om hem de stukken, waarin het besluit van het college van burgemeester
en wethouders vastligt en waarin de raad om advies gevraagd wordt, te geven.
Maar deze stukken zijn er nu eenmaal niet. Hij hoopt dat de heer dansen
daar begrip voor op kan brengen. Die stukken kan het college ook niet meer
boven tafel toveren, want die zijn er gewoon niet. Hij is het verder eens
met de andere sprekers, dat zulke schoonheidsfouten niet meer voor herhaling
vatbaar mogen zijn. Tenslotte is het een vanzelfsprekende zaak dat het college
die claims verder zal uitvoeren aan de hand van de brief d.d. 1-5 september
aan ons bevestigd door de bekende firma.
De heer van der Kooij zegt dat hij aanvankelijk hierover geen vragen had.
Er is echter een opmerking gemaakt waardoor hij toch wel wat wil vragen.
De heer Verstraten had het er over dat het college volledig bevoegd was
om claims te verstrekken en dat dat het gevolg was van het raadsbesluit
dat in de jaren'60 genomen is. Ais die handelingsbevoegdheid inderdaad bij
het college gelegd is door middel van een raadsbesluit dan zou die wel terugge
nomen moeten worden. Dus in het geval dat er geconcludeerd zou kunnen
worden dat er claims terecht verleend zijn als gevolg van een raadsbesluit,
dan acht hij dat het zinnig is om dat raadsbesluit door een ander raadsbesluit
terug te nemen.
De heer Jansen zegt dat de toestemming om snel te kunnen handelen inderdaad
door de raad is genomen maar toegespitst op bouwgrond die ondertussen be
bouwd is. Dus heeft het verder geen werking meer. Wat hem nu eigenlijk
een genoegen doet is, dat vandaag voor de eerste keer, en het is nog niet
I eens de verantwoordelijke portefeuillehouder, wordt toegegeven dat er een
grandioze vormfout gemaakt is. De claim-erkenning is nooit ter discussie
gesteld omdat de brieven er zijn. Maar de vormfout die er gemaakt is, vindt
hij wel dermate groot dat hij namelijk niet de moeite neemt om dergelijke
besluiten, van deze verstrekkende zaak die aan het college van burgemeester
en wethouders zijn gedelegeerd in een vergadering van burgemeester en wethou
ders, te bespreken en dat te notuleren vindt hij een grandioze vormfout.
Dat is wat hem tot nu toe in deze zaak heeft gehinderd. En dan gaat hij
op een gegeven moment twijfelen of deze zaak überhaupt in een vergadering
van het college van burgemeester en wethouders besproken is of dat die zaak
zonder burgemeester en wethouders is afgehandeld. Misschien is later wei
gezegd: "We hebben de zaak klaar maar het is niet voorafgegaan door een
besluit van het college van burgemeester en wethouders". En dat is wat hem
in deze zaak gehinderd heeft. Hij weet niet of deze kwestie oorzaak of gevolg
is. Het is naar zijn mening geen gevolg want anders had er tevoren een besluit
van burgemeester en wethouders moeten zijn. Voor dergelijke importante
zaken denkt hij dat het college van burgemeester en wethouders toch wei
minstens één keer per week bij elkaar komt. Oftewel het is oorzaak, de brief
was al geschreven vóórdat hij in het college van burgemeester en wethouders
behandeld is. Hij is blij dat de portefeuillehouder, die zelf niet verantwoordelijk
is voor de gang van zaken die toen heeft plaatsgehad, nu eindelijk op tafel
legt dat er een grandioze vormfout is gemaakt. Voor de rest wil hij deze
zaak gaarne zijnerzijds laten rusten. Voor hem is het helemaal geen kwestie
van afwikkeling van claims, de claims zijn akkoord, de claims zijn korrekt,
de claims zijn aantoonbaar. Maar hij is altijd nog van mening dat het ontstaan
y| van die claims, op z'n zachtst uitgedrukt, onder het woord vormfouten gerang
schikt moet worden.
De heer van der Westen zegt dat de gang van zaken hem in het geheel niet
bevredigt. Als hij op 5 mei 1982 een vraag stelt ter informatie en niet in
verwijtende vorm, en 30 juni 1983 kan daar pas op geantwoord worden, dan
vindt hij dat daarover wel een lange tijd overheen gegaan is. Het blijft hem
verwonderen dat, als er bijvoorbeeld een besluit van burgemeester en wethou
ders genomen is en men ziet in de volgende vergadering van burgemeester
"t en wethouders dat dat niet genotuleerd is, daar niemand op geattendeerd
heeft. Het is voor hem onbegrijpelijk.
- 5 -