-11-
De heer van der Westen vraagt of de in het verslag van de commissie algemene
zaken en financiën genoemde gelijke prijs voor woningwetwoningen per m2 en
woonwagenstandplaatsen geaccepteerd zal worden.
De voorzitter antwoordt dat de prijs die door de directie volkshuisvesting wordt
vastgesteld voor woningwetwoningen identiek is aan die voor woonwagenstandplaat
sen.
Zonder hoofdelijke stemming
wordt vervolgens conform het
voorstel van burgemeester
en wethouders besloten, met
inachtneming van de door de
commissie algemene zaken
en financiën aangebrachte
correcties.
9. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan eeri lid van de welzijnsraad en tot
benoeming van een nieuw lid.
De voorzitter constateert dat Mevrouw 3.H. de Fouw - Koole, Brouwersbos 9
bij acclamatie wordt benoemd als nieuw lid van de welzijnsraad. De gegevens
over haar zullen alsnog schriftelijk aan de raadsleden worden toegezonden.
Zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten.
10. Voorstel tot vaststelling van het gemeentelijk bibliotheekpian voor de periode
1986-1988.
Zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming wordt
vervolgens conform het voorstel
van burgemeester en wethouders
besloten.
11. Nota inzake de ontwerp-begrotingen van 1984 van het Stadsgewest Breda.
De heer van den Bliek zegt dat door het Stadsgewest aangegeven wordt dat in
december een nota meerjarenraming en een nota bezuiniging zal worden uitge
bracht. Dit moet dan als basis dienen om een keuze te maken voor een verder
te voeren beleid. Vooruitlopende op de fundamentele discussie die nog over het
toekomstig functioneren van het Stadsgewest zal geschieden in het kader van
de beperkingen van de financiële middelen zegt hij dat er op voorhand gesproken
wordt over bezuinigingen. Is er reeds een visie binnen het bestuur aanwezig of
zijn er nog franjes die verder weggewerkt kunnen worden? In de nota van aanbie
ding wordt verder ook nog gesproken over verdeling van de bezuiniging over de
dienstonderdelen op basis van inhoudelijke discussie over activiteiten. Daarbij
worden de activiteiten met een lage prioriteit geschrapt. Het is hem niet duide
lijk of dit naar evenredigheid gaat of verhoudingsgewijs naar zwaarte van de activi
teiten. Deze wijze van benadering is voor hem niet zonneklaar. In het verleden
is er een intergemeenteljke regeling aangegaan voor gezondheidszorg, afvalverwer
king en brandweer vanuit overwegingen van efficiëntie en van effectieve werking.
Bezuiniging op die wijze zou betekenen dat de kosten via een achterdeur terugko
men en het in feite een herverkaveling betekent. Om die reden moet dan niet
gezegd worden dat het niet meer kan in intergemeentelijk verband en dat het
dan op gemeentelijk niveau moet worden bijgesteld. Dan is men verkeerd bezig.
Hij staat wel positief ten opzichte van intergemeentelijke samenwerking. Wanneer
er minder geld ter beschikking komt en er bijstelling dient plaats te vinden, dan