17. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor het aanschaffen
van een gedeelte van de startcollectie boeken voor de openbare bibliotheek.
De heer van der Kooij zegt dat zijn fraktie voor het voorstel is. Het feit
dat men gekozen heeft voor een bibliotheek betekent dat de middelen daar
voor ook gegeven worden.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke
stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
18. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de aanschaf van
een stencilschrijver ten behoeve van de Heilig Hartschool, Kapelstraat 44,
alhier.
Zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming wordt conform het
voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
19. Voorstel tot vaststelling en afrekening over 1982 van de vergoeding vakon
derwijs (artikel lQlbis) ten behoeve van de Griffioenschool, Schoolstraat
Zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming wordt conform het
voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
20. Voorstel tot vaststelling van de le wijziging van de begroting 1982 van
het gemeentelijk Woningbedrijf (slotregularisatie).
Zonder beraadslaging en zonder hoofde
lijke stemming wordt conform het
voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
21. Voorstel tot vaststelling van de 42e, 43e en frfre wijziging van de gemeente
begroting 1982 betreffende de slotregularisatie 1982.
De heer Jansen heeft in principe geen moeite met de verdeling van het
overschot. Maar hij zou toch de raad op het volgende willen attenderen.
Er is zojuist met grote zorg een besluit genomen voor wat betreft de financie
ring van het Bedrijventerrein. Het Bedrijventerrein zal waarschijnlijk in het
eerste jaar nog geweldige lasten op de gemeente leggen die ver uitgaan
boven datgene wat er normaal van een bedrijventerrein verwacht mag worden.
Het Bedrijventerrein maakt op het ogenblik onderdeel uit van de grondsector.
Dat betekent dat men zou kunnen redeneren dat de verliezen ten laste komen
van de reserves die bij de grondsector zijn behaald. Hij vindt dat onjuist.
Hij vindt namelijk dat het Bedrijventerrein daar niet thuis hoort. Hij vindt
het Bedrijventerrein een aparte economische unit. In het grondbedrijf praat
men over het mogelijk maken van woningbouw, maar daar moet zeker niet
onder begrepen worden het mogelijk maken van het Bedrijventerrein. De
reserves die uit het verleden in het grondbedrijf zijn ontstaan, behoren straks
niet gebruikt te worden voor het Bedrijventerrein. Hij zou eigenlijk willen
voorstellen te overwegen: a) is het niet juist dat het Bedrijventerrein onttrok
ken wordt aan het grondbedrijf en b) is het niet juist om, gezien de zorg
voor deze economische unit, uit het overschot van de slotregularisatie 1982
nu al een reserve op te bouwen ten gunste van die toekomstige unit. Hij
- 26 -