per jaar 300 rijbewijzen uitgeeft. In die tijd was de auto een schaars begrip. Hij kende destijds de fractievoorzitter van de K.V.P.: de heer Aarts. In die tijd was er ook een begrotingsbespreking en dat werd binnen anderhalf uur, met inbreng van alle fracties en alle raadsleden afgewerkt. Binnen anderhalf uur was alles besproken, uitgezocht en waren er wijzigingen aangebracht die noodzakelijk waren. Er werd heel weinig geparlevinkt op de manier die momenteel politiek een geboden zaak is. De begroting bedrukte de raad niet want na twee uur was het een bekeken zaak. Wanneer men deze kleine memorabele feiten onder ogen ziet, dan ziet men wat er in een korte tijd gebeurd is. Zoals men namelijk leeft, realiseert men zich niet hoe snel het gaat, hoe snel deze moderne tijd nog over je heen holt en achter zijn eigen feiten aanholt en door nieuwe mogelijkheden constant een versnelling meemaakt. Ook dat is in deze gemeente gebeurd en daar moet men blij mee zijn. Wanneer hij zijn rechterbuurman hoort spreken over de erepenning, dan zal men begrijpen waarom hij en de heer van der Westen de raadszitting toen hebben verlaten. Hij wil terzake wel het volgende zeggen. Hij is persoonlijk van mening dat de gemeente ais Prinsenbeek een erepenning nodig heeft voor alle mogelijke vormen en doeleinden die daar zich ooit toe zouden lenen. Anderzijds is hij van mening dat een besluit daartoe niet geno men dient te worden veertien dagen voordat eenieder al twee maanden wist dat er jubilea gevierd zouden worden binnen deze raad. Van zo'n besluit is hij een tegenstan der. Niettemin kan hij zich voorstellen dat het college van burgemeester en wethouders in de toekomst er nog weieens behoefte aan zou hebben op deze zaak terug te komen. Toen spreker vanavond hier naar toe ging zei zijn vrouw: "Wat zal ik vanavond aan trekken?" De heer Jansen zei toen: "Je moet dat rode jakje maar aandoen, want je weet nooit of het niet helpt wanneer ik vanavond toegesproken wordt." Maar hij had de uiteenzetting van de heer Lodewijks nauwelijks kunnen verwachten en wanneer hij het geweten had, dan had zijn vrouw een hele rode jurk aangedaan. De heer Nagelkerke zit momenteel op zijn stoel en dat zal in de toekomst misschien nog weieens meer voorkomen. Hij is hem erg dankbaar voor hetgeen hij gezegd heeft, maar wil dat nog wel onderstrepen in een andere zin. Hij heeft namelijk veie sprekers in het geheel weieens tegengesproken wanneer hij meende dat dit nodig was. Hij is er daarbij echter altijd vanuit gegaan dat het nooit in het persoonlijke vlak zou liggen. En hij kan de heer Nagelkerke zeggen dat, wanneer hij de revue laat passeren van alle mensen die in de raad in dezelfde periode hebben gezeten, hij daar ongetwijfeld van zijn kant en hij hoopt ook van de andere kant, veel vrienden heeft overgehouden. Ook aJ zitten ze niet meer in deze raad. Ook weet hij dat er zich dingen afgespeeld hebben waar onderling wederkerig respect uit geboren is. Wanneer men vandaag hier in de raad aanwezig is, dan dacht hij dat een van de meest prettige eigenschappen van deze raad is, dat dit in een breed vlak door elk raadslid ook zo beleefd wordt. Hij gelooft dat het belang van een gemeente als Prinsenbeek niet zozeer gelegen is in de kwaliteit van individuen die misschien wat kunnen bijdragen tot besluitvorming, doch dat zij beschikt over een korps van diverse pluimage, dat het goed met elkaar kan vinden. Die elkaar dusdanig weten te respecteren, dat er bestuur mogelijk is. Hij denkt dat men dat in het verleden in sterke mate binnen deze gemeente altijd gehad heeft. Hij moet eerlijk zeggen dat een van de meeste sprekende voorbeelden daarvan, de huidige gemeenteraad is. Die is toch in vier groepen verdeeld en viert die verdeeldheid dusdanig bot dat er bestuur mogelijk is. Bestuur met een positieve inbreng. Gezien vanuit zijn eigen gevoelsbenadering als raadslid is dat een van de meest verheugende dingen die hij constateert. Hij is namelijk van mening dat eenieder die raadslid wordt, dit moet doen gebaseerd op objectieve maatstaven, ontdaan van elke repercussie in de stemeffecten bij die vierjaarlijkse verkiezingen. Hij moet ook eerlijk zijn zonder aanzien des persoons, zowel in collectief als in persoonlijk vlak. Tot slot wil hij dank zeggen aan al degenen met wie hij 25 jaar lang in deze raad heeft gezeten, zowel ten opzichte van burgemeesters, wethouders als mederaadsleden die hij heeft medegemaakt. Hij wil dank zeggen aan het gemeentepersoneel, want men kan elkaar natuurlijk wel op zitten hemelen en zeggen wat doen wij het allemaal goed, maar hij denkt dat men niet veel wijzer zou worden met al de inbreng en ai de capaciteiten wanneer dat niet gedragen werd door een aantal mensen die achter het voorstel staan. Mensen die achter de inbreng staan, die initiërend de zaak voorberei den en ter tafel brengen. Voor een kleine gemeente als Prinsenbeek heeft men al vele jaren het geluk gehad, te kunnen bogen op een korps mensen waarvan hij van mening is, dat de kwaliteit daarvan ruim boven de maat ligt ten opzichte van de -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 179