Hij dacht dat het heel redelijk is, om het voorstel van de heer Lodewijks om een regel op te nemen omtrent het uitgeschreven zijn, over te nemen. Het voorstel omtrent de urgentie-commissie zal na de grote vakantie de raad bereiken en dat betekent dat de taak, het werkgebied en de hele samenstelling van de commissie aan de raad wordt voorgelegd in een af zonderlijke nota. Hij denkt dat het zeer moeilijk is om dit in een paar uren vergaderen voor elkaar te krijgen. Hij wil dan ook de raad verzoeken om niet exact de september-vergadering te noemen. Dat betekent dus ook dat het op pagina 16 vermelde onder 4, c.3 omtrent de urgentie commissie zou moeten vervallen en de desbetreffende zin op pagina 18 die daarop aansluit. De heer Verstraten citeert uit het commissieverslag: "de voorzitter deelt mede dat tot en met 1982 de contingenten sociale woningbouw gereali seerd zijn in bestaande bestemmingsplannen. Ook het contingent voor 1983 kan nog geheel in de Staart II worden gerealiseerd. Er is derhalve tot en met het jaar 1983 zeker geen sprake van stagnatie in de sociale woningbouw. Hij deelt voorts mede dat dit punt reeds uitvoerig is besproken in de vergaderingen van de commissie. De commissie heeft toen na lang durig beraad afgezien van het afgeven van deze verklaringen. Behoudens de heer Verstraten is geen van de andere commissieleden voorstander van het afgeven van een dergelijke verklaring". Hij neemt nu dus aan dat de andere partijen wel kunnen meegaan met het afgeven van een dergelijke verklaring. De heer Dirven zegt dat deze verklaring alleen geldt voor een sociale indicatie en het door de persoon moet worden aangevraagd. Dit is de werkwijze zoals die tot nu toe gevolgd is. Dus alleen in die gevallen wanneer iemand inwonend is en het van te voren aangevraagd heeft. Echter niet als elders een volledig huis is toegewezen, want dan vervalt automatisch de inschrijvingsmogelijkheid in Prinsenbeek. De voorzitter constateert dat de raad de nota over deze aangelegenheid accepteert met dien verstande dat de door het college aangedragen twee amendementen worden verwerkt in de nota die het college de raad zal aanbieden in een najaarsvergadering. Vervolgens wordt, met inachtneming van het boven staande, de nota volkshuisvestingsbeleid voor de ge meente Prinsenbeek vastgesteld. 6. Voorstel tot benoeming van de leden van de welzijnsraad. De voorzitter heeft in het desbetreffend commissieverslag gelezen dat de F.N.V. een brief gericht zou hebben aan het college van burgemees ter en wethouders. De voorzitter heeft echter geen brief ontvangen; hij stelt dit even formeel; ware dit wel net geval geweest, dan zou hij die brief uiteraard aan de raad hebben aangeboden. De heer Lodewijks zegt dat zijn fraktie maar matig tevreden is met de voordracht voor kandidaten van de welzijnsraad. Niet omdat zijn fraktie tegen één van de kandidaten bezwaar heeft, want de zes door het college voorgestelde personen kunnen zonder uitzondering samen een sterke wel zijnsraad vormen. De Partij van de Arbeid is echter, na uitgebreid beraad, tot de conclusie gekomen dat ten onrechte in de voordracht geen rekening is gehouden met de kandidaatstelling vanuit de plaatselijke afdeling van de F.N.V. Bij de vaststelling van het welzijnspian heeft zijn fraktie de raad van haar opvattingen ai deelgenoot gemaakt. Hij heeft toen gezegd dat naar de mening van zijn fraktie, bij de invulling van een welzijns raad gezocht zal moeten worden naar personen die aan bepaalde ken merken voldoen zoals onder andere een zekere deskundigheid op enig terrein van welzijnsbeleid en onafhankelijk staan ten opzichte van meer eng geformuleerde belangen van verenigingen en instellingen. Bovendien zou de welzijnsraad moeten voldoen aan een representativiteitsnorm, -10-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 112