vraagd net als voor het verzetsherdenkingskruis. De opwekking die door de heer
Lodewijks is gedaan, is ook het college uit het hart gegrepen. Namens het college
sprekend wil hij een beroep doen op de raad om het gemeentebestuur in de gele
genheid te stellen, juist aan die personen die zich meer dan bijzonder hebben
ingespannen voor deze gemeenschap, de erepenning toe te kennen. Uiteraard
bij hoge uitzondering, want dat is van belang voor de waarde van de penning.
Als er kwistig mee om wordt gegaan, betekent dit een daling van de waarde
van zo'n onderscheiding.
De heer Na&elkerke merkt op dat hij in de stukken heeft gelezen dat Gemeen
schapsbelang "nee" heeft gezegd, maar als het er toch van komt, liever één
dan drie penningen. Als hij dat verkeerd begrepen heeft dan spijt hem dit.
De heer Jansen zegt dat de heer van der Westen en hijzelf zich zullen onthouden
van een eventuele stemming.
Nadat de voorzitter heeft gezegd tot stemming te zullen overgaan, verlaten
de heren Jansen en van der Westen de raadszaal.
Na hoofdelijke stemming wordt het
voorstel met 7 stemmen tegen van
de leden Verstraten, van Esch-Kuppens,
Vissers, Schreiner, de Hoon, Nageikerke
en van den Bliek en 6 stemmen vóór
van de leden van der Kooij, Dirven,
van Trotsenburg, Houtepen, Lodewijks
en Oosthoek verworpen.
Hierna nemen de heren Jansen en van der Westen weer plaats.
8. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het reconstrueren
van het wegdek van de Beeksestraat.
De heer Oosthoek zegt dat zijn fractie akkoord is met het voorstel met die
aantekening dat zij in deze gevallen en als het om deze bedragen gaat de voor
keur geeft aan een openbare aanbesteding.
De heer Vissers zegt dat ook zijn fractie zich kan vinden in het voorstel. Door
de reconstructie van de Beeksestraat komt er een grotere veiligheid vanaf de
stoplichten. Hij kan zich ook vinden in de voorgestelde manier van aanbesteding.
Wethouder Houtepen zegt blij te zijn dat de raad ermee akkoord kan gaan om
het weggedeelte te voorzien van de juiste wegverharding. Wat betreft de opmer
king van de heer Oosthoek over de openbare aanbesteding zegt hij dat hij zich
wil beperken tot hetgeen hierover in de commissie is gesteld.
De heer Lodewijks zegt dat de gang van zaken zijn fractie bevreemdt. Eerder
is er herhaaldelijk over gesproken of het in deze tijd niet meer voor de hand
ligt om in dit soort gevallen openbaar aan te besteden. Van die wenselijkheid, die
door de raad in meerderheid is uitgesproken, is bij dit soort voorstellen nooit
iets gebleken. Hij vraagt zich af of in de toekomst in soortgelijke voorstellen
verandering zal komen of niet.
De heer Verstraten zegt dat hij nu niet gesproken heeft over de onderhandse
aanbesteding, doch dat zijn fractie iedere keer bij alle aanbestedingen boven
een bepaald bedrag terugkomt op een onderhandse aanbesteding. In de commissies
openbare werken en financiën heeft zijn fractie een dusdanig antwoord gekregen
dat hier vandaag niet op terug moest worden gekomen.
Wethouder Houtepen zegt dat er inderdaad in twee commissies over is gesproken.
Er is een manier gevonden waarop de aanbesteding op een juiste wijze kan geschie
den. Dat het nu nog niet volledig openbaar is, daar is men het volledig over-
eens. Het is goed hierover nog eens te praten, dan hoeven deze discussies niet
meer gevoerd te worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.