-13-
zijde onder doelstellingen zou hij onder punt 2 een tekstwijziging willen voor
stellen: in plaats van "de minste .kracht" zou dan moeten staan "bijzondere
aandacht wordt besteed aan degene die in economisch of maatschappelijk
opzicht begeleiding behoeven om tot zelfontplooiing te komen". Ten aanzien
van punt 5 zou hij er aan toe willen voegen: "regelmatige evaluatie terzake
is gewenst". Iets wat ogenschijnlijk nog bestaat, kan wel eens zo ver over
zijn tijd heen zijn dat het tijd is het te verwijderen. Op punt 6 wil hij ook
graag een kleine wijziging aanbrengen namelijk: "waar initiatieven van de
bevolking achterwege blijven, zal het gemeentebestuur dienen te overwegen
of zij zelf welzijnswerk dient uit te voeren c.q. of betaalde voorzieningen
in stand gehouden dienen te worden." Hij dacht dat dit correcter is, wat
voorzichtiger als het gestelde door het college. Deze kleine bemerkingen
op onderdelen en niet op hoofdzaken in acht genomen, kan zijn fractie de
uitgangspunten en de doelstellingen van deze nota onderschrijven en in hoofd
lijnen met de planning en de procedure akkoord gaan en gaan zij ook akkoord
met instelling van een weizijnsorgaan. Men wil hierbij wel aantekenen dat
zijn fractie er vooralsnog niets voor voelt om de sportadviesraad al te doen
opgaan in dit weizijnsorgaan. Hij wil verzoeken de sportadviesraad in takt
te houden omdat de bespiegelingen in het weizijnsorgaan straks van een
geheel andere aard zullen zijnen die zullen ook blijken van een geheel andere
aard te zijn als de problemen die in de sportadviesraad aan de orde komen.
Als de sportadviesraad opgaat in het weizijnsorgaan dan loopt men de kans
dat het weizijnsorgaan niet verder komt als adviezen te verstrekken over
datgene wat ten aanzien van de sport in deze gemeente van node is en dan
is deze nota tot zijn spijt voor niets geschreven.
De heer van Trotsenburg zegt dat in de commissie uitgebreid gesproken is
over deze nota. Hij is van mening dat deze nota voldoende basis heeft om
het voorstel onder punt 13 te kunnen steunen en te komen tot een voorlopig
weizijnsorgaan. Bij de verdere uitwerking straks - zal heus nog wel geschaafd
moeten worden aan deze nota maar het is zeer zeker voldoende om van start
te gaan. Hij wil de samensteller van deze nota hartelijk dank zeggen voor
het vele werk wat hij hieraan heeft verricht.
De heer van den Bliek zegt namens zijn fractie dat ook zij lovende woorden
hebben over het vele werk dat aan deze nota is verricht, zowel door de ambte
lijke groep ais door de commissieleden zelf. Het is een nota die een lange
looptijd heeft gehad, uitvoerig is bestudeerd en bediscussieerd. Hij vindt het
een goede zaak dat er een inventarisatie is gepleegd van wat er binnen welzijn
mogelijk is, wat er onder gevat moet worden en wat er in Prinsenbeek aanwe
zig is op dit moment. Het is zelfs zo gesteld dat er ruimte is gelaten voor
witte vlekken die naar zijn mening nog wel aanwezig zijn, om daar straks
bij de verdere invulling nader op in te gaan. In de commissie zijn er bij het
totaalcommentaar nog kanttekeningen geplaatst die in het verslag zijn ver
woord. Een opmerking is, dat in de nota onvoldoende tot uitdrukking komt
dat het gemeentebestuur zich niet zal bemoeien met de identiteit van de
weizijnsinstelling. Hij denkt dat bijvoorbeeld de K.PJ. een specifieke doelgroep
is waarvan men moeilijk een humanistische plattelandsjongerengroep kan
maken. Hij heeft daarnaast nog een opmerking bij uitgangspunt b., waar staat
dat welzijn voorwaarden dient te scheppen. Hij zou dit aangepast willen hebben
in die zin dat het voor zover mogelijk voorwaarden dient te scheppen. Dat
komt dan ook uiteindelijk in het verdere verloop van de doelstellingen tot
uiting. Bij uitgangspunt k. wil hij ook een kanttekening plaatsen. In zekere
iate moet toch een democratisch bestuur mogelijk zijn zonder bijvoorbeeld
bailotagevormen. Evenals de heer Jansen was de eerste reactie van de commis
sie ook al dat "de groepen die achtergesteld zijn" nogal geladen is. Hij heeft
begrepen van de wethouder dat dit een begripsomschrijving is die algemeen
is ingeburgerd en algemeen in de kaderwet specifiek welzijn en ook in uit
voering daarvan is geaccepteerd en om die redenen heeft men dit laten staan.
Hij prefereert een formulering die een minder geladen karakter heeft. Zijn
fractie hoopt dat met deze nota een goede basis wordt gevonden om te komen