toepassing moet verklaren voor alle voormalige bewoners van Prinsenbeek. Zijn fraktie, en dat is ook in de commissie duidelijk gemaakt, zou van een dergelijk beleid een fervent tegenstander zijn. Niet alleen omdat men dan niet meer weet waar het begin of het einde is, maar ook omdat een dergelijk beleid onevenredig ten voordele zou zijn van de voormalige inwoners en ten nadele van de huidige inwoners van Prinsenbeek. Het voordeel van de voormalige inwoners is gelegen in het feit dat die een beroep kunnen doen op voorzieningen en regelingen die gelden binnen de gemeente waar zij inmiddels woonachtig zijn en bovendien dan ook nog eens een keer op voorzieningen die Prinsenbeek hun extra biedt. De huidige be woners zouden worden achtergesteld in een situatie waarin toch ai bijna geen woonruimte te verdelen valt. Zijn fraktie vindt dit inacceptabel en is blij dat de beraadslaging in de commissie ruimtelijke ordening die situatie ook onderstreept. Ten aanzien van de instelling van de urgentiecommissie wil hij manen tot enige spoed omdat dan ook het onderdeel van het beleid kan worden uitgevoerd waarbij een urgentie commissie noodzakelijk is. Zijn fraktie is het echter niet eens met de taak stelling zoals in de nota is verwoord. De voorzitter zegt bij interruptie dat hierop door het college niet zal worden ingegaan omdat de taakstelling van de urgentiecommissie niet aan de orde is. De heer Lodewijks is van mening dat gezien de grote problemen, het te ver zou gaan om hieraan nu voorbij te gaan, vervolgens een nota vast te stellen en dan te zijner tijd zeggen dat men het er niet mee eens was. Hij wil dit nu toch duidelijk stellen. De commissie zal om advies gevraagd worden in situaties die tot de uitzonderlijke gevallen moeten worden .gerekend. En dat zijn geen gevallen met sociale of medische indicatie, die afzonderlijk worden geregeld. Het gaat daarbij kennelijk om gevallen die wel zo uitzonderlijk zijn dat geen enkel lid van de commissie ruimtelijke ordening noch de betreffende wethouder in staat bleek om ook maar een voorbeeld te noemen van een geval waarin die urgen tiecommissie zou moeten optreden. Als dat zo is dan kan men de vragen stellen of die commissie dan wel ingesteld moet worden en met wat voor taakstelling. Zijn fraktie zou die taakstelling graag verruimd zien. Die commissie moet wel ingesteld worden maar dan moet men die com missie ook een taak geven, die ze kunnen uitvoeren. In dat verband zag zijn fraktie graag dat de toewijzing van woningen gekoppeld wordt aan een onderverdeling van twee soorten criteria. Enerzijds criteria die van administratieve aard zijn zoals bijvoorbeeld: hoe lang woont iemand in Prinsenbeek, hoe lang staat hij ingeschreven, zijn leeftijd enzovoorts. Anderzijds criteria die meer persoonsgebonden zijn, bijvoorbeeld: wat is zijn sociale situatie, is er sprake van medische indicatie, hoe ernstig is de urgentie die daaruit voortvloeit enz. Dan zijn er nog andere cri teria die door de wet of door regels van buitenaf zijn opgelegd, maar die sluit hij nu even buiten. Zijn fraktie vindt dat in alle gevallen waarin van persoonsgebonden criteria sprake is, de tussenkomst van een onaf hankelijke commissie van deskundigen, de urgentiecommissie dus, verstan dig lijkt. Niet om daarmee de taakstelling van het college van burge meester en wethouders uit te hollen maar wel om de noodzakelijke zorg vuldigheid in dergelijke zaken ook formeel tot uitdrukking te brengen zonder dat iemand later ooit zou kunnen zeggen dat hem/haar om onver klaarbare redenen een huis onthouden is, terwijl het aan een ander wel is verstrekt. Het bovenstaande moet als een voorbehoud van zijn fraktie ten opzichte van de voorliggende nota worden beschouwd en er zal op worden teruggekomen op het moment dat over de urgentiecommissie nadere voorstellen worden gedaan. Tot slot een critische opmerking in totaliteit over de nota. Als men de titel van de nota serieus neemt, dan komt het hem als een gemis over dat ondanks al het goede wat er in staat, er met geen woord gespro ken wordt over andere aspecten van het volkshuisvestingsbeleid, namelijk aspec ten van woningbouwprogrammering, woningbouwpianning, uitbreidings- -5-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 107