ling van Prinsenbeek. Alles wat ondernomen werd in relatie tot de woningbouw
was vrij succesvol. De gunstige financiële positie van de gemeente is groten
deels daaraan te danken. Terugkomend op de toezegging van de bouwclaims,
die volgens hem gedaan zijn, vanuit het in deze gemeente levende uitgangspunt
dat een portefeuillehouder niet treedt in zaken die anderen toebehoren, hebben
naar zijn overtuiging geleid tot een toezegging. Hierin zit een tekortkoming
en is niet voor herhaling vatbaar. Namens het grootste deel van zijn fraktie
kan hij het college mededelen dat het advies uitgebracht door de juridisch
adviseur, mr. van Wijmen, door zijn fraktie wordt aanvaard. Met één uitzonde
ring, Bakker-Bennebroek dient gehouden te worden aan de minimale toezeg
ging, door het college gedaan op 15 september 1982, en door deze firma beves-
tigd en akkoord bevonden bij schrijven van 4 oktober 1982.
De heer dansen zegt dat het hem genoegen heeft gedaan dat hij uit de notulen
heeft mogen vernemen, dat punt 3d. is aangehouden omdat een en ander
een uitvloeisel was van een door hem gestelde vraag. Als hij op het ogenblik
het antwoord van de heer van Wijmen voor zich heeft liggen en het nog eens
in zijn geheel de revue laat passeren dan is hij de heer van Wijmen uitermate
dankbaar, dat hij op een heldere manier heeft duidelijk gemaakt dat een gedane
toezegging niet intrekbaar is. Dat wist hij 45 jaar geleden ook. Hij is de heer
van Wijmen dankbaar dat hij hem bij de tijd gebracht heeft en opnieuw aan
de orde heeft gesteld dat datgene wat 45 jaar geleden in zijn studententijd
gold, gelukkig in de juridische wereld nog steeds van kracht is. Maar hij heeft
de indruk, dat de heer van Wijmen hem geen antwoord geeft op de vraagstel-
ling. Wanneer hij op een gegeven moment de vraagstelling nog eens de revue
iaat passeren dan is die vraag tweeledig. Daar staat namelijk enerzijds dat
er nog claims van bouwmaatschappijen rusten op Staart I, Staart II, Kapelak
kers-Noord danwel in de toekomst op Moleneind. Zo ja, aan wie en in welke
omvang gerekend naar de huidige stand. Zo ja, zijn deze claims terug te voeren
op korrekte procedurele handelingen, daaronder te verstaan een korrekte
besluitvorming. Het eerste is door de heer van Wijmen voldoende uit de doeken
gedaan en daar heeft hij persoonlijk ook geen moeite mee gehad. Er is jaren
geleden een brief geschreven waarin aan de fa. Bakker-Bennebroek claims
zijn toegekend ter grootte van zoveel woningen in de toekomst te realiseren.
Deze brief is ondertekend door de toenmalige burgemeester en secretaris.
De tweede vraag is of die claimtoezegging gebaseerd is op korrekte procedure
le handelingen, daaronder te verstaan korrekte besluitvorming. Dan zegt de
heer van Wijmen daarover het volgende. Het is aan het college van burgemees
ter en wethouders toegestaan dergelijke claims toe te kennen, uiteraard mits
het besluit daartoe is genomen op rechtsgeldige wijze. Het is noodzakelijk
dat besluiten door minstens de helft van het college van burgemeester en
wethouders worden genomen, en hij verwijst daarbij korrekt naar artikel 98
van de Gemeentewet. Daarvan was, naar hem werd medegedeeld, in casu
sprake. Dit was dus een rechtsgeldige brief. Bij hem komt nu de grote moeilijk
heid, dat hij nu al meer dan een jaar onderzoekt op welke besluitvorming
die brief gebaseerd is. Er is namelijk geen verhandeling van burgemeester
en wethouders te vinden waarin deze zaak aan de orde is geweest en een
besluit is genomen dat deze claim werd toegezegd. Dat is uitdrukkelijk ver
woord in de vergadering in het seniorenconvent. Er is daar gezegd, dat er
geen stukken van het college van burgemeester en wethouders te vinden zijn
waarin dat besluit vermeid staat. Er zijn ook geen raadsstukken te vinden
waarin de raad geraadpleegd is, of men, gezien alle omstandigheden die zich
toen voordeden, een dergelijke claim zou moeten toekennen. Zijn tweede
vraag is of deze claims zijn terug te voeren op een korrekte procedure-hande
ling, daaronder te verstaan een korrekte besluitvorming. Hij heeft er geen
enkele moeite mee, en hij herhaalt dat hier nogmaals, wanneer hem op dit
moment kan worden aangegeven dat die brief, ondertekend door degene door
hem aangeduid, stoelt op een besluit van het college van burgemeester en
wethouders in meerderheid genomen hij dan alle tijd, hierover gesproken,
heeft verdaan.
- 3 -