het van belang dat er mensen in zitten die dit soort gevallen kunnen beoordelen
vanuit hun deskundigheid op medisch, sociaal of volkshuisvestingsterrein.
Ten aanzien van het voorstel zelf merkt hij op dat er wordt gesproken over de
Woningstichting Prinsenbeek die het coilege van advies zou dienen. In de betref
fende commissie is opheldering gevraagd, omdat men dacht, dat toen de nota
volkshuisvesting is vastgesteld, aan een dergelijk advies geen behoefte zou zijn.
Alleen in die gevallen waarover reeds gesproken is, namelijk medische, sociale
en andere gevallen dient een deskundigheidsadvies te worden gegeven. En dat
dient dan een advies van de in te stellen urgentiecommissie te zijn en niet van
de Woningstichting Prinsenbeek. Hij vraagt daarom om een nadere toelichting
op de bedoelde adviesbevoegdheid van de Woningstichting Prinsenbeek.
De heer van der Kooij ondersteunt de woorden van de heer Lodewijks.
De heer Verstraten zegt dat Gemeenschapsbelang zeer positief staat tegenover
het instellen van de commissie. Zoals men uit het commissieverslag heeft kunnen
lezen heeft zijn fractie nogal wat kanttekeningen geplaatst. Zij hebben ook de
vrijheid genomen om enige artikelen te wijzigen.
Artikel 1, lid 2 wil men wijzigen in: "De C.A.W. bestaat uit drie leden, één arts,
één maatschappelijk werker en één lid dat deskundig is op het gebied van het
huisvestingsgebeuren, ingezetenen van Prinsenbeek zijnde, te benoemen door de
raad op voordracht van burgemeester en wethouders."
Artikel 2, lid 2 wii men wijzigen in: "De C.A.W. komt bijeen ter advisering van
persoonsgerichte zaken, medische indicaties en naar het oordeel van burgemeester
en wethouders daarvoor in aanmerking komende situaties."
Artikel 4, lid 1 wil men wijzigen in: "Bloedverwantschap of zwagerschap in de
eerste of tweede graad of huwelijk mag niet bestaan tussen de leden van de C.A.W.
onderling; ook mag er geen binding bestaan met een woningstichting; raadsleden
mogen geen zitting hebben in de C.A.W."
Artikel 5, lid 1 wil men wijzigen in: "De zittingsduur van de leden mag niet meer
zijn dan twee zittingsperioden."
Artikel 6, wil men wijzigen in: "Aan de leden van de C.A.W. en de secretaris
van de C.A.W. (buiten normale diensttijd) wordt voor het bijwonen van de vergade
ring een vergoeding toegekend als bedoeld in de Verordening Geldelijke Voorzie
ningen Commissieleden."
Tussen te voegen een nieuw artikel 8: "Indien burgemeester en wethouders afwijken
van het gegeven advies deelt zij de commissie de motieven hiervan mede."
Wat nu artikel 8 is, kan dan artikel 9 worden.
De heer Nagelkerke zegt dat het C.D.A. niet zo gelukkig is met het instellen
van deze commissie. In de raadsvergadering van 26 mei jongstleden kwam dit
agendapunt ook ter sprake. Toen heeft het C.D.A. gezegd en hij citeert dit nu:
"Het is echter de vraag wie de leden van zo'n commissie zullen zijn, hoe vaak
ze bij elkaar komen, of het een betaalde baan wordt en hoe vaak optreden nodig
zal zijn? Zijn fractie (C.D.A.-fractie dus) stelt voor deze commissie voorlopig
niet in te stellen doch deze instelling nader te overwegen aan de hand van de
gestelde vragen, overwogen zou zelfs kunnen worden of de indicatiecommissie
van de Gertrudisstichting een mogelijke oplossing zou kunnen zijn." Uitvoerig is gespro
ken in een drietal commissievergaderingen over het puntensysteem. Zelfs in het
voorliggende voorstel wordt gezegd dat het systeem de doelmatigheid, rechtvaardig
heid, inzichtelijkheid en toetsing kan bevorderen. Strikt genomen zou men, de
regels van het systeem in acht nemende, geen enkel probleem moeten kunnen
krijgen. Het is een open en eerlijke zaak. Die problemen waren er in het verleden
ook nauwelijks. Niet weg te cijferen is het feit dat iedereen die op de lijst staat
en bij de verdeling van woningen er buiten valt, altijd een teleurgesteld iemand
zal zijn. Er zouden gevallen kunnen komen die erg moeilijk liggen en problematisch
of zeer gevoelig zijn en waarin dit puntensysteem niet zou voorzien. Voor dit
soort gevallen, waarvan eenieder verwacht dat ze sporadisch voorkomen, zou
dan een commissie ingesteld moeten worden die alleen maar adviseert. Ten eerste
geeft men hiermee aan dat het puntensysteem niet waterdicht is. Ten tweede
is het een soort zwaktebod ais men zegt dat burgemeester en wethouders hierover
niet kunnen beslissen. Ten derde wordt het probleem verlegd naar mensen die,