deel, veel en veel minder, dus ook veel minder inkomsten en minder
aanleiding om voorzieningen aan te brengen. Het tweede punt wat
ook met zekerheid te voorspellen is zijn de financiële middelen die
voor de gemeente Prinsenbeek terug zullen lopen, althans daar waar
men afhankelijk is van de rijksoverheid. Zowel de algemene uitkering
als de specifieke uitkeringen zullen relatief terug lopen. Daar staat
tegenover dat het voorzieningenniveau dat in de rijke jaren is opgebouwd
toch ook in de komende jaren veel geld zal blijven kosten, met name
in de exploitatie-sfeer en de personeelskosten. Dit betekent, dat het
vrij gunstig beeld dat Prinsenbeek nu van de buitenkant financieel laat
zien, in feite juist vanwege dat hoge voorzieningenniveau op vrij korte
termijn kan veranderen en kan omdraaien in het tegendeel. Dat gaat
niet van het één op het andere jaar, maar ik denk wel dat men financieel
op een kruispunt staat. Hij is het daarom ook helemaal eens met het
feit dat het college - overigens - op verzoek van de raad - een meer
jarenraming heeft voorgelegd voor de komende jaren. Als hij dan
echter gaat kijken wat in feite in die meerjarenramingen zou moeten
staan dan vindt hij toch een paar dingen volstrekt onderbelicht. Al
het positiefs dat hij er over wil zeggen, is al door anderen gedaan.
Hij heeft alle waardering voor het voorstel, maar het gaat er juist
om als eigen huishouden, bezuinigingen aan te brengen. En dat gebeurt
met dit stuk niet, althans niet voldoende. Als voorbeeld geeft hij aan
punt a "aanwending van reserves en eigen kapitaal". Dit geschiedt dan
voornamelijk door middel van aanwending van bestemmingsreserves.
Die zijn in het verleden aangelegd. Dan staat er twee regels verder,
dit beleid zou in versterkte mate kunnen worden voortgezet. Dat betekent
geen bezuinigingen, neen, het betekent dat de pijn naar de toekomst
wordt verlegd. Een tweede voorbeeld, punt b, "bezuiniging op bestaande
uitgaven-posten". Eén zin wil hij daaruit citeren: "Van de mogelijkheid
om op bestaand beleid, te bezuinigen moet overigens niet al te veel
worden verwacht".
Dat klopt dan ook, want verder wordt er niet over gerept. Daar gaat
het nu juist om. Hij denkt dat wij in de toekomst veel meer accent
moeten leggen op het doorspitten van de begroting. Gewoon alle posten
nagaan en kijken wat daar op te bezuinigen is. Hij weet wel dat dit
bij de jaarlijkse begroting moet gebeuren, maar als je meerjarenramingen
maakt, denkt hij dat je daar toch straks al een aanzet voor moet geven.
Hij vindt dat dit onvoldoende gebeurt.
Dan wat betreft de tariefsaanpassingen en verhogingen van belasting.
Hij is het er mee eens dat dit opgevat moet worden als een gewone
registratie van wat je daar meer zou krijgen. Daar moet men het natuur
lijk ook niet in zoeken, want dan verlegt de gemeentelijke overheid
de pijn naar de burgers. Hij is er overigens wel voor dat met name
de onroerend-goedbelasting toch jaarlijks een gewone trendmatige aanpas
sing moet kri-jgen. Op den duur zou men dan een te grote achterstand
ten opzichte van anderen krijgen. Hij vervolgt met te zeggen dat het
stuk op zich goed is maar vooral rekenkundig goed. Het stuk moet
volgens hem mettertijd meer handen en voeten krijgen en dan niet
zo zeer rekenkundig doch ook bestuurlijk. Nog los natuurlijk van de
politieke wil van de gemeenteraad. Gewoon bestuurlijk zoals een begro
ting uitkammen, en dat gebeurt volgens hem veel te weinig doch zal
onherroepelijk moeten gebeuren.
De voorzitter dankt de heer Hennekam en geeft het woord aan wethouder
van Seventer.
Wethouder van Seventer gelooft dat hij over het geheel heel kort kan
zijn. Het is bij het college buitengewgon prettig overgekomen dat' de
raad achter het voorstel is gaan staan. Bij nader inzien vindt ook het
college het woord "overbodig" niet erg goed gekozen. Overigens wil
-8-