zaken vooraf in de commissie te bespreken en een hoorzitting in te passen zodat dit de opzet en de vorm van de enquête ten goede zou komen. Er zijn al wat suggesties in de commissie aangedragen en men wil er een volgen de keer nog wel eens op terugkomen. Verder is ook onduidelijk gebleken, welke criteria met betrekking tot 'de evaluatie van de enquête zijn gebruikt. De heer Dirven zegt dat een enquête een indicatie is, die meegenomen kan worden in een besluitvorming. Het is nooit de bedoeling geweest dat de en quête de besluitvorming zelf zou uitmaken doch enkel als advies. Het college acht een respons van 43% bijzonder hoog, daar doorgaans een enquête van 3 tot 8% meestal al voldoende is om de indicatie aan te geven. Inderdaad is het zo dat het besluit wat genomen moet worden uiteraard gedragen moet worden, niet alleen op een indicatie die uit de bevolking komt maar ook uit verstan delijke overwegingen. Die verstandelijke overwegingen zijn voor het college de volgende: doorgaan, zodat men in de toekomst meer zenders zal kunnen ontvangen. Dit houdt in, een kabei waarin 18 aders inzitten, 6 bezet en 12 ongeoruikt. Die ongebruikte aders worden door de mogelijkheid van c. bruik baar gemaakt. Er is de mogelijkheid om Duitsland III door te geven, doch door atmosferische storingen is die zender niet altijd even duidelijk. Wat België Frans II betreft, zegt hij dat de behoeftepeiling niet in de enquête was opgenomen, daar die zender toch sterk het programma Vlaams II overlapt. Lokale radio en t.v. is bijna niet mogelijk in een andere combinatie dan met 9 kanalen, omdat men met de aanleg van de lokale omroep zit met een kabel komende vanuit de Spoorstraat, waar de centrale is ondergebracht in de richting van de Valdijk, Markt, gemeentehuis en Eikebos. Die kosten kunnen alleen meegenomen worden in het totaalpakket van 9 1. Het maakt niet veel uit als dat bij c. gedaan zou zijn omdat het een verhoging van ongeveer 15 tot 30 cent betreft per kanaal. In de toekomst komen er meer uitzendingen en het zou best mogelijk kunnen zijn om de B.B.C. London, Luxemburg of Parijs met een goed beeld te ontvangen, vooral als de satelliet komt. Daarvoor is ook nog veel onduidelijkheid. Ais de satelliet er komt in 1984, dan krijgt men zeer scherpe ontvangst. De ontvangst van die satelliet kan alleen via vrij kostbare apparatuur, zodat doorgave via de kabel zal moeten geschieden. Ais opstelling c. gekozen wordt, betekent dat, dat een uitbreiding van ons kabelnet met betrekkelijk geringe kosten kan plaatsvinden. B. is naar zijn mening de slechtste keus want dan krijgt men er wel een nederiands-talig programma bij maar het frans-talige programma gaat weg. Doch vooral dat de mogelijkheden daardoor in de toekomst beperkt blijven. Dit zou betekenen dat als over 2 of 3 jaar toch de behoefte groot zou zijn om er enkele andere zenders bij te nemen zoals bijvoorbeeld Engeland, dat er die mogelijkheid alleen maar is door een zware ombouw van zes naar meer mogelijkheden binnen de kabel. De vraag waarom er niet de mogelijkheid is dat het buitengebied op een lager niveau ingeschaald kan worden, is gekop peld aan het ja of nee over de lokale radio en t.v. Voor het ontvangen van t.v. is er uiteraard de bekende antenne-mogelijkheid. Dat is natuurlijk een solidariteit die op een ander vlak ligt dan met name uit het buitengebied Vorig jaar zijn er op Koninginnedag veel verzoeken gekomen of zij ook niet aangesloten konden worden op de lokale radio en t.v. Als lokale radio en t.v. mogelijk gemaakt wordt, moet het ook mogelijk zijn voor de mensen in het buitengebied en dan kan de bekabeling worden meegenomen. Maar zowel in het binnengebied als in het buitengebied blijkt die voorkeur voor de lokale radio en t.v. niet voldoende te zijn. De heer van den Bliek maakt een belangrijke denkfout door de 36% voor b. samen te tellen met de 15% voor bestaand. Spreker vindt dit een ontzettend groot verschil want dat mag men absoluut niet bij elkaar optellen. Iemand die zegt dat hij het bestaan de programma wil handhaven, is iemand die kiest voor RTB 1 erbij. Het is dan niet iemand die zegt dat hij RTB I wil omzetten in BRT II. Als de heer van den Bliek zegt dat 36% RTB I wil ruilen tegen BRT II dan staat daar tegenover dat 64% dat niet wil. 36% Wil BRT II erbij, wat kan als men dan iets meer wil betalen. De uitslag van de enquête komt ook in de -10-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 14