De heer van der Kooij zegt het college-voorstel volledig te ondersteunen. Echter met dezelfde restrictie als de heer Nagelkerke. Alleen de eerste dakkapel kan een richtlijn zijn voor de volgende wanneer aan alle eisen van welstand voldaan wordt. De heer Verstraten zegt dat zijn fraktie gelukkig is met dit voorstel. Zijn fraktie is ook de mening toegedaan, dat welstand het laatste woord heeft en beslist welke dakkapel gebouwd gaat worden. Hij vindt het een goede nota. De voorzitter zegt dat het college verheugd is dat de raad het college wil volgen. Het college heeft er geen probleem mee dat in principe de eerste dakkapel op een serie huizen maatgevend is, tenzij blijkt dat de eerste van een dergelijke omvang is dat zowel bouw- en woningtoezicht als welstand deze afkeuren. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9. Voorstel tot het verdagen van het besluit tot vaststelling van het ontwerp- bestemmingsplan "Moleneind". Zonder beraadslaging en zonder hoofde lijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten. 10. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor de plangebieden omvattende het woongebied en het centrumgebied. De heer van der Kooij zegt dat het vervallen van de achterrooilijn een goed idee is. Ook het feit dat op deze manier gekomen wordt tot een uniforme regeling voor dit gebied. Het opnemen van de bouw van bedrijfswoningen bij ambachtelijke en verzorgende bedrijven vindt hij binnen redelijke grenzen een uitstekend idee. Het op het Tournooiveld plaatsen van meergezinshuizen vindt hij ook een goed idee. Hij heeft begrepen dat die huizen min of meer gestapeld zijn. Hij weet niet of dat nu beslist noodzakelijk is. Zijn fraktie vindt wel dat er ruimte gelaten moet worden tussen de bestaande bebouwing en eventuele nieuwbouw. Hij vindt dat daar op het ogenblik te veel speelgele- genheid zou zijn, dat ook overlast met zich brengt. Hij vindt niet dat de speelgelegenheid totaal moet verdwijnen. Overigens vindt hij dat er een integratie zou moeten komen met het kerkgebouw van de protestantse gemeen te. Er ligt op het ogenbiik een veld tussen de Liniewal en de Meers. Dat heeft op het ogenblik de bestemming bijzondere bebouwing. Dit veld heeft op het ogenblik een andere functie. Hij geeft toe, gezien de huidige bestem mingsplannen, dat dat een tijdelijke functie zou moeten zijn. Maar hij ziet aan de andere kant dat er een andere functie is in deze wijk, namelijk dat er buiten enkele groenstrookjes in het Vogeibos verder geen groen aanwezig is. Dat levert problemen op. Indertijd, toen dat veld nog vol met keten en allerlei rotzooi stond, was er geen mogelijkheid om daar bijvoorbeeld op te voetballen. Toen gebeurde dat op de stroken langs het Vogeibos. Daar wilde dan ook geen spriet gras op groeien. Als men er nu langs komt dan ziet men dat het g<"as daar al aardig tiert. Dat houdt dus in dat de kinderen een andere plaats hebben gevonden om te voetballen etc. Hij spreekt zijn waardering uit voor het veld wat er nu ligt. Het levert helemaal geen problemen meer op middels overleg met bewoners en openbare werken. Tussen de bielzen die er aange bracht zijn, zijn zeer kale stukken ontstaan. Dat is niet mooi ais dat niet groen is, maar het geeft wel aan dat het gebruikt wordt. Wanneer men dan kijkt naar andere stukjes groen die aanwezig zijn in de wijk, want ze zijn - 13 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 137