weegt tegen de minimumeis van Casema destijds van 90% dan spreekt dit voor zich. Als men dan ook nog kijkt naar de 25% respons die voorstander is om de aanleg- en instandhoudingskosten van zo'n net voor het buitengebied te dragen dan zijn de beide gevolgtrekkingen voor zijn fractie dusdanig dat zij concluderen dat zij het voorstel van het college e±e£ moeten ondersteunen. Zoals in het voorstel besloten ligt, is men er wel voorstander van, om kleinere deelprojecten in het buitengebied aan te sluiten mits er een voldoende aan- siuitinsspercentaee is en mits het financieel verantwoord is. In de commissie is ai aangegeven dat indicaties te ontlenen zijn. De uit breiding van het programma-pakket kan zijn fractie niet ondersteunen omdat op grond van de enquête-analyse blijkt dat het merendeel van de geënquê teerden, 36% neigt naar omzetting van België Frans naar België Vlaams II. Daarnaast blijkt dat 15% geen behoefte heeft aan uitbreiding. Dat betekent dus dat 51% geen behoefte heeft aan uitbreiding. Als men dit afweegt tegen het voorstel van het college, wat in feite ondersteund wordt door de 19% die voorkeur heeft voor België Vlaams II, dan trekt hij de conclusie dat teerden toch ook de extr_ slijk budget op dit moment. Zijn fractie voelt zich temeer gesterkt ais men kijkt naar de andere argumen tatie van het college om uit te breiden van 6 naar 7 kanalen. De argumentatie dat omzetting van België Frans I naar België Vlaams II een wijziging zou betekenen van de overeenkomst, vermag zijn fractie niet in te zien waarom een uitbreiding, of welke keuze men ook doet, ook geen wijziging van de gesloten overeenkomst is. Verwacht men dan geen problemen met mensen die het willen houden bij het bestaande programma-pakket en die toch ook 15% van de geënquêteerden uitmaken. Daarnaast gebruikt het college als argument dat men twijfelt aan de rechtmatigheid van de omzetting. Zijn fractie is echter van mening dat de rechtmatigheid niet in het geding is. Men zou hier van rechtmatigheid kunnen spreken wanneer dit zou kunnen leiden tot een contractbreuk en dat er dan verplichtingen aan zouden kunnen worden verbonden. Zijns inziens is dit zeker niet het geval. Er staat helemaal geen verordening tegenover die het verbiedt dat er antennes op het dak mogen staan en men mag met een bouwvergunning de antenne weer terug op het dak plaatsen. Het is voor zijn fractie vreemd dat het college stelt dat rechtmatigheid van omzetting in het geding zou zijn. Het verwijderen van België Frans I zou tot gevolg hebben dat er meer antennes op het dak komen. Dit pro-argument van het college vindt zijn fractie een betrekkelijk argument want huns inziens geldt dit ook voor alle andere keuzes. Wat te denken dan van de zend-amateurs die een antenne op de daken plaatsen. Er is vernomen, men kan dit lezen in de consumentengids, dat er een rechter lijke uitspraak op komst is, dat men voor Buma-rechten via bekabeling extra zal moeten gaan betalen boven de lasten die op dit moment een aansluiting op het kabelnet al geeft. Verder zegt hij dat zijn fractie van mening is dat uitbreiding van zes naar zeven altijd nog later kan gebeuren. Zij stellen dus voor niet uit te breiden van zes naar zeven maar om te zetten van België Frans I naar België Vlaams II. Op het ogenblik is er weinig uitzicht op regel matige lokale uitzending op de t.v., plus dat de bekabeling op het buitengebied onvoldoende draagkracht biedt en daarom kan dus de visie van het college worden ondersteund dat op dit moment de subsidie voor lokale t.v. nog prema tuur is. Zijn fractie wil wel lof uitbrengen voor het vele werk dat verricht is, ook voor de wijze van de hearing. Het is niet altijd even gemakkelijk om een hearing met emotionele mensen in rechte banen te leiden. Bij de enquête die verricht is, wil hij een kanttekening plaatsen. Het is voor zijn fractie onduidelijk wat de drijfveer is geweest om op zo'n korte termijn te enquêteren. Zijn mening is dat de enquête niet helemaal tot haar recht is gekomen en als men stelt dat dat gekoppeld moet zijn aan de procentuele verhoging, dan kan dat naar zijn mening niet voldoende zijn geweest om daar die enquête aan te verbinden, want dat had ook bij afzonderlijke voorstel len kunnen geschieden. Het is misschien wel nuttig in het vervolg dergelijke dat niet zo steekhoudend merendeel van de geënquê- rClclH, (1° Ör10'U.@"t0

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 13