnen worden in plantsoenen en dergelijke. Dat is een plan van een van de wethouders van de gemeente Terheijden, maar daar is men nog niet mee gestart." De heer Dirven: "Akkoord, maar ik zou u toch wel willen vragen om zo'n initiatief zeer nauwlettend te volgen en te bezien of voor ons dergelijke mogelijkheden ook bestaan. Je kunt jezelf afvragen of de gemeente Prin senbeek ook een dergelijk plan kan ontwikkelen waarmee we de werk loosheid daadwerkelijk kunnen aanpakken en meer doen dan alleen maar kopen bij plaatselijke ondernemers". Wethouder Houtepen: "Het Terheijdens initiatief is zeer lovenswaardig maar hoe dat verder zal uitwerken moeten we nog afwachten. Ik kan u zeggen dat wij een bijzonder qoed contact onderhouden met onze buur- meente en dat het ons dan ook geen moeite zal kosten een en ander nauw- lettend'te gaan volgen en afhankelijk van de resultaten naar Prinsen- beekse omstandigheden te vertalen. De heer Jansen heeft gezegd dat het provinciaal afvalstoffenplan nog niet in werking is; dat is juist. April 1982 zal dat plan definitief worden vastgesteld door Provinciale Staten maar moet dan nog worden aangeboden aan de Kroon. Pas daarna zal het afvalstoffenplan in wer king treden. Stank overlast, mijnheer Jansen. Uw suggestie om alles'te doen om het plan te laten doorgaan zal vanzelfsprekend navolging vinden. Voor het overige dank ik uw raad voor de positieve benadering van mijn antwoord in eerste termijn". Wethouder van Seventer: "Mijnheer Lodewijks, de eenendertigste toe zegging, nota materiële sfeer. Het college kan u toezeggen dat wij proberen of zo'n nota te produceren valt. Gelijkwaardigheid; mis schien is het iets te scherp bij u overgekomen, maar u heeft een klein beetje aanleiding gegeven. Om die reden alleen al dat het eigenlijk onduldbaar is dat openbaar en bijzonder onderwijs langs elkaar heen blijven werken. Dat heeft u zelf tijdens de algemene be schouwingen gesteld. We zijn daar misschien vrij puntig op doorgegaan maar u heeft dat in eerste instantie ook vrij ountig gesteld. Het doet u deugt dat ook bij het college de gedachte leeft om een onderzoek in te stellen op het terrein van de schoolbegeleidingsdienst. Voor wat betreft het welzijnsplan beantwoord ik ook gelijk de heer Jansen. Het is triest met u te constateren dat de onduidelijkheid steeds meer .ever u komt. Onduidelijkheid gebaseerd op de onduide lijkheid die wij u voorschotelen en een onduidelijkheid die wij weer gebaseerd hebben op de onduidelijkheid vanuit Den Haag. Alleen wij hebben u goed begrepen, namelijk dat er onderhand maar eens een plan op tafel moet komen en wij hopen daar binnen niet al te lange tijd aan te kunnen voldoen". De heer Hennekam: "Ten aanzien van het welzijnsplan, mijnheer de voorzitter. Welke concrete onduidelijkheid wordt er vanuit Den Haag richting gemeenten gesluisd op grond waarvan u geen welzijnsplan zoudt kunnen maken? U moet mij eens één voorbeeld noemen; dat is er niet! Wethouder van Seventer: "Er is een voorbeeld, mijnheer Hennekam, ik ga daar niet te ver op door, maar een welzijnsplan behoort een finan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 48