financieel beleid, waarop ook en met name de beide jubilarissen terdege hun stempel
hebben gedrukt. In de periode 1953-1983 en vooral gedurende de laatste 20 jaar daarvan
g moest het gemeentebestuur practisch continue en zo mogelijk tijdig inspelen op het
behoeftepatroon van de zich in snel tempo aandienende stijging van het aantal inwoners
en daarop het voorzieningenniveau op de onderscheiden terreinen van zorg afstemmen
en aanpassen. En zulks gebeurde dan ook.
In de beginjaren '70 stond bovendien welhaast centraal het al dan niet opgeheven
worden van Prinsenbeek als zelfstandige gemeente. Het raadsbesluit tot het alleen
afstaan van het gebied Haagse Beemden Oost aan Breda betekende tenslotte afsluiting
van de actie tegen een her-indeling en het verdwijnen van het annexatie-spook.
Mevrouw, mijne heren, twee uwer hebben - ik memoreerde het zojuist - gedurende
deze gehele c.q. practisch gehele periode een belangrijke bestuurlijke rol vervuld
in het Prinsenbeekse en in die rol een grote verantwoordelijkheidszin opgebracht.
U, heer van der Westen, ontwikkelde zeker tijdens uw 20-jarig wethouderschap met
name activiteiten op sociaal terrein en toonde onder meer uw deskundigheid inzake
sociale voorzieningen. Koel en zakelijk afdoen van zaken was en is u vreemd; u had
een inzet en bewogenheid en kweekte - waar mogelijk - goodwill. Mijn voorganger
betitelde u bij uw benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau ais "een monu
ment van mens zijn" en "als een goed, wijs en mild bestuurder". Voor mij is het niet
wel mogelijk hieraan nog sterkere eigenschappen toe te voegen. De gedane uitspraken
tekenen u exact. Ik meen niets te veel te zeggen of enigszins te overdrijven, wanneer
ik stel, dat u steeds voor eik probleem, waarmede u werd en nog wordt geconfronteerd,
aandacht had en nog hebt; dat zeer velen bij u steeds weer een klankbord en willig
oor vinden voor hun problemen en dat zeker tot medio de jaren '70 welhaast eenieder
in dit dorp u van nabij kende. Uw eigen uitspraak: "ais het ieder met elkaar eens
I is, heeft er niemand nagedacht" typeert u overigens evenzeer. Gezondheidsmotieven
hebben u belet al die activiteiten, welke u nog zo gaarne zou willen doen, om die
te blijven ontplooien. Van uw bestuurlijke ervaring en inbreng kunnen evenwel ook
nu uw fractie, commissies en raad profiteren.
Mijnheer Jansen, hoewel op een schier onverkiesbare plaats op de K.V.P.-lijst kwam
u in 1958 toch - zoals u zelf stelde - ik citeer: "als eerste forens in deze raad en
zulks dan dank zij de grote belangrijkheid van de toenmalige lijsttrekker", collega
van der Westen. En in deze afgelopen 25 jaar heeft u zeer nadrukkelijk uw stempel
gedrukt op het bestuurlijk reilen en zeilen in deze gemeente. De grote ijver en deskun
digheid op een veelheid van terreinen in ons maatschappelijk bestel legde u evenzeer
aan de dag in het raadswerk. Derhalve konden niet slechts de vele particuliere organi
saties, waarvan u veelal voorzitter was of nog bent, profiteren van uw talenten, doch
ook en juist de Prinsenbeekse gemeenschap en zulks dan via uw raadslidmaatschap.
U deed en doet dit alles nog steeds vanuit een onbaatzuchtige bezieling. Terecht
kan men zich afvragen, waar u de afgelopen reeks van jaren de tijd hebt weten te
vinden ook nog temidden van uw groot gezin te vertoeven. De eerlijkheid gebiedt
mij te zeggen - en anders zou ik u ook in deze tekort doen - dat u geen gemakkelijk,
vaak zelfs een moeilijk raadslid bent tijdens discussies, met name wanneer uwes inziens
zaken met principiële kanten aan de orde zijn, waaraan uw collega's - althans naar
uw gevoelen - wat lichter of zelfs te licht tillen. Dan toont u zich een vasthoudend
debater, die niet van wijken weet en voor wie discussiëren in twee termijnen vaak
te weinig is. Uw kennis, deskundigheid en taaie vasthoudendheid in combinatie
met de gave van het woord, zij hebben op het gemeentelijk beleid grote invloed gehad;
een invloed welke is uitgemond in vele goede besluiten ten gerieve van de Prinsen
beekse bevolking.
f Jubilarissen, gaarne en van harte bied ik u beide namens het gemeentebestuur mijn
gelukwensen aan bij gelegenheid van uw 30- c.q. 25-jarig raadslidmaatschap. En in
deze felicitatie betrek ik uiteraard ook gaarne u, mevrouw van der Westen en u,
mevrouw Jansenl U beiden hebt uw mannen in hun arbeid voor de Prinsenbeekse ge
meenschap maar al te vaak thuis moeten missen.
Namens het gemeentebestuur moge ik de beide jubilarissen - naast het aanbieden
van een openbare receptie - deze felicitatie vergezeld doen gaan van een attentie.
U, heer van der Westen, hoop ik een genoegen te kunnen doen met een tuinstoel
'p en u, heer Jansen met een kunstboek.
Dat het u beiden gegeven moge zijn ook de komende jaren u op gemeentelijk bestuur
lijk vlak te kunnen blijven inzetten voor onze Prinsenbeekse bevolking."
-2-