De voorzitter zegt dat hij gisteravond bericht heeft gehad van de stedebouw-
kundige, dat alleen voor imkers een bepaalde vrijstellingsbevoegdheid zou
kunnen worden gecreëerd. Het blijkt ook dat het in andere gemeenten mogelijk
is. Het bestemmingsplan Buitengebied is teruggekomen van vooroverleg.
De opmerkingen zijn inmiddels verwerkt. Dit plan zal over ongeveer drie
weken bij het college van burgemeester en wethouders op tafel komen. Dan
zal ook deze vrijstellingsbevoegdheid zijn opgenomen. Het bestemmingsplan
zal begin september ter visie worden gelegd. Op dat moment kan er onmiddel
lijk gewerkt worden met artikel 19, en tegemoet gekomen worden aan het
verzoekschrift van de heer Chantrel. Uiteraard moeten Gedeputeerde Staten
hun goedkeuring nog geven. Maar problemen worden hierbij niet verwacht.
De heer van der Kooij spreekt zijn waardering uit voor de snelle behandeling.
De heer Vissers zegt uit de woorden van de voorzitter te hebben begrepen
dat ontheffing in de toekomst mogelijk zal zijn. Hij zou er wel voor zijn
om, ter voorkoming van mogelijke bevoorrechting van de ene burger ten
opzichte van de andere in het buitengebied, een strikte gebruiksbepaling
af te geven. Persoonlijk heeft hij wat bezwaren tegen uitstel. Hij vindt het
eigenlijk wel nodig dat die stal nu gebouwd wordt. Hij weet niet of dat be
zwaarlijk is. Hij moet zeggen dat het college terecht deze vergunning heeft
afgewezen, maar als men nu weet dat afgifte mogelijk is, waarom dan nu
niet. Want straks moeten die bijen weer buiten overwinteren en dat is zeer
nadelig.
De voorzitter zegt dat het de bedoeling is dat dan de uitbreiding er al staat.
Wat er nu illegaal staat, kan dan meteen gelegaliseerd worden.
De heer Vissers zegt dat het probleem met bijen is, dat ze minstens op 6
to» geplaatst dienen te worden omdat ze zich op een vaste plaats dienen
te oriënteren. Wanneer ze op een kortere plaats gezet worden dan zijn ze
volkomen verloren. Ze vliegen dan terug naar hun vestigingsplaats. Daarom
dient naar zijn opvatting de vergunning zo snel mogelijk te worden afgegeven.
De voorzitter zegt dat het zo snel mogelijk zal geschieden.
De heer Verstraten zegt dat er misschien een compromis gevonden kan wor
den. Op het allerlaatste moment, wanneer de heer Chantrel zegt: "dit is
de uiterste datum van bouwen", kan hij nog naar het college komen en kan
het college alsnog de bouwvergunning verlenen. Men geeft het college de
tijd om het officieel te doen.
De heer Nagelkerke zegt dat hij hier twee bladzijden vol heeft om er maar
voor te zorgen dat de heer Chantrel aan zijn trekken komt. Hij vindt dat
de heer Chantrel voldoende aan zijn trekken komt. Hij krijgt zo snel mogelijk
een vergunning, en meer 'kan het college niet doen. Hij geeft het college
een groot compliment.
Vervolgens wordt conform de medede
ling van de voorzitter zonder hoofdelijke
stemming besloten.
8. Nota inzake het vergunningenbeleid ten aanzien van het plaatsen van
dakkapellen.
De heer Nagelkerke vindt het bijzonder plezierig dat er inzake het bouwen
van dakkapellen meer mogelijkheden komen. Op één zaak wil hij het college
toch duidelijk wijzen. In de stukken staat dat, als er een woonblok is en
er komt een dakkapel op, dat de tweede en de derde zich moeten conformeren
aan de eerste dakkapel die daar dan staat. Stel eens voor dat de eerste dakka
pel een lelijk dakkapelletje wordt, dan wordt dat een hele rij met lelijke
dakkapelletjes. Hij denkt dat het zinvol is om kritisch te bekijken, ook door
bouw- en woningtoezicht, dat de eerste dakkapel aan alle eisen moet voldoen
om vooral de leefbaarheid en het zicht te bevorderen.
- 12 -
7. Voorstel tot ongegrondverklaring van het door de heer A.3. Chantrel,
Vianendreef 78 te Prinsenbeek ingediende beroepschrift tegen de weigering
van een vergunning voor het veranderen en uitbreiden van zijn bijenhal.