Maar die vraag heeft hij al overal op tafel gelegd, is nergens beantwoord,
en er kan niet worden aangetoond dat dit een in het college van burgemeester
en wethouders behandeld stuk is. Maar er ligt wei een brief die ondertekend
is door de burgemeester en secretaris, die de gemeente bindt. Hij is het er
mee eens dat de gemeente gebonden is aan die brief. Maar hij had graag
gehad dat een dergelijke verdragende brief die op geld waardeerbaar is, rechts
geldig geschreven was. Wanneer men rekent dat het 48 woningen zijn, dan
praat men over een opdracht van mogelijk, buiten de grond, 4 miljoen gulden.
Het kan best zijn dat het college het er helemaal mee eens was, maar hij
vindt het een eigenaardige zaak, en dat is hetgene wat hij mist in de brief
van de heer van Wijmen, dat hem niet duidelijk is gemaakt of dit stuk in
het college van burgemeester en wethouders behandeld is of dat het een brief
is die op een gegeven moment bij Bakker-Bennebroek op het bureau terecht
gekomen is. Het college zegt op een gegeven moment: Geef aan de heer
van der Westen maar als antwoord dat het een zeer moeilijke kwestie is,
dat we het nog wel eens uit zullen zoeken, en dat we er later op terug zullen
komen". Dat erop terugkomen is tot nu toe nog steeds niet gebeurd. Het
gaat hem niet om de claim, niet om de omvang van de rechten die daaraan
voor Bakker-Bennebroek verbonden zijn, maar om het ontstaan van die brief.
Er moet intern toch een besluit van het college van burgemeester en wethou
ders genomen zijn. Anders is het een brief die niet geschreven had mogen
worden. Het had altijd moeten stoelen op een besluit van burgemeester en
wethouders of op een raadsbesluit. De heer van Wijmen heeft geen antwoord
op zijn vraag, namelijk of minstens de helft van het college van burgemeester
en wethouders met het besluit akkoord was. Voor de rest is hij erg gelukkig
met het stuk van de heer van Wijmen want het bewijst dat hij vroeger de
stukken goed gelezen heeft.
De heer Verstraten zegt dat hij tot de volgende conclusie is gekomen. Zijn
fraktie vindt dat het college de juiste weg gekozen heeft door een onafhanke
lijk jurist te laten uitzoeken in hoeverre de toezeggingen en toekenningen
van bouwclaims gerechtvaardigd zijn. Claims kunnen alleen toegezegd worden
door het college. De claims zijn ten dele neergelegd in brieven aan Bakker-
Bennebroek en Eurowoningen, respectievelijk gedateerd 12 mei 1979 en 13
juni 1981, ondertekend door de burgemeester en secretaris, zoais gebruikelijk
ais er een college-besluit is genomen. Er is nog vermeld in het verslag van
het seniorenconvent d.d. 22 augustus 1979, dat er een mondelinge toezegging
is gedaan aan Bakker-Bennebroek. Uit gemeenterechtelijk oogpunt zijn er
dus bevoegde besluiten genomen die aan Bakker-Bennebroek en Eurowoningen
op juiste wijze ter kennis zijn gebracht. Voor de woningbouw had het college
van burgemeester en wethouders de raad niet nodig. Deze vrijheid heeft de
raad in de periode 1966 - 1970 toegestaan en alleen bijzondere bebouwing
komt nog in de raad. De gemeenteraad heeft ook nooit preventief noch repres
sief het college op zijn vingers getikt met het afgeven van claims, dat vroeger
een normaal gebruik was. Zijn fraktie vindt dat de toegezegde bouwclaims
dienen te worden gehonoreerd. Of het nu verstandig is geweest of dat er
bestuurlijke fouten in het geding zijn, doet hier niet ter zake. Er is een toezeg
ging gedaan op wettelijke gronden en die moet men honoreren. Herhalingen
mogen echter niet meer voorkomen.
Wethouder Houtepen zegt dat hij namens het college de raad erkentelijk is
voor de totale instemming dat het college die bouwclaims kan honoreren.
Dat is de eerste conclusie die hij, namens het college, toch met erg veel
vreugde constateert. Dat is wel van kardinaal belang. Er zijn enkele opmerkin
gen gemaakt. Hij gaat terug naar de periode waarin hij wethouder geworden
is. Toen had men enorme woningproblemen en heeft het college alles op het
spel gezet om daar die woningen te kunnen bouwen. Ondertussen zijn de bespre
kingen verder gegaan; er zijn inderdaad schoonheidsfouten gemaakt door porte
feuillehouders. Die zijn in ieder geval wel gedragen door het volledige college.
Hij kan hier weinig aan toevoegen. Hij zou de heer Jansen graag willen helpen