-4-
Naar aanleiding van het ingekomen stuk genoemd onder ad. q., zegt de heer
Dirven er behoéfte aan te hebben het college zijn complimenten te maken
voor de wijze waarop het de noodzakelijke verkeersmaatregelen heeft ge
nomen ten behoeve van de carnavalsviering.
Besloten wordt vervolgens de stukken
a tot en met v voor kennisgeving aan
te nemen en het stuk W voor nader ad
vies in handen van het college van
burgemeester en wethouders te stellen.
4) Mededelingen over de gewestraad Breda.
De voorzitter deelt mede, dat sedert de laatstgehouden gemeenteraadsver
gadering geen gewestraadsvergadering heeft plaatsgevonden zodat medede
lingen daarover niet zijn te doen.
5) Voorstel met betrekking tot het concept-ontwerp-uitwerkinqsplan spreidinqs-
plan woonwagens in de regio Breda.
Als eerste spreker zegt de heer Jansen, dat zijn fraktie zich graag wil
stellen achter de conclusies van de raadscommissie ruimtelijke ordening.
Zijn fraktie betreurt het overigens wel dat bij de stukken een kaart ge
voegd is, waarop de nieuwe woonwijken "Staart I" en "Staart II" nog niet
als zodanig zijn aangegeven, als gevolg waarvan het niet ondenkbaar moet
worden geacht dat Gedeputeerde Staten terzake besluiten hebben genomen of
standpunten hebben ingenomen op basis van onvolledige informatie. Spreker
kan zich zeer wel indenken, dat een buitenstaander na bestudering van de
bij de stukken gevoegde kaart, tot de conclusie komt dat de Dennenweg niet
de meest aangewezen lokatie vormt voor het creëren van een woonwagencentrum.
Spreker formule rt vervolgens de opvattingen van zijn fraktie er op neerko
mende dat:
- dat zij een aanvulling willen geven ten aanzien van "Staart I" en "Staart
II" en de situering van de groenstroken daarbij;
- dat zij ermee instemmen dat ten oosten van de Groenstraat - de terreinen
rond Westrik en Tuintjes - nimmer een lokatie ten behoeve van een woon
wagencentrum zal worden gecreëerd;
- dat zij yooralsnog van mening zijn dat de meest geschikte lokatie die aan
de Dennenweg is en blijft;
- dat, indien de lokatie aan de Dennenweg in de ogen van Gedeputeerde Staten
geen genade vindt, zij alsnog bereid zijn om in overleg met het college van
Gedeputeerde Staten, mee te werken om een situering in het bestemmingsplan
"Moleneind" te bewerkstelligen.
Na daartoe het woord te hebben gekregen, merkt de heer Dirven op de eerste
plaats op dat de gemeenteraad reeds jaren geleden het besluit heeft genomen
een toekomstig woonwagencentrum te zullen situeren aan de Dennenweg. Naar
zijn mening heeft de heer Jansen er dan ook terecht op gewezen dat die lo
katie alsnog op de kaart moet worden aangeduid. Ook moet duidelijk gemaakt
worden dat de voorkeur van de gemeenteraad zich nog altijd tot die lokatie
richt.
Op de tweede plaats - zo vervolgt hij - gaat de gemeenteraad, indien hij
instemt met het "ontwerp-spreidingsplan woonwagens" zoals dat voorligt,
de mogelijkheid bieden dat een toekomstig woonwagencentrum wordt gesitueerd
ergens in een vrij uitgestrekt gebied, gelegen tussen de Schutsestraat en de
Groenstraat. Concreet betekent dit dat, indien over de lokatie in het bestem
mingsplan "Moleneind" geen overeenstemming bereikt kan worden, het gevaar
aanwezig is dat op welke willekeurige plaats tussen Schutsestraat en Groen
straat een woonwagencentrum kan verrijzen.