-10- opslagruimte hebben. Nu is men weer terug op de 60% en dat houdt in dat er niets kan gebeuren zelfs niet naar 75% gaan. Hij zou graag zien dat die 75% zo snel mogelijk wordt geregeld, opdat in ieder geval dat stukje ruimte aan de mid denstanders gegeven kan worden. Hij vindt de argumenten van de provincie achteraf wel logisch ondanks het feit dat hij het betreurt en vindt het juist om geen beroep bij de Kroon in te stellen. De heer Verstraten zegt dat die 100% een eensgezind besluit was. Hoewel hij zich kan vinden in de motieven die Gedeputeerde Staten hebben doen besluiten om het terug te brengen naar 60%, hoopt hij dat in de volgende bestemmingsplan wijziging toch 75% kan worden doorgevoerd. De voorzitter constateert dat men zich kan vinden in het voorstel van het college om niet in beroep te gaan bij de Kroon. In de volgende wijziging zal men die verhoging van 60% naar 75% meenemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 8. Vaststelling van de kostprijsberekening van het bestemmingsplan "Moleneind, fase It II en III". De heer Oosthoek zegt dat zijn fractie akkoord gaat met de vaststelling van de kostprijsberekening van het bestemmingsplan "Moleneind" zoals deze is vermeld in het verslag van de commissie financiën van 22 november 1983. In die vergade ring is ai voldoende gediscussieerd over de verwerking van de kosten van de struc tuurschets. Voor zijn fractie is het echter beslist geen "must" dat de kosten van de structuurschets in de totale kosten van het bestemmingsplan worden opgenomen. Daarom vraagt hij of, indien er in de toekomst financiële ruimte beschikbaar mocht komen of gecreëerd zou kunnen worden, deze in de eerste plaats toebedeeld worden aan de woningwetwoningen die naar hun mening verhoudingsgewijs en ook ten opzichte van het verleden een hoge m2-prijs krijgen toeberekend. De heer Jansen zegt dat het pand Groenstraat 96 nodig is om de uitweg van dit plan naar de Groenstraat straks optimaal te maken. Bij nader inzien beslaat het daarop staande pand twee erven. Een stuk van het pand ligt op een erf waarvan de man die er in woont geen eigenaar is. Dit is vroeger met goede wil gebeurd, dus broer en zus die naast elkaar woonden. Hij wil vooraf waarschuwen dat bij eventuele sloop deze zaak weieens moeilijkheden zou kunnen opleveren. Een oplossing heeft hij er op dit moment niet voor. Men moet er echter wei rekening mee houden. De heer van der Kooij zegt dat hij in de commissie begrepen heeft dat de woning wetwoningen een onderwerp van onderhandeling zijn. Er wordt iets wel en ook iets niet geaccepteerd. Daar komt dan een klein of een groot verschil uit. Dat is afhankelijk van hoe het zit met die woningwetwoningen. Die kavelprijs zou dan uiteindelijk een klein nadelig saldo op kunnen brengen. Dit moet dan primair gedekt worden uit het bedrag wat in de vrije sector verwerkt zit. Men moet nu nog niet aan verdeling gaan denken. Wethouder Houtepen zegt dat hij blij is dat men het voorstel accepteert zoals het voorligt. Het voorstel om mee- en tegenvallers te verwerken, zoals het bespro ken is in de commissie financiën, kan op dit moment worden gehandhaafd. Wanneer er eventueel mee- of tegenvallers zijn dan kan men via de commissie daarover weer bij de raad terugkomen. Het zelfde geldt voor de waarschuwing van de heer Hansen, wat betreft de sloop van het pand. Het moet goed worden bekeken alvorens stappen worden ondernomen met de betrokkenen. Men moet nu niet gaan spreken over prijzen van de woningwetwoningen. Wanneer men het plan zo opstuurt naar Gedeputeerde Staten zal men waarschijnlijk hiervoor wei een goedkeuring krijgen en dan hoeft men er verder geen rekening mee te houden. Vooruitlopen daarop zou een slechte zaak zijn en hij moet namens het college voorstellen om de kavei- prijzen zo te hanteren zoals in eerste instantie is afgesproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Notulen van de gemeenteraad | 1983 | | pagina 227