-10- De heer Hennekam is het er helemaal mee eens. Zijn vraag is echter of eind juni ook het tijdstip is dat het college met een voorstel aan de raad komt met intensies om de begroting van het volgend jaar op een onderdeel te bezuinigingen zoals bijvoorbeeld het onderdeel openbare werken met drie of vier procent. Alleen uiteraard de beleidsgevoelige onderdelen. Niet sociale zaken doch op onderdelen waar dat werkelijk kan. Wethouder van Seventer zegt dat dit beslist de bedoeling is. De voorzitter is van mening dat dit niet kan. De heer Hennekam zegt dat daarstraks daarop reeds "ja" is gezegd. Hoe denkt u dat dan in de methodiek in te passen. Wethouder van Seventer zegt dat dit definitiefbij het indienen van de begro ting zal zijn, maar je kunt in juni al beginnen na te denken welke kant het uit moet. De heer Hennekam wil zijn zorg wel meedelen. Het gaat hem niet om juni, doch hij wil alleen voorkomen dat van wat onder b staat, de mogelijkheid om op bestaand beieid te bezuinigen, overigens niet al te veel moet worden verwacht. Dat zal ook in de toekomst inderdaad een lege frase blijken en daarom moet de raad zichzelf dwingen om een moment vast te stellen waarop daar werkelijk naar gekeken moet worden. Anders zal je dat alleen maar kunnen doen bij indiening van de begroting en dan komt er in de praktijk erg weinig van. Hij pleit voor een methodiek om dit aan te pakken. Wethouder van Seventer antwoordt dat dit ook voor het college nog nieuw is. Intern zal dit nog eens helemaal worden nagegaan. Wat aange dragen is zal worden meegenomen. Er is een goed begrip wederzijds, doch er zal een methodiek gevonden moeten worden om tot die oplos singen te geraken, die eigenlijk iedereen voor ogen staan. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens aldus besloten. Voorstel tot wijziging van de gronduitgifteregeling voor de gemeente Prinsenbeek. De heer Roeien heeft er behoefte aan, nog eens nadrukkelijk te herhalen wat zijn fraktie voor wat de woningbouw betreft, bij herhaling heeft uitgesproken dat het beieid van deze gemeente zich dient te richten op de ei'gen bewoners. Opgemerkt is dat het college doende is met enkele percelen in de vrije sector in de lopende bestemmingsplannen. Het college is van oordeel dat binnen het kader van de afwijkingsbevoegdheid die in de oude regeling zat een en ander met enige verruiming oplosbaar zou zijn. Zijn fraktie heeft toen kenbaar gemaakt dat naar hun oordeel de afwijkingsbevoegdheid daarvoor geen goede methodiek was en nodigde het college daarom uit een verruimingsvoorstel aan de raad te doen. Toen zijn fraktie dit onder ogen kreeg, werd toch de behoefte gevoeld om daaraan een erg inhoudelijke discussie te wijden, aangezien er een beleid op langere termijn in verankerd zit. derhaald fraktieberaad heeft opgeleverd dat mijn fraktie het met het voorstel zoals het hier is ingediend akkoord kan gaan,maar met een aan tal voorwaarden die het naar zijn oordeetl het college niet moeilijk behoeven te maken. De voorgestelde wijziging dient zodanig te worden uitgelegd dat het functioneert voor de bestemmingsplannen Staart en Kapelakkers- Moleneind waar nog mogelijkheden aanwezig zijn. In de raad kan her nieuwd over deze problematiek voordat een nieuw te ontwikkelen bestem mingsplan en voordat ook maar één m2 grond wordt uitgegeven, gediscus sieerd worden op basis van de oude uitgifteregeling en deze bijgestelde.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 95