De heer Verstraten zegt dezelfde mededeling te willen doen. Wat betreft
de portefeuille financiën wordt niet volgens de spelregels gahandeld. Het
verwondert zijn fraktie dat juist het college het naast zich neerlegt. Een
kwalijke zaak. De situatie blijft voortbestaan tot aan de evaluatie. Maar
het is volgens zijn fraktie maar een tijdelijke zaak.
De heer van der Kooij zegt dat hij met aandacht geluisterd heeft naar de
heer Jansen toen hij sprak over de procedures die gevolgd waren in het verle
den en met name naar aanleiding van de brief van Mr. van Wijmen. Hij wil
weten hoe het procedureel in elkaar zit. Er is in 1972 een raadsbesluit geno
men over de manier hoe hier in Prinsenbeek het huisvuil opgehaald zou wor
den. Er is ooit een proef gedaan met vuilniszakken, een kwestie die uitvoerig
door de raad is besproken. Nu ziet hij dat er een ingrijpende verandering,
gedurende een half jaar, in de vuilophaaldienst optreedt. Is het zo, dat het
college, zelfs na overleg met commissies, tegen een raadsbesluit in heeft
gehandeld?
Wethouder Houtepen zegt dat in de tijd dat de heer van der Kooij nog geen
raadslid was, in de commissie openbare werken, waar hij toen ook voorzitter
van was, is gefilosofeerd of er overgegaan moest worden om huisvuil in te
zamelen via mini-containers. Op diverse plaatsen was men daar al mee bezig.
De commissie kwam toen tot de conclusie dat men dat nu niet moest doen,
want er zouden extra kosten gemaakt worden en dat is nooit de bedoeling
geweest van dit college en ook niet van het vorige college. De extra kosten
hielden in dat aan de huidige vuilniswagen aanpassingen aangebracht moesten
worden. Toen is gezegd dat men dat op het moment, wanneer de huisvuil wagen
aan vervanging toe was, moest bekijken. Dat is nog een jaar uitgesteld omdat
die wagen nog een jaar langer mee kon. Nu heeft de raad het krediet goedge
keurd voor de nieuwe vuilniswagen en daar is dit s ysteem onder voorbehoud
in meegenomen. Het college heeft daar zijn instemming in betuigd. Er is
uitvoerig in de commissie over deze aangelegenheid gesproken. De heer
Trotsenburg is in de commissie openbare werken vertegenwoordigd. Het
verbaast spreker dat de heer van der Kooij daar nu mee komt, terwijl iedereen
fraktiegewijze daarvan op de hoogte was. Hij zou niet weten waarom daar
nu persé eerst een raadsbesluit nodig zou moeten zijn.
De heer van der Kooij zegt dat hij geen antwoord heeft gekregen op zijn
vraag. Hij zegt dat hij die proef niet in de weg wil staan omdat het al een
voldongen feit is. Waar het hem om gaat is, dat hij zijn kennis op dit gebied
wil uitbreiden.
Wethouder Houtepen antwoordt dat het college verantwoordelijk is voor
de uitvoering van het destijds genomen raadsbesluit.
De heer Schreiner zegt dat de vervuilde grond op de vuilnisstortplaats wegge
haald zou worden. In de regenperiode kon dat niet volgens de wethouder.
Nu is hem ter ore gekomen dat die grond er nog steeds ligt. Klopt dat?
Wanneer gaat die grond weg?
Wethouder Houtepen zegt dat het beter zou zijn geweest als die vraag hem
eerder had bereikt. Dan had hij in een of andere commissie daar een duidelijke
uiteenzetting over kunnen geven. Die grond zou ai lang teruggebracht zijn,
ware het niet dat het gemeentebestuur van Etten-Leur een beroep op het
gemeentebestuur van Prinsenbeek had gedaan in het kader van verlening
van de Hinderwet van het betreffende bedrijf. Er moesten eerst voorzieningen
getroffen worden daar, waar die grond opnieuw opgeslagen zou kunnen worden.
Dit zou deze week geregeld worden en volgende week is die grond weer
terug. Uit milieu-technische overwegingen heeft het college daaraan meege
werkt.
- 29 -