al een hele tijd van te voren voorbereid en er is zelfs nog aan de plannen gewij
zigd. Dat heeft allemaal zijn tijd nodig gehad. Ondertussen waren er ook nog
andere problemen die inmiddels door de raad zijn uitgesproken door de claims
te honoreren. Hij heeft gisteren nog contact opgenomen met de voorzitter van
de Woningstichting, de heer van Seventer. Die heeft gezegd dat het nemen van
een ander architectenbureau duidelijk bedoeld is bij een volgend bouwplan. Een
architectenbureau kan niet op zo'n korte termijn een plan gereed maken dat
ook bij de stedebouwkundige en bij welstand beoordeeld moet worden. Die voor
bereidingstijd duurt daarom vrij lang. Er is serieus aan gewerkt om een goed
plan op tafel te brengen. Men heeft elkaar waarschijnlijk verkeerd begrepen
en er zijn natuurlijk misverstanden geweest. Het moet uiteraard wel goed uitge
praat worden. Hij heeft het nu overgebracht zoals hij het gehoord heeft van
de voorzitter van de Woningstichting naar aanleiding van de vergadering van
gistermiddag. Hij is graag bereid hier later op terug te komen als het niet hele
maal duidelijk is. Hij mag wei constateren namens het college dat men instemt
met het beschikbaar stellen van het krediet zodat in ieder geval de bouw niet
in gevaar komt.
De heer Jansen zegt dat hij in het antwoord van de wethouder geen antwoord
krijgt op zijn vragen. Hij zou echter wei graag de goede antwoorden hebben.
De heer van der Westen zegt dat het toen ais vanzelfsprekend beschouwd werd
dat de architect van een aannemer de plannen zou maken. Daar heeft hij zich
tegen verzet. Hij stelt dat de toekomstige aannemer geen opdrachtgever is
want dat is het stichtingsbestuur. Die is opdrachtgever en die trekt de architect
aan. Daarom zijn vraag door wie het nu gebeurd is.
I Wethouder Houtepen zegt dat hij zal trachten in overleg met de Woningstichting
Prinsenbeek hierop de juiste antwoorden te krijgen.
Hij zal proberen aan de wensen van de heer Jansen te voldoen in overleg met
de Woningstichting. Hij zal de voorzitter van het college van burgemeester
en wethouders verzoeken het bestuur bijeen te roepen om de zaak te bespreken.
De heer Ver straten zegt dat hij, naar aanleiding van de opmerkingen tijdens
de commissievergaderingen door de heer Jansen dat er twee leden van het bestuur
waren die nergens iets van wisten, de voorzitter van de Woningstichting heeft
gebeld. Hij heeft toen om opheldering gevraagd. De voorzitter heeft toen gezegd
dat er ongeveer twee maanden geleden een vergadering is geweest van het vol
tallige bestuur waarin dit besloten was.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
t vervoigens conform het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten
met de aantekening dat de raad nader
geïnformeerd zal worden.
11. Mededelingen.
Er zijn geen mededelingen te doen.
12. Rondvraag.
Er worden geen vragen gesteld.
13. Sluiting.
-Ty
m