zodat verschillende verenigingen en stromingen binnen de gemeentelijke samenleving daarin zoveel mogelijk moeten zijn weer spiegeld. Met zoveel woorden heeft hij to<en de plaatselijke vakbeweging genoemd als een belangrijke plaatselijke vereniging die zeker in de wel zijnsraad zou dienen te zijn vertegenwoordigd, zonder dat er van last of ruggespraak sprake zou moeten zijn en onder de voorwaarde dat de F.N.V. een geschikte kandidaat zou weten te vinden. Bij de vaststelling van het welzijnsplan is toen positief gereageerd op de naar voren gebrachte profielschets. Ook vanuit de raad is bij deze aangelegenheid geen enkel onvertogen woord vernomen als reactie op de opmerkingen van toen. Van de kandidaat die door de plaatselijke bonden unaniem naar voren is gebracht is bij herhaling door het college van burgemeester en wet houders gesteld dat men hem uiterst geschikt acht. Dus wat zou men anders kunnen verwachten dan hem bij de voordracht aan te treffen. Die verwachting mag dan redelijk zijn, doch uit het feit dat de kandi daat pas op nr. 11 figureert kan men niet anders concluderen dan dat men in deze voordracht een maatschappelijke instelling van een omvang en belang als de F.N.V. passeert. Voor de groep mensen die zij vertegen woordigt is geen plaats ingeruimd in de te vormen welzijnsraad. Daarom zal zijn fraktie zich van stemming onthouden en blanco stemmen. Hij herhaalt dat dit stemgedrag zich niet richt tegen ook maar één persoon van de voorgedragen kandidaten. Echter geen enkele persoon vertegen woordigt de groep van georganiseerde werknemers in deze gemeente. De belangen van deze groep, 1/3 van de bevolking, kunnen daarom onvol doende aan bod komen in het gemeentelijk beleid inzake welzijn. Een dergelijke welzijnsraad kan daarom alleen maar gehandicapt functioneren. Mevrouw van Esch - Kuppens zegt dat haar fraktie akkoord gaat met het voorstel zoals het thans voorligt, te weten 2 dames en k heren, die zullen adviseren bij wéizijnszaken op het gebied van zorg, recreatie, educatie enz. Als men echter de lijst van plaatsvervangers ziet dan kan die niet gehandhaafd worden zoals die nu is. Anders zouden er verhoudings gewijs teveel dames komen. In de commissie-vergadering is door de wet houder gezegd, dat die volgorde aangehouden zou worden, maar dat is niet de bedoeling. De voorzitter concludeert dat, de raad zich kan verenigen met een verdeling oinnen de welzijnsraad van twee dames en vier heren. Wanneer men van mening is dat in de volgorde van de plaatsvervangers veranderingen zouden moeten komen, dan is men daarin vrij, want het is een aanbeve ling. Er wordt nu niet gestemd over de plaatsvervangers. Hij wil dit punt thans in stemming brengen. Als men zich kan vinden in de aanbeveling van het college van burgemeester en wethouders en men schrijft op het stembriefje "conform" dan betekent dat, dat men met de 6 personen genoemd in het voorstel van burgemeester en wethouders instemt en hoeft men geen 6 namen op te schrijven. Hij benoemt de beide wethouders tot stembureauleden. Uit de schriftelijke stemming blijkt dat met 12 stemmen vóór en 2 blanco tot lid van de welzijnsraad zijn benoemd: de dames A.H.M. Krot - Poot en H.C. van Amstel - van Boxtel en de heren L.M. van den Kieboom, C.J.M. Coertjens, L. de Vries en H.F.C.M. Jansen. 7. Rapport "acoustisch onderzoek te Prinsenbeek". De heer Verstraten zegt dat de resultaten van het acoustisch onderzoek in de bebouwde kom bevestigen hetgeen zijn fraktie al jaren probeert gerealiseerd te krijgen, namelijk een geluidsscherm langs rijksweg 16. Een scherm langs de gehele westzijde van het dorp, een scherm aan de oostzijde ter hoogte van de Meester Bierensweg en het weren van het vrachtverkeer via de sluiproute Velsgoed-Heikantsestraat-Schutsestraat. -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 113