tegen België-Vlaams II. Hij gelooft dat het niet juist zou zijn om door een
dergelijke contractswijziging andere zaken aan de orde te brengen, die niet
van pas komen op dit moment. Wanneer men kiest voor de opstelling c.
dan is dat uit twee overwegingen:
opstelling c. kan namelijk verwoord worden in een nieuw contract, waarin
de mogelijkheid geopend wordt tot c. met verdere uitbreiding in de toekomst
naar meerdere kanalen, zodat men eventueel in de toekomst zou kunnen
komen tot minstens tien kanalen.
C. is in dat verband erg belangrijk omdat met betrekkelijk geringe maan
delijkse kosten in ieder geval de toekomst zeker is gesteld voor al de mogelijk
heden die zich in de net-uitbreiding zouden kunnen aandienen. Het zou heel
goed kunnen zijn dat op een gegeven moment toch plaatselijke t.v. aan de
orde komt en dan heeft men in ieder geval de uitbreidingsmogelijkheid. Het
biedt ook de mogelijkheid in de richting van de engelse zenders. Gezien
het geringe bedrag dat er mee isgemoeid en de tweede overweging, dat
automatisch in de toekomst tegen zeer geringe kosten verdere positionering
in kanaalkeuze aanwezig is en van de grond kan komen is zijn fractie unaniem
van mening dat zij het voorstel van het college willen volgen, zij het mis
schien dat de argumentering niet exact identiek is aan de argumentering
die tot het voorstel van het college heeft geleid.
De heer Oosthoek zegt dat zijn fractie de respons gering vindt doch dat
op twee punten wel duidelijkheid verschaft wordt. Ten aanzien van het punt
aansluiting op het buitengebied is het toch wel duidelijk dat dit noch in het
buitengebied noch in het binnengebied gewenst wordt en dat nauwelijks te
denken valt aan lokale radio of t.v. Dan blijft de mogelijkheid open van
kanalenkeuze. Op grond van het argument dat uitbreiding van kosten in deze
tijd zwaar weegt en de omzetting van een Frans naar een Nederlands sprekend
programma hem wel aanspreekt, kiest hij toch voor opstelling b. (RTB I
ruilen tegen BRT II).
De heer van Trotsenburg zegt dat hij de enquête en de hearing bijzonder
op prijs heeft gesteld. Hij vond het bijzonder jammer dat de hearing niet
helemaal gebruikt is zoals dat zou moeten. Het had een informatie-avond
moeten zijn en niet een soort aanval op de heren die achter de tafel zaten,
wat hij niet zo prettig vond. De algemene teneur was wel in de richting
van uitbreiding. Dat is ook te zien aan de enquête, waar zeker 85% van
de mensen meer wil dan wat we nu hebben. Dat men niet zo solidair is met
het buitengebied, is misschien wel te wijten aan het feit dat de vraagstelling
op dat punt niet helemaal duidelijk is geweest. Daar werd tegelijk naar tien
kanalen buitengebied gevraagd. Hij weet niet of dit anders opgesteld had
kunnen worden, zodat eigenlijk meer de vraag was geweest, of men medewer
king zou willen verlenen aan uitbreiding van het net naar het buitengebied,
al dan niet met het bestaande aantal zenders of met meerdere. Wellicht
heeft men de zaak te snel op poten moeten zetten in het dorp en wat dat
betreft wil hij zijn complimenten geven. Zijn fractie staat achter het voorstel
van het college.
De heer van den Bliek zegt dat men het voorstel in vier delen zou moeten
opsplitsen. Het eerste punt is de tariefsverhoging van 6% van het bestaande
programma-pakket. Het tweede punt is de bekabeling buitengebied. Het
derde punt zou je kunnen noemen uitbreiding programma-pakket in het mach-
tigingsgebied van de Casema, dus grotendeels in de bebouwde kom. Het
vierde punt de lokale omroep. Wat de 6%-tariefsverhoging van het bestaande
programma-pakket betreft, zegt hij dat zolang het centrale-antenne-systeem
niet kostendragend is, men hiermee geconfronteerd zal worden. Dit dient
geaccepteerd te worden in dat kader en ook afgewogen ten opzichte van
andere tariefsverhogingen zodat 6% nog* een behoorlijke maar niet onredelijke
stijging is. Bij analyse van de getallen van de enquête ten aanzien van de
bekabeling van het buitengebied blijkt dat de bereidheid tot deelname in
het buitengebied in feite zeer gering is, namelijk35%- Wanneer men dit af-
-8-