ciële onderbouwing te hebben. Je gaat namelijk verwachtingen wekken". De heer Hennekam: "Uit uw eigen begroting weet u tot op de cent nauw- keuring wat het u gaat kosten voor dit jaar. Er is niets dat u in de weg staat om een plan te beginnen, het wordt althans niet door financiële onduidelijkheid van de kant van het rijk gehinderd. Dat er in de toekomst - en daar doelt u op en daar heb ik op zich wel begrip voor - situaties gaan ontstaan dat het met die geldstroom weieens wat anders kan gaan worden, is natuurlijk een zaak die wij ook allemaal wel weten. Maar die staat natuurlijk niet in de weg van het maken van een plan, zo dat al gewild wordt, op dit moment". Wethouder van Seventer: "Goed, er is toegezegd dat wij hopen in het voorjaar op dat gebied met iets te komen. Dus u hoort het, een vrij vage toezegging". De heer van den Eijnden: "Mijnheer de voorzitter, mag ik even inter rumperen. Ik vind dat toch wel bedroevend, want we zijn nu tweeeneen- half jaar bezig op dit niveau en tussen de regels door hebt u mij al genoemd als raadslid dat intussen enig voorbereidend werk heeft ge daan. Als u die stukken raadpleegt heeft u al diverse aanknopings punten om een visie op tafel te leggen zonder dat er ook maar een cent voor nodig is. Naar mijn meninq dient u een beleid uit te zet ten en op grond daarvan prioriteiten vast te stellen. Ik vindt het teleurstellend dat zoveel werk dat inmiddels gebeurd is, ook van particulieren die vol enthousiasme aan gespreksavonrien hebben deelge nomen, zomaar wordt weggevaagd en aan voorbij wordt gegaan. Ik vind dat we daar heel voorzichtig mee moeten zijn". Wethouder van Seventer: "Hiervan akte en nota van genomen. Vervolgens de office-computer. Kijk mijnheer Lodewijks, f. 78.D00,is ons ge bleken uit informatie. Misschien dat we nogeens kunnen informeren. Wat de districtskatechese betreft, daarover wordt u tijdig ingelicht: daar zijn we alert op Mijnheer van der Bom, wij hebben duidelijk van u begrepen - ook trouwens van het C.D.A. - dat u voor wat betreft het voeren van recla me in de sporthal niet op een lijn blijft zitten met ons. Dit punt komt dus opnieuw in de raad maar de heer Jansen heeft gezegd om hierover eerst in de commissie sport, recreactie en cultuur van ge dachten te wisselen. Wij nemen dit voorstel over. Het muziekonderwijs; wij zijn er van uitgegaan dat de Stedelijke Mu ziekschool zijn eigen handel goed heeft verkocht. Je kunt dat wel van uit burgemeester en wethouders gaan propageren maar juist die muziek school heeft er belanq bij dat er zoveel mogelijk leerlingen komen gelet ook. op het feit dat daar de basis wordt gelegd voor het instru mentaal onderwijs in de toekomst. Als u vraagt hoeveel leerlingen er ongeveer hebben deelgenomen, dacht ik dat dat er zo'n 25 zijn. Mijnheer Dirven, het aantal schoollokalen; de heer Jansen zit met u op dezelfde lijn. Met u is ook het college er van overtuigd dat we met leegstand zullen, worden geconfronteerd, of dat nu 15 cf 25 schoollo kalen zijn. Maar ook heeft het college gezegd dat het in de praktijk altijd moeilijk zal blijven om lege schoollokalen een bestemming te geven" De heer Dirven: "Op die tweede factor wj.1 ik nog even ingaan. In ver band met de huisvesting van de bibliotheek in de Vijverstraat zouden de leerlingen van die school gehuisvest gaan worden in "de Bijvang", Kunnen die niet veel beter naar een van de leegstaande lokalen in de volwaardige scholen? Geld uitgeven voor het verbouwen van een dergelijk noodgebouw, vind ik weggegooid, zeker gelet op de leeg staande lokalen".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 49