6. Voorstel tot mandaatverlening aan Rijkswaterstaat inzake plaatsing geluid-
schermen langs Rijksweg 16 en voorstel tot votering van een krediet ten behoeve
van te houden akoestisch onderzoek.
De heer Ver straten zegt dat het eerste deel van dit voorstel de instemming
heeft van zijn fraktie. Aangezien Rijkswaterstaat tevens eigenaar van de weg
is lijkt het zijn fraktie de meest geschikte combinatie. Toch vraagt hij het
college de vinger aan de pols te houden voor wat betreft de uitvoering, daar
dit ook voor Rijkswaterstaat een begin is, hetgeen weieens met kinderziekten
gepaard kan gaan. Daardoor ontstaat soms tijdverlies. Anders ligt het met
het voteren van het krediet ten behoeve van het te houden akoestisch onderzoek.
Zijn fraktie vindt het jammer dat dit op het laatste moment moet gebeuren.
Enige inspraak in wat er gemeten moet worden is wel het minst wat er toege
staan kan worden. Temeer daar uit het verslag van de commissie financiën
blijkt dat het scherm alleen maar aan de westzijde geplaatst wordt. De conclusie
is, dat hieruit valt af te leiden dat het college er weinig aan gedaan heeft
om de oostelijke bewoners mee te laten profiteren van de toezegging door
het ministerie van milieu om 1.200 meter scherm te plaatsen langs Rijksweg
16 ter hoogte van Prinsenbeek. Een ware domper op de neus van deze bewoners,
die overigens 14 dagen geleden nog blij gemaakt zijn met een schrijven dat
het voorstel: verdeling van 1.200 meter over de west- en oostzijde een punt
van bespreking zou zijn in de projectgroep, waarin vertegenwoordigd waren
de direktie geluid van het ministerie van milieu, Rijkswaterstaat, de regionale
inspecteur milieu en de gemeente. In het verslag van de commissie financiën
wordt ook gezegd dat de oostzijde voor subsidie is aangemeld. Volgens hem
werd dat al gedaan in 1978, dus de oostzijde behoeft niet meer aangemeld te
worden voor subsidie en er moeten andere wegen bewandeld worden. Het college
weet dat ook het ministerie van milieu kampt met tekorten. Dat is ook de
reden waarom er niet gelijktijdig aan twee zijden een scherm komt. Wat het
college moet doen, is het formulier G 3 invullen. Dat is een aanvraag om ver
strekking van een bijdrage voor de oostzijde. In het akoestisch onderzoek dient
mee te worden genomen, wat de gevolgen zijn voor de oostelijke bewoners
bij plaatsing van een scherm langs de westzijde. Het geluidgolvenpatroon veran
dert namelijk waardoor er waarschijnlijk een vermeerdering met enige decibellen
zal ontstaan aan de oostzijde. Als deze gegevens worden overgebracht via het
G 3 formulier, dan twijfelt zijn fraktie er niet aan of ook die aanvraag wordt
gehonoreerd.
De heer Oosthoek zegt dat zijn fraktie accoord gaat met de mandaatverlening
aan Rijkswaterstaat en het voorstel tot het voteren van een krediet. Hij heeft
begrepen dat het te houden akoestisch onderzoek nodig is als aanvulling op
reeds eerder gedane onderzoeken. Wanneer het college wat meer weet over
de praktische uitvoering van de geluidschermen dan zal zijn fraktie dat te
zijner tijd graag horen.
Wethouder Houtepen denkt de ongerustheid van de heer Verstraten weg te kunnen
nemen met de mededeling dat Rijkswaterstaat het college gevraagd heeft om
het nadere noodzakelijke onderzoek qua uitvoering voor zijn rekening te nemen,
omdat het kleine gemeentelijke apparaat veel sneller werkt als Rijkswaterstaat.
Het standpunt van het college is niet dat er alleen aan de westzijde een scherm
komt. Hierover zijn opmerkingen gemaakt. In de volgende werkgroep zal dit
een punt van bespreking zijn. Het college kan niet vooruitlopen op deze zaak.
De subsidieaanvraag moet op geen enkele manier in gevaar gebracht worden
zodat die elders naar toe zou gaan. Hij vindt dat het belangrijkste. Het college
is ook op de hoogte van de actiegroep in de gemeente die zich bijzonder inzet
voor de oostzijde. Het uitgangspunt van het college in de onderhandelingen
is, dat een gedeelte van de oostzijde nu meegenomen kan worden. Maar of
men daarin slaagt is nog maar de vraag. Hij verzekert de raad met nadruk
dat dit akoestisch onderzoek nu plotseling moest gebeuren en betreurt het
dat hij de raad daarover niet eerder heeft kunnen informeren vanwege de snel-
