veel mensen in Prinsenbeek die zich op een of meer terreinen verdienstelijk
maken omdat ze het zo graag doen. Zij beieven er ook hun vreugde aan. Deze
mensen vragen daarvoor geen beloning. Hij heeft gelezen in het voorstel dat
het college het gemis voelt om uiting te geven aan waardering. Is het misschien
daarom, dat de oorkonden reeds gedrukt zijn, of zo goed als gedrukt zijn met
de tekst erop, in zowel goud, zilver als brons? Hij vraagt zich af of de erepennin
gen misschien ai aanwezig zijn. Naar aanleiding van de niet geringe publiciteit
vooraf in de Stem zijn er ai veel reacties geweest. Ook op straat en die waren
niet allemaal positief. Zijn fractie vindt dan ook dat men uit het hart moet
spreken. Hij wil Gemeenschapsbelang nog zeggen dat het moet kiezen voor een
medaille of niet. Als men er tegen is moet men dat zeggen en niet op de manier
van "als er een moet komen, dan maar één van zilver".
Zijn fractie prefereert het niet instellen van zo'n medaille boven het wel instellen
van zulk een medaille.
De voorzitter zegt dat deze zaak kennelijk erg gevoelig ligt en daarvoor brengt
het college wei begrip op. Hij wil wel even aangeven waarom men tot een grada
tie van drie is gekomen. Het uitgangspunt is de omvang en de waarde van de
verdienste van de desbetreffende decorandus of decoranda geweest. Het college
heeft begrepen dat de raad daar niets voor voelt. Men wil de raad wel tegemoet
komen door het voorstel dat is gedaan om toch over te gaan tot instelling van
een erepenning van Prinsenbeek op basis van artikel 6. Daar wordt aangegeven
wanneer iemand voor zo'n erepenning in aanmerking komt en dan in zilver.
De verordening moet hieraan worden aangepast, zodat er in totaal 7 artikelen
komen in plaats van de 13 artikelen nu. Artikel 10, wat dus 5 zou worden, zal
ook gewijzigd moeten worden. Na "gebeurtenissen" invullen: "waarin burgemeester
en wethouders de verlening- genoegzaam verantwoord achten."
De burgemeester zal dan ook de penning uitreiken en bij ontstentenis door de
loco-burgemeester.
De heer Schreiner zegt ais reactie op wat de heer Nagelkerke heeft gezegd
dat hij akkoord is met hetgeen dezegezegd heeft, namelijk dat zijn fractie tegen
is. Hij heeft inderdaad gezegd dat als de raad toch besluit tot het instellen
van een medaille, zij zou willen voorsteilen er maar één in te stellen. Hij
wil hiermee duidelijk aangeven dat Gemeenschapsbelang tegen het eremetaal
is, moet het zo zijn dat de raad eerst moet besluiten of er wel een erepenning
moet komen. Daarna pas de gradaties. Mocht de raad in meerderheid toch beslui
ten dat er een penning moet komen, dan is zij er voor er maar één te
nemen.
De heer Verstraten zegt bij interruptie dat wanneer men spreekt vanuit de minder
heid, het niet meer als normaal is dat men zegt, dat indien de andere leden
vinden dat de eremedaille er moet komen, men voorstander is van één kleur.
De heer Lodewijks zegt dat hij de stemverhoudingen wel zo ongeveer kan tellen
en dat hij wel weet wat er uitkomt. Het komt de P.v.d.A.-fractie wei vreemd
voor dat men als gemeenteraad niet zo ver wil gaan. De raad dient namelijk
het belang van de gemeenschap. Die raad heeft het er niet voor over om mensen
die zich in die gemeenschap, niet omwille van een functie of wat voor reden
dan ook of gewoon ten behoeve van die gemeenschap verdienstelijk hebben ge
maakt of meer dan dat, een duidelijke uitspraak te doen dat men dat ais gemeen
te waardeert. Hij begrijpt de argumenten van de heer Nagelkerke goed. Het
is heel moeilijk om je in de intenties van mensen te begeven en af te wegen
wie de penning krijgt. Als er mensen zijn die veel goeds voor de gemeenschap
hebben gedaan, dan worden die misschien niet gesignaleerd. Een gemeenschap
als Prinsenbeek, en zeker van een omvang als Prinsenbeek, los van het feit
dat er iemand om zit te vragen of zit te wachten, kan alleen maar leven en
goed functioneren als er mensen zijn die zich voor de gemeenschap meer dan
gewoon inzetten. Het instellen van een penning van één soort metaal is wei
het minste wat de gemeente kan doen voor deze mensen.
De voorzitter zegt dat men met zo'n penning op dezelfde wijze kan werken
ais met een koninklijke onderscheiding. Deze wordt ook door anderen aange-