t
-13-
De heer Oosthoek constateert dat het met het college zo gesteld is dat men
wel wil maar niet doet. De consequentie daarvan is wel dat voordat er nu iets
gebeurt 1983 en 1984 zijn verstreken. Dat zijn twee jaar van de raadsperiode
van vier jaar waarvoor de programma-afspraken gemaakt zijn. Dat vindt hij
wel zeer ernstig. Misschien ziet het college nog kans om tussen nu en het invoe
ren van de containers alsnog te komen met een differentiatie.
De heer van der Kooij zegt dat hij van de wethouder heeft begrepen dat het
college wil proberen om in de huidige raadsperiode te komen tot een 100%
dekking. Houdt dat in dat volgend jaar niet de bekende 10% maar
een hoger percentage zal worden voorgesteld. In de nog resterende 2 jaar zal
nog 23% moeten worden ingehaald. Als men van elke 10% een kleine 6% overhoudt
dan betekent dat dat volgend jaar met 20% verhoogd zou moeten worden. Het
voorstel van de containers ziet hij graag tegemoet. Het uitbesteden van het
ophalen van stalen containers houdt eventueel in dat er ook een beter inzicht
in de verdeling van de kosten komt. In een aantal steden bestaat de indruk
dat het ophalen van bedrijfsvuil in sterke mate wordt gesubsidieerd door particu
lieren. Hij gelooft dat dit een zeer goede gelegenheid is om te kijken of dat
hier ook zo is. Als de wethouder praat over het doorrijden bij de weegbrug
dan bedoelt hij dat inderdaad niet. Wat hij bedoelt is dat er zo mogelijk minder
vuil geproduceerd moet worden in ons dorp en dat juist alles gewogen, bijzonder
goed gewogen moet worden. Dat zou zelfs wel eens een keertje kunnen beteke
nen dat er minder is. Daarmee wil hij niets insinueren.
De heer Schreiner zegt dat het woord differentiatie door zijn fraktie nog niet
is genoemd. Toch schoot net een opmerking in het antwoord van de wethouder
bij hem in het verkeerde keelgat. Ten aanzien van het 100% kostendekkend
maken van de reinigingsrechten zegt hij gehandeld te hebben volgens de program
ma-afspraken, maar als hij dat doet dan wil zijn fraktie ook graag dat het
college handelt naar de programma-afspraken ten opzichte van differentiatie.
Drie jaar geleden al heeft de heer van der Bom gesproken over het huisvuil
ophalen bij de bejaarden. Reden voor zijn fraktie om ook tegen te stemmen.
De heer van der Westen merkt op dat herhaalde malen door het college is
toegezegd om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn. Nu probeert men
dit weer uit te stellen tot de invoer van de mini-containers en komt het er
misschien toch weer niet van.
Wethouder Houtepen zegt dat de heer Nagelkerke zojuist de hele problematiek
op tafel gelegd heeft voor wat betreft deze differentiatie. Hij heeft terecht
gezegd dat er ook nog andere bejaarden zijn in het dorp. Daar moet ook naar
evenredigheid naar gekeken worden. Wat dat betreft is hij het volledig met
de heer Nagelkerke eens. Hij is het niet eens met de heer Nagelkerke als die
zegt dat er tot op heden nog niets aan gedaan is.
De heer Nagelkerke zegt bij interruptie dat hij heeft gezegd dat bij hem de
indruk bestaat, die moeilijk weg te nemen is, dat zoals de heren van der Westen
en Oosthoek hebben verwoord, er niets aan gedaan is. Het college had minstens
als er niets aan gedaan kan worden dit in dit voorstel kunnen mededelen. Het
feit dat het college er nooit op terugkomt, komt bij hem een beetje moeilijk
over.
Het antwoord van wethouder Houtepen is dat er toch een paar keer overleg
is geweest in diverse commissies. Ambtelijk is het college ook bezig geweest
met het zoeken naar een passende oplossing. De opmerking van de heer Oosthoek
dat er voor 1983 en 1984 niets meer gedaan kan worden is niet juist. Het college
is van plan begin 1984, als de zaak van de mini-containers aan de orde is, tevens
met een begrotingswijziging te komen voor wat betreft de kosten en is dus
1984 niet verloren. Dat is het uitgangspunt.
De heer Jansen wil deze twee zaken ontkoppelen. Hij vraagt om de bij zaken niet
tot hoofdzaken te verheffen. Zijn voorstel is om het voorstel aan te nemen en het college
er aan te binden dat uiterlijk in de maartvergadering een aanvullend voorstel
komt waarbij de differentiatie mede aan de orde gesteld wordt. Gezien het